95 jaar NZR

Koloniale tijdperk
Het protestantse zendingswerk begon in de 17e eeuw toen de Verenigde Oost-Indische Compagnie nederzettingen had op met name Java en de Nederlands Hervormde Kerk geestelijke verzorging organiseerde voor de kooplieden en bemanning van de VOC-schepen. Veel gereformeerde predikanten richtten zich ook op de inheemse bevolking en begin 20e eeuw waren er zeker tien Nederlandse protestantse missionarissenverenigingen actief in de koloniën. De meerderheid van de zendelingen werkte in Nederlands-Indië (Indonesië).

Zowel bij missionarissenverenigingen als de koloniale overheid ontstond behoefte aan coördinatie en in 1906 werd de eerste missionaris-consul benoemd. Deze had een adviserende rol richting de missionarissen en onderhield contacten met verenigingen en overheidsfunctionarissen. Na verloop van tijd en verdere institutionalisering werd de naam Missionair Consulaat gebruikelijk.

Hoewel in 1910 al een poging was gedaan om in Nederland een zendingsraad op te richten, lukte dit pas na de eerste grote internationale conferentie van de Internationale Zendingsraad in 1928 in Jeruzalem. Op 10 oktober 1929 werd de NZR opgericht en leden van het eerste moment waren de SZC, het NBG, het Java-Comité, de GZB, de Egyptemissie, de missie van de CGK, de missie van de Evangelisch-Lutherse Kerk, het Nederlands Evangelisch-Lutherse Zendingsgenootschap en de missie van de Nederlandse Mennonieten.

De raad kwam drie tot vier keer per jaar bij elkaar in het pand van het NBG in Amsterdam. Zoals het Missionair Consulaat een schakel was tussen de missionarissen en de regering van Nederlands-Indië, fungeerde de NZR als contactpunt tussen missionaire verenigingen en de Nederlandse regering. 

Naoorlogse jaren en dekolonisatie
Na de Tweede Wereldoorlog (en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië) probeerden de missionaire verenigingen hun werk weer op te pakken.

Enerzijds was er bij de missionaire verenigingen behoefte aan meer samenwerking en het versterken van de banden met de internationale oecumenische beweging. In 1946 besloot de synode van de Gereformeerde Kerken Nederland volledig lidmaatschap van de NZR aan te vragen. In 1947 droeg het NBG de verantwoordelijkheid voor het Missionair Consulaat officieel over aan de NZR en opende de NZR een kantoor in Amsterdam.

Anderzijds veranderde de rol van de NZR en het Missionair Consulaat ten aanzien van Indonesië snel. Op 17 augustus 1945 riep de Republiek Indonesië de onafhankelijkheid uit en in mei 1950 werd een raad van 27 Indonesische kerken opgericht waar buitenlandse missionaire verenigingen niet werden toegelaten. De nieuw opgerichte DGI besloot dat de Missionaire Raad moest worden beëindigd. Dit besluit werd gerespecteerd en de NZR ging zich op andere projecten concentreren, waaronder een sociologisch onderzoekscentrum waar materiaal verzameld werd op het gebied van migratie, verstedelijking en sociale veranderingen.

In de jaren vijftig bestond het werk van de NZR uit het faciliteren van de coördinatie tussen de missieorganisaties, het stimuleren van samenwerking in projecten en conferenties, het aanbieden van missiologische stimuli en het bevorderen van de academische studie van missiologische kwesties. In de jaren ’80 werden de interkerkelijke organisaties Bible and Medical Missionary Fellowship (Interserve), Wycliffe Bible Translators en de Lepra Zending toegelaten als lid.

Postkoloniale tijdperk; de NZR nu
Vandaag de dag is de NZR een netwerk waarin kerken en zendingsorganisaties elkaar ontmoeten met het oog op het ontwikkelen van visie en beleid in zending. De uitwisseling van vragen, expertise, en ervaringsverhalen biedt kansen voor samenwerking, maar ook worden de moeilijke onderwerpen uit de zendingsgeschiedenis niet uit de weg gegaan, bijvoorbeeld relaties in zending.

Zending is al lang niet meer de beweging van het Westen naar de rest van de wereld, maar van overal naar overal. Als kerk in Nederland zijn wij deel van een kerk wereldwijd, waarin iedere kerk in ieder land haar eigen plek heeft en haar eigen bijdrage levert.

Tijdens de NZR-ontmoetingen wordt gereflecteerd op de missionaire praktijk in de verschillende contexten. Samen wordt gezocht naar hoe de kerk deel kan zijn van Gods werk in deze wereld. Deze reflectie vindt niet alleen plaats in de ontmoeting en het gesprek binnen de NZR, maar ook in theologisch onderzoek en onderwijs.

De NZR voedt de missionaire praktijk van de aangesloten kerken en organisaties én verbindt zich met urgente vragen in de samenleving met het oog op participatie in de Missio Dei in Nederland, Europa en wereldwijd en hoopt dit nog decennialang te kunnen doen.