Tijdens de Global Creation Care Forum sprak Ruth Padilla-De Borst een klaaglied van de schepping uit. Annemarthe Westerbeek was daar aanwezig. Zij geeft in ons land leiding aan A Rocha, een beweging van christenen die zich inzet voor natuurbehoud en duurzaam leven. Naar aanleiding van het klaaglied spraken we met Annemarthe over wat scheppingsrouw voor haar betekent.
Annemarthe, als we het hebben over klimaatverandering, hoe zou je dan jouw gevoelens daarover omschrijven?
Die gevoelens wisselen, erg afhankelijk van het moment. Als ik zie wat de gevolgen zijn van klimaatverandering of verlies van biodiversiteit, dan word ik daar erg verdrietig van. Dat wordt vaak gevolgd door een gevoel van verontwaardiging; ‘hoe is het mogelijk, wat klimaatverandering allemaal doet in de wereld?’ Dan volgt een soort reflectie naar mezelf: wat heeft dit met mij te maken?
Doordat ik veel met deze thema’s bezig ben neem ik mezelf soms in bescherming door een muurtje te bouwen. Dan kies ik er op die momenten als het ware voor om even niet veel aandacht te geven aan wat ik voel. Maar tegelijk belemmert het mij ook omdat het vervolgens er ook voor zorgt dat ik zelf weer minder makkelijk bij mijn eigen gevoel kan komen. Dan heb ik rituelen nodig die mij daar weer bij helpen en mijn muurtjes weer doorbreken.
Je hebt het over verdriet, verontwaardiging, reflectie. Zou je het woord ‘rouw’ ook voor jezelf gebruiken?
Jawel. Maar ik merk ook dat ik het moeilijk vind om die woorden daaraan te koppelen. Rouw is een zwaar woord. Ik denk dat al die andere gevoelens die ik noem, allemaal met rouw te maken hebben, en met een rouwproces. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk om dat woord eraan te geven, omdat het daarmee meer realiteit wordt.
Is het ook niet juist belangrijk, dat we het realiteit laten zijn? Bij rouw hoort ook ontkenning in een bepaalde fase. Maar misschien moeten we daar juist uitkomen?
Het is lastig want het is een nieuwe vorm van rouw waar nog weinig ruimte voor is in de samenleving. Zo ervaar ik dat. In die zin is het inderdaad belangrijk dat we er ruimte voor creëren en er woorden aan geven. Tegelijk is dat spannend en kwetsbaar. Daarom helpt het mij als er bepaalde rituelen zijn die ruimte scheppen. Daardoor haal je rouw weg bij het persoonlijke en wordt het collectief. Je kunt het met anderen delen en samen ervaren.
Heb je een voorbeeld van zo’n ritueel?
Tijdens de Global Creation Care Forum, onlangs in Seoul werd door Ruth Padilla-De Borst de aarde gepersonifieerd in een klaagzang. Daarmee gaf ze woorden aan hoe de schepping zelf lijdt aan deze staat van zijn. Daar samen woorden aan geven, luisteren, samen dat besef delen, ruimte creëren voor tranen, voor stilte, met elkaar belijden, beleven, bidden – dat is een manier die voor mij werkt: bewust ruimte creëren voor het gevoel. Dat mag er zijn, je mag huilen of boos zijn om wat er gebeurt. Dat kan ook goed door liederen, of als ik kijk naar mijn eigen gemeente: dat er tijdens een kerkdienst ruimte is om te bidden voor de nood van de wereld.
Klimaatrouw en woede en verdriet zijn gevoelens die we als samenleving samen delen. Welk verschil maakt het voor jou dat je dat als christen beleeft? Hoe speelt je geloof en de Bijbel daarin een rol?
Voor mij is dat een groot onderdeel daarvan. Ik ben als mens onderdeel van de schepping want God heeft mij gemaakt. Ik voel sterk dat ik verdriet kan en mag hebben, omdat God zelf verdriet heeft dat het niet goed gaat. Ik weet dat Hij ook niet blij is met hoe het gaat in de wereld, met klimaatverandering, dat er mensen sterven, dat zijn schepping uitdunt, dat er soorten verdwijnen. Juist dat geeft mij ruimte om die gevoelens te kunnen hebben. Die gevoelens zijn niet alleen van mij, maar ik deel ze, ze zijn gemeenschappelijk.
Misschien is dat het besef van Romeinen 8: de schepping zucht, maar ook de Geest zucht mee. Welke plek heeft hoop daarin voor jou als christen?
Uiteindelijk kom ik wel uit bij hoop. Dat houdt mij vast, dat geeft mij uitzicht, en dat geeft de wereld uitzicht. Dát en het besef van onrecht maken dat ik mij wil inzetten voor een betere wereld en voor Gods schepping. Want ik geloof dat God alles weer heel maakt en goed maakt. Uit die gedachte put ik veel hoop. De ene keer komt die gedachte snel en haalt het mij snel uit een gevoel van verdriet, rouw of verlamming. De andere keer komt dat later en is het oké om klimaatrouw te ervaren. Die twee sluiten elkaar niet uit. Het is niet zo dat wanneer je klimaatrouw of biodiversiteitsrouw ervaart, dat je daarmee de hoop uitsluit. Die twee liggen in elkaars verlengde. Maar hoop mag niet het excuus zijn om geen ruimte te geven aan een vorm van rouw. Het is sterk als rouw niet alleen van jou is, maar dat het collectief kan zijn. Rouw kan activeren. Het vraagt moed om te rouwen, maar het helpt je om daarna in actie te komen.
Werkt klimaatrouw voor jou meer verlammend of meer activerend?
Ik denk, vooral activerend. Actie kan een manier zijn om rouw te verwerken. Al kan het ook een muurtje zijn wat je bouwt om niet bij je gevoelens te hoeven komen. Dan is het vluchtgedrag.
Hoe zie je jouw taak naar de kerken toe, naar de christelijke wereld toe. Probeer je mensen mee te nemen in klimaatrouw? Probeer je hun vluchtgedrag te ontmaskeren?
Ik vind het belangrijk dat er ruimte gecreëerd wordt voor rouw. Vanuit A Rocha zoeken we met elkaar naar rituelen hiervoor. Dat is ook wel een reflectieve noot naar onszelf toe, want we zijn een natuurorganisatie die lokaal actief is in de natuur, dus we zijn van het doen. Maar het is belangrijk om ook ruimte te maken voor het gevoel. Een van de manieren waarop we dat doen tijdens een natuurwerkdag, als wij met elkaar ergens aan het werk zijn in de schepping, is om door een gebed onszelf te aarden, en op die plek te zijn en te beseffen dat we die plek delen met de rest van de schepping. Dat het een door God gegeven plek is, en zo ook ruimte te geven aan het gevoel wat daarbij hoort. Anders kun je daar heel snel aan voorbij gaan en gewoon lekker aan het werk zijn.
Wanneer ik op plekken kom waar ik mag delen over thema’s zoals natuur, schepping, biodiversiteit of klimaat, dan probeer ik er aandacht op te vestigen dat deze rouwgevoelens er zijn, ook bij hen in de kerk, en dat je daar niet zomaar aan voorbij kan gaan. Ik denk dat veel kerken nog niet voorbereid zijn op pastorale zorg rondom deze thema’s. Volgens mij moet dit meer aandacht krijgen bij predikanten en theologie-opleidingen. Het besef dat dit een vorm van rouw is die bij steeds meer mensen zal gaan spelen. Als we niet oppassen krijgen mensen het gevoel dat daar geen ruimte voor is in de kerk. Terwijl ik denk: als er ergens een veilige plek is waar daar ruimte voor zou mogen zijn, dan juist in een christelijke gemeenschap, want daar voel je je gezamenlijk onderdeel van Gods wereld. In de Nederlandse kerk is dit ingewikkeld, omdat thema’s als klimaat en groen in veel delen van de kerk nog worden weggezet als links. Maar dat gevoel van rouw is niet links of rechts. Dat is gewoon een gevoel wat hoort bij een persoon met zijn of haar ervaring, en dat is niet ergens in te delen.
Je was bij dat Global Creation Care Forum in Seoul. Daar kreeg je zeker ook een wereldwijde blik en hoorde je ook niet-westerse perspectieven. Kun je daar iets over delen?
Wat ik daar heb meegekregen, bijvoorbeeld van mensen uit Zuid-Amerika, is een veel fysieker gevoel van verlies bij mensen die in verbondenheid met de natuur leven en ervan afhankelijk zijn. Zij ervaren de dagelijkse realiteit van het verlies van hun omgeving, van biodiversiteit, het letterlijke omver maaien van bomen. Ik ervaarde een meer doorleefd gevoel van verlies, omdat het deel is van hun dagelijkse doen en zijn. Hier in Nederland voelt de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis veel verder weg. Het raakt ons niet in ons dagelijks bestaan. Dat zorgt ervoor dat je soms het gevoel hebt dat je geen recht hebt op rouw. Het kan voelen alsof je rouw ervaart over iets wat niet van jezelf is. Maar ik denk dat dat niet hoeft, juist omdat we christen zijn. We hebben een rol gekregen in deze wereld van God. Dus wat er elders in de wereld gebeurt gaat ons ook aan. Wij zijn mensen zoals zij. We zijn ook schepselen van God, zoals de apen die het moeilijk hebben in het tropisch bos in de Amazone. In die zin ben je verbonden.
Hoe kan A Rocha mensen helpen in hun rouw om de schepping?
Ik denk dat het belangrijk is om ruimte te geven gevoel, maar daarnaast is het ook belangrijk om mensen iets concreets te geven: praten, zingen en bidden kunnen helpen, maar wat wij merken in de praktijk van ons werk is dat juist je handen uit de mouwen steken helpend kan zijn, bijna als vorm van therapie. Het geeft je een doel. Als je rouw ervaart, kan het soms doelloos voelen. Dan kan het fijn zijn om samen met anderen praktisch aan de slag te gaan, je in te zetten, handelingsperspectief te krijgen. De hoop dat God de wereld weer heel maakt is een gedachte, maar soms kan je niet bij een gedachte komen. Dan kan het in de natuur zijn, de verbinding aangaan met je omgeving, een keertje met ons meewerken op een natuurdag, je helpen. Want het is een handeling waarbij je je handen en zintuigen gebruikt. Je komt uit je hoofd. Dat kan helpen om weer bij de hoop te komen.
Foto: Annemarthe Westerbeek (tweede van rechts op de foto)