1. Even voorstellen: wie ben je en wat heb je met zending?
Mijn naam is David Onnekink en ik ben sinds 2024 Bijzonder Hoogleraar aan de Theologische Universiteit Utrecht. Mijn leeropdracht richt zich op het verkennen van theologische reflecties op ecologische uitdagingen van vandaag. Ik ben in het bijzonder geïnteresseerd in de rol die zendingsorganisaties daarin kunnen spelen en dat in een aantal gevallen ook al doen. Het afgelopen jaar heb ik al mooi samengewerkt met een aantal organisaties die bij de NZR zijn aangesloten.
Ik ben al jaren geïnteresseerd in zendingsorganisaties. Als historicus denk ik dat het hier om unieke organisaties gaat die een bijzondere rol op het wereldtoneel speelden en nog steeds spelen. Buiten de christelijke wereld is er heel weinig aandacht voor. Dat vond ik onterecht. Daarom zijn we enkele jaren geleden begonnen met een netwerk van wetenschappers wereldwijd om meer studie te maken van de rol van zendingsorganisaties. Maar ook binnen de christelijke wereld is het goed om dat verhaal te vertellen. Historische studie kan inzicht geven in de keuzes die vroeger zijn gemaakt en welke gevolgen die hadden.
2. Waar liggen voor jou programmatisch de uitdagingen voor jouw werk/jouw organisatie in de komende tijd?
Mijn leeropdracht is om na te denken over de rol die zendingsorganisaties kunnen spelen in de klimaatcrisis. In het bijzonder gaat het dan ook om de theologische verantwoording daarvan: waarom moet ecologische verantwoordelijkheid een onderdeel van zending zijn? Mijn interesse gaat ook uit naar de manier waarop zendingsorganisaties zich profileren, welk ‘grote verhaal’ ze hebben te vertellen en hoe ze dat verwoorden en verbeelden. Dat is nodig omdat de aarde zucht en zending zich daar niet aan kan onttrekken. Tegelijkertijd kan eco-theologie ook weerstand oproepen en is het belangrijk om verschillen van mening over dit thema te erkennen.
3. Hoe zie jij de verhouding tussen zending binnen Nederland en zending vanuit Nederland en zending van overal naar overal?
Wereldwijd zie je dat zending steeds meer ondernomen wordt door niet-Westerse landen. Als het echter gaat om ecologische vraagstukken dan lijken juist Nederlandse en Westerse organisaties het voortouw te nemen. Daardoor dreigen we te vervallen in neo-koloniale verhoudingen. Ik zou het mooi vinden als we de eco-theologische geluiden uit het Mondiale Zuiden kunnen versterken en daar in Nederland van kunnen leren.
4. Waarvan gaan jouw ogen van glimmen?
Verhalen. Ik raakte gefascineerd door zending vanwege de rijke verslaglegging die al eeuwenlang een enorm archief aan reisverhalen, brieven, zendingskaarten, tekeningen en foto’s hebben opgeleverd. Enkele jaren geleden publiceerden we daarom een online tentoonstelling over zendingscartografie. In mijn onderzoek viel me op dat zendelingen al eeuwenlang grote belangstelling hadden voor de natuur, voor dieren, planten en landschappen. Soms lijkt het alsof we dat zijn vergeten. Ik ben bezig met een boek om die vergeten geschiedenis te vertellen en te koppelen aan de actuele ecologische uitdagingen waar ook missionaire organisaties nu voor staan.
5. Hoe kunnen we elkaar als kerken en zendingsorganisaties versterken in de missionaire opdracht?
Zending is in transitie. Er wordt steeds meer gesproken over wederkerigheid als het gaat om relaties met partners in het mondiale zuiden. Er wordt ook steeds meer gesproken over integrale zending, de gedachte dat de blijde boodschap niet alleen bedoeld is om zielen te bevrijden, maar dat de hele schepping wacht op bevrijding. Het zou mooi zijn als kerken en zendingsorganisaties gezamenlijk op kunnen trekken in een leerproces om te ontdekken wat dat voor hun missionaire opdracht betekent.
Foto: David Onnekink