‘Wegen met Zegen’: pelgrimeren tussen Waal en Rijn  

Pelgrimsroute geeft bijzondere verbinding

De eerste keer dat ik met pelgrimeren in aanraking kwam, is al jaren geleden. In een paar jaar tijd wandelde ik de etappes van de Pelgrimsroute van Amsterdam naar Visée in België. In de zomervakantie zette ik mijn tent ergens op een boerencamping en dagelijks gingen de wandelschoenen aan om de etappes te lopen. In mijn eentje.

Alleen wandelend maakte ik mijn hoofd leeg, maakte ik contact met mijn omgeving en had ik soms een bijzondere ontmoeting onderweg. Ook een voordeel: ik kon mijn eigen route bepalen. Vooral in het Limburgse deel wemelde het van de kapelletjes. Menigmaal maakte ik even een omweg om een kapelletje te bezoeken, die niet direct op de route lag. En al wandelend door bossen, langs weilanden en door stadjes had ik heel veel tijd om in stilte eens van alles en nog wat op een rijtje te zetten. Of om maar gewoon te wandelen. Zoals Meister Eckhart, de middeleeuwse theoloog ooit eens schreef: ‘als je op weg wilt en eerst tijden nadenkt over hoe je de ene voet voor de ander moet zetten, dan wordt het niets. Je moet gewoon de ene voet voor de ander zetten en doorgaan en dan zul je terecht komen waar je zijn moet.’ Waarvan akte.  

Jarenlang bleef wandelen voor mij een passie. Maar tot ‘het echte pelgrimeren’, wat dat ook maar zijn mag, kwam het eigenlijk nooit meer. Totdat ik in Nijmegen landde, een vijftal jaren geleden, en de hele wereld een paar maanden na mijn verhuizing tot stilstand kwam. Wat kon nog wel: wandelen. Ik heb wat afgewandeld in mijn nieuwe woonomgeving. En ik was niet de enige die aan het wandelen sloeg.    

Wegen met Zegen 

Pelgrimeren lijkt nu helemaal hip. In de slipstream van het wandelvirus dat veel mensen te pakken kreeg tijdens de coronaperiode, zijn er ook steeds meer pelgrimsactiviteiten in den lande. En dan gaat het niet alleen om lange en grote pelgrimages naar traditionele bestemmingen als Santiago de Compostella in Spanje, of Rome in Italië. Nee, ook in eigen land is het steeds meer mogelijk om aan pelgrimsactiviteiten mee te doen. Of wandelingen krijgen het stempeltje ‘pelgrimeren’ mee.  

Eén van die initiatieven is Wegen met Zegen. Deze wandelroute ontstond tijdens de corona vanuit de verschillende kerkelijke gemeenschappen in het gebied van de Overbetuwe, Lingewaard en Nijmegen. Rooms-Katholiek en protestant. De vraag was: hoe kunnen we mensen in deze periode toch nog met elkaar verbinden? In een tijd dat er nog wel gewandeld mocht en kon worden, was het ontwikkelen van een wandelroute langs de kerken een idee dat al snel ontstond. Talloze vrijwilligers van de verschillende kerkgemeenschappen gingen aan de slag om routes uit te zetten, beschrijvingen te maken, routes na te lopen, activiteiten te bedenken voor op de route, bewegwijzering te plaatsen. Kortom, van allerlei zaken die komen kijken bij het ontwikkelen en uitzetten van een route.   Uiteindelijk werd deze wandelroute een pelgrimsroute: een route langs plekken van betekenis, waar mensen zelf hun eigen spirituele of religieuze invulling kunnen geven op de plaatsen die ze aandoen. Dat kan een kerk zijn, een kapel, een begraafplaats, of een plaats met een bijzonder archeologisch of historisch verhaal. Om de pelgrim voedsel voor onderweg te geven, is er een pelgrimsdagboek ontwikkeld waar inspirerende teksten en opdrachten in zijn verwerkt, passend bij de locaties. Ook de benaming van de route – Wegen met Zegen – laat al zien dat het hier om een wandelroute gaat, die meer wil zijn dan standaard. Daarbij heeft de term Zegen in dit gebied een dubbele betekenis. Natuurlijk als zegen in de gebruikelijke betekenis, maar wist u dat een zeeg ook een afwateringkanaaltje is richting het riviertje de Linge? De route kruist dus daadwerkelijk een aantal keren een zeeg, of loopt er bij langs. De pelgrim, gezegend bij de zeeg.  

Uiteindelijk werd deze wandelroute een pelgrimsroute: een route langs plekken van betekenis. 

Het drukke en het lelijke 

Vaak wordt ons gevraagd wat wandelen op Wegen met Zegen nu tot pelgrimeren maakt? Natuurlijk kan de route ook worden gelopen, als een ‘gewone’ wandelroute, met verschillende etappes, 154 kilometer lang. Toch noemen we de route bewust een pelgrimsroute. Net als bij het vroegere pelgrimeren is de reis belangrijk. Wie wel eens naar Santiago de Compostella is gewandeld, of een andere pelgrimsroute heeft gelopen, weet dat deze niet altijd over de mooiste, en meest pittoreske paden gaat. Zelf heb ik een aantal jaren geleden een pelgrimage gemaakt van Keulen naar Nijmegen, in het spoor van de heilige Albertus de Grote. Naast mooie bosgebieden, vergezichten over de Rijn en historische plaatsjes, ging de reis ook langs industrieterreinen, vervallen buitenwijken, rafelranden en drukke wegen. Pelgrimeren is blijkbaar wat anders dan in alle rust en stilte door Gods mooie schepping dwalen. Er hoort ook de confrontatie met het lelijke en het drukke bij. Alles wat in het gewone leven gebeurt, gebeurt ook tijdens een pelgrimage. Bij Wegen met Zegen is het niet anders. De routemakers hebben wel hun uiterste best gedaan om langs de mooiste plekjes te wandelen, maar in de drukke Betuwe ontkomt de wandelaar niet altijd aan industrieterreinen, drukke dijken, snelwegen, spoorlijnen en veel verharde wegen. Wandelend van kerk naar kerk, van betekenisplaats naar betekenisplaats. Het geeft wel de mogelijkheid om na te denken over het drukke en het lelijke. Het is een oefening om ook in dit soort omgevingen de verbinding te blijven zoeken met de stilte in jezelf, of met dat wat wij God noemen, of met de mensen om je heen. Deze verbinding te voelen en te ervaren in een stil bos, op een uitgestrekte hei, of een verlaten strand, is voor veel mensen niet zo moeilijk. Hoe vaak hebben we niet een ervaring van eenheid, juist in de natuur. Maar probeer diezelfde ervaring maar eens op te roepen in de drukte, met verkeer, en de pakhuisdozen aan de horizon. Maar juist daar gaat pelgrimeren ook over. Op zoek gaan naar wat verbindt, ook op plaatsen en in omstandigheden waar de verbinding niet altijd vanzelfsprekend is.   

Alles wat in het gewone leven gebeurt, gebeurt ook tijdens een pelgrimage. 

Veel mensen hebben het idee dat pelgrimeren een stille activiteit is. Een pelgrimswandeling wordt vaak verward met een stiltewandeling. Maar als je een paar dagen achter elkaar loopt, dan ben je doorgaans niet de hele dag stil. En vooral niet als je in een groep loopt. Bij pelgrimeren hoort dan ook de ontmoeting met de ander. Ervaringen delen met elkaar, een stukje samen oplopen, dat is ook pelgrimeren. En dat kan niet alleen in de stilte. Hoe betekenisvol die ook kan zijn.  

Bijzondere verbinding 

Wegen met Zegen organiseert mini-pelgrimages van twee of drie dagen. Met een groep lopen we een deel van de route. En delen lopen we inderdaad in stilte. Maar hele stukken lopen we ook niet in stilte. En al wandelend komt het soms tot de mooiste gesprekken. En soms komt het ook tot gesprekken om elkaar er doorheen te praten. Niet elke pelgrim is automatisch een goede wandelaar. De groep kan dan wel een steun zijn om door te zetten. Of om juist te troosten als het niet blijkt te gaan. Ik vind het altijd wonderlijk om te zien hoe snel wildvreemde mensen al wandelend een (h)echte groep vormen.  

De route wordt momenteel ook gebruikt door schoolklassen en vormselgroepen, die een dag(-deel) onder begeleiding een stuk lopen. Met een bezoek aan minimaal een plaats van betekenis en met een kleine afscheidsceremonie. En natuurlijk met een zelf versierde . De kinderen en jongeren krijgen zo toch een beetje het pelgrimsgevoel mee. Door de deelnemende scholen wordt dit als zeer waardevol ervaren. Daarnaast lopen op de route groepen van de deelnemende kerken. Sommige kerkgroepen gaan in een jaar de hele route rond. Dit geeft een bijzondere verbinding tussen de deelnemende pelgrims. De mensen maken elkaar zo op een andere manier mee, dan alleen op zondag in de kerk.  

Onder begeleiding van de engelen 

Als men in de middeleeuwen op pelgrimage ging, dan ging dat niet zomaar. Er moest toestemming zijn, of de pelgrim werd weggestuurd voor boetedoening. Er was een zegen en een ‘pelgrimsuniform.’ Die uniformen hebben we niet meer, of het moeten de wandelschoenen, wandelbroek en rugzak (met of zonder jakobsschelp) zijn. Wegen met Zegen is één van die initiatieven die het markeren van start en aankomst, net als in de middeleeuwen, belangrijk vindt. In de Antonius van Paduakerk in Nijmegen is een pelgrimskapel ingericht. Het start- en eindpunt van de route. Onder het toeziend oog van de heilige Werenfridus, missionaris en beschermheilige van de Betuwe, worden de pelgrims met woorden, een lied, een processie en een zegen op pad gestuurd. En bij terugkomst in de kapel kan de pelgrimage ook met een eenvoudige ceremonie worden afgesloten. Onze ervaring is dat door de mensen die deelnemen aan de minipelgrimages de vertrekceremonie ontzettend op prijs wordt gesteld. Het zet meteen de toon voor de komende dagen. We gaan niet gewoon een wandeling maken met elkaar, maar er wordt een diepere laag onder gelegd. Onder de begeleiding van de engelen die afgebeeld staan in de gebrandschilderde ramen van het priesterkoor van de kerk, mogen de pelgrims op pad gaan. Het zijn engelen die de menselijke emoties verbeelden. Maar het zijn ook engelen die een stukje van de hemel laten zien. Daar, tussen de menselijke emotie en de hemel, tussen doorgaan en aankomen, tussen stilte en drukte, in verbinding met de Ander en de ander, daar mag de pelgrim lopen tussen het oeroude rivierenlandschap tussen Waal en Rijn. En of je dat nu doet alleen lopend, als wildvreemde in een groep, of in een groep met bekenden: de Waalbrug wenkt de pelgrim naar huis.