De sterk opgekomen missie vanuit Latijns-Amerika heeft een eigen DNA en eigen mogelijkheden die in zending vanuit het Noorden ontbreken. Latino zendelingen komen uit culturen die goed aansluiten bij die van moslims of mensen in India. Deze geluiden klonken op het COMIBAM congres dat van 22 tot 25 april plaatsvond in Panama. COMIBAM (Cooperación Misionera Iberoamericana) is een zendingsplatform voor samenwerking vanuit Latijns-Amerika, Spanje en de Latino diaspora. Volgens onderzoek van COMIBAM groeide het aantal zendelingen uit de regio exponentieel, van 1.350 in 1987 tot ruim 34.000 vandaag de dag. Ruim 19.000 van hen dienen in Latijns-Amerika zelf.
Timothy Goropevsek interviewde voor Christian Daily International een aantal historische leiders van de beweging: Allan Matamoros, Bill Taylor en David Ruiz. Wat volgt is een selectie uit deze interviews over de strategische visie van deze drie leiders op de missie van de kerk van Latijns-Amerika.
Allan Matamoros: unieke bijdrage van Latino zending
Allan Matamoros, mededirecteur van COMIBAM en zendingsveteraan uit Costa Rica, zei: “Om te begrijpen hoe de Latijns-Amerikaanse kerk wereldwijd betrokken raakte bij de missie van God, moeten we eerst onze eigen evangelische reis begrijpen.” Begin 20e eeuw, tijdens de beroemde Edinburgh Missionary Conference van 1910, werd Latijns-Amerika door westerse organisaties bewust uitgesloten van zendingswerk, omdat het als “reeds gekerstend” werd beschouwd. Pas tijdens het Panama Congres van 1916 werden protestantse zendingsactiviteiten in de regio officieel gelanceerd. Een eeuw later is de situatie drastisch veranderd. Volgens de Latijns-Amerikaanse Evangelische Alliantie vormen evangelicals nu 27 procent van de bevolking van de regio – ongeveer 160 miljoen mensen. “Het evangelie wortelde onder de gemarginaliseerden”, zei Matamoros, “en transformeerde gezinnen, waarden en samenlevingen van onderop. Dat is de context waarin onze missiebeweging ontstond.”
Matamoros benadrukte dat de bijdrage van Latijns-Amerika aan wereldwijde zending verder gaat dan cijfers: “Elke cultuur brengt iets unieks met zich mee”, zei hij. “We hebben misschien niet zoveel geld, maar we brengen vertrouwen, vreugde en een manier van leven die goed aansluit bij veel van de culturen die we dienen.” Latijns-Amerikaanse zendingswerkers vinden in het bijzonder weerklank in moslim- en Indiase contexten, waar de waarden van de uitgebreide familie en relationele gemeenschap essentieel zijn. “We leiden een vergelijkbaar leven als de mensen die we bereiken. We komen niet uit een positie van macht of privileges – en dat maakt een verschil.”
Matamoros benadrukte ook het belang van het feit dat we uit politiek neutrale landen komen. “Niemand weet waar Costa Rica ligt”, grapte hij. “Maar dat werkt vaak in ons voordeel. We worden niet gezien als onderdeel van een wereldwijde agenda – maar als vrienden die goed nieuws brengen.”
Ondanks de groei van de beweging blijven er uitdagingen. Matamoros noemde er een aantal: ontoereikende support-systemen voor zendingswerkers, financiële duurzaamheid en de noodzaak om trainingen te ontwikkelen die voldoen aan interculturele en theologische vereisten.
Als reactie hierop zijn sommige Latijns-Amerikaanse bewegingen pioniers op het gebied van creatieve support-modellen. Tijdens de economische crisis in Argentinië lanceerde COMIBAM bijvoorbeeld het SOS Argentinië Fonds, dat wordt gevoed door giften van Latijns-Amerikaanse kerken in de VS – waarvan er veel bestaan uit ongedocumenteerde immigranten. “In plaats van zendelingen terug naar huis te sturen wanneer de steun opraakt, vragen we ons af: ‘Wat kunnen we samen doen om hen te steunen?'”, zei Matamoros. “Het is niet perfect, maar het is onze manier om trouw te blijven.”
Bill Taylor: de kracht van lokale kerken
Zendingsveteraan Dr. William (Bill) Taylor heeft de evolutie van de Latijns-Amerikaanse zendingsbeweging meegemaakt, van de eerste beginjaren tot de huidige derde generatie leiders. “Ik heb het voorrecht gehad om de wereldwijde familie van Christus in beweging – de zendingsbeweging – enorme veranderingen te zien doormaken”, zei hij.
Taylor schreef de vitaliteit van de Latijns-Amerikaanse zendingsbeweging toe aan het initiatief van lokale kerken, in plaats van traditionele zendingsorganisaties. “De eerste belangrijke periode in de geschiedenis, de afgelopen ruim 30 jaar, is gedreven door de Geest van God die in kerken werkt”, zei hij. In landen als Guatemala, Paraguay of Peru waren het vaak gelovigen van de basis – predikanten, lekenleiders en kleine gemeenten – die de last droegen om zendelingen uit te sturen. Taylor waarschuwde echter dat deze kracht ook een beperking kan zijn. “Er zijn geen mechanismen van missionaire infrastructuur waarmee de vrijwilligers en kerken verbinding kunnen maken”, zei hij. Het gebrek aan robuuste zendingsorganisaties, gecoördineerde trainingscentra en systemen voor pastorale zorg of zorg voor leden zorgt ervoor dat veel zendelingen slecht voorbereid zijn op de realiteit waarmee ze in interculturele contexten worden geconfronteerd. Brazilië is hierop een uitzondering. Het land beschikt over een sterk netwerk van organisaties, theologische programma’s, publicaties en getrainde mobilisatoren. Andere landen hebben moeite om dergelijke modellen te kopiëren.
David Ruiz: post-missionaire fase
David Ruiz, voormalig uitvoerend directeur van zowel COMIBAM als de World Evangelical Alliance Mission Commission, bevestigt de analyse van Taylor: Hij formuleerde drie pijlers die centraal zouden komen te staan in de identiteit van COMIBAM: de centrale rol van de lokale kerk in zending; de ondersteunende, maar niet dominante, rol van zendingsorganisaties; en de noodzaak van trainingscentra om kerken toe te rusten voor effectieve interculturele betrokkenheid. “Die drie componenten hebben de beweging in de regio volwassener gemaakt en draagvlak gegeven”, zei hij.
Toen Ruiz begon met het rekruteren, trainen en uitzenden van Latijns-Amerikanen naar andere werelddelen en dit werk wilde opschalen, stuitte hij op een cruciaal obstakel. “We realiseerden ons dat veel kerken niet klaar waren om uit te zenden,” zei hij. “Ze misten visie, structuur en theologie voor zending.” Die ontdekking bracht hem ertoe het Missional Church Network op te richten, een interkerkelijk platform dat kerken wil helpen hun rol in Gods wereldwijde missie te begrijpen. “We werken rechtstreeks samen met predikanten om hen te helpen de Bijbelse visie te zien en praktische stappen te zetten om zendingskerken te worden.”
Ruiz merkte op dat het huidige COMIBAM er heel anders uitziet dan het COMIBAM dat hij twintig jaar geleden mede vormgaf. “Er is nu veel meer diversiteit”, zei hij. “In onze tijd waren kerken, zendingsorganisaties en trainingscentra de belangrijkste spelers. Tegenwoordig zie je een breder scala aan initiatieven: Bijbelvertaling, bediening onder armen, inheemse volken, mensen met een beperking. Het is spannend om die uitbreiding te zien.”
Toch maakt Ruiz zich zorgen, vooral over de ogenschijnlijk stagnerende betrokkenheid van de lokale kerk. “Hoewel het aantal uitgezonden zendelingen toeneemt, zien we een stagnatie in het aantal kerken dat actief betrokken is bij zending”, zei hij. “En in sommige gevallen zenden kerken die ooit leiders waren in de beweging, niet meer uit. Het is alsof ze een post-missionaire fase zijn ingegaan.”
Ruiz noemde deze trend zeer verontrustend. “Tussen de eerste COMIBAM in 1987 en vandaag is de kerk in Latijns-Amerika enorm gegroeid”, zei hij. “Maar als die groei zich niet vertaalt in zendingswerk, hebben we iets essentieels gemist.”
Timothy Goropevsek is Executive Editor van Christian Daily International en Chief Communications Officer voor het World Evangelical Center.