Kerken en actief aandeelhouderschap

Bedrijven dwingen tot ethisch verantwoord werken

Er is een lange en rijke geschiedenis van christenen en kerken die zich door de eeuwen heen hebben ingezet voor, en zich ook actief uit hebben gesproken over, een manier van omgaan met geld die in overeenstemming is met ons geloof en die recht doet aan de schepping. Een korte reis door de geschiedenis maakt duidelijk dat zaken als ethisch beleggen en actief een stem laten horen binnen bedrijven, een lange traditie hebben binnen onze kerken. Uit die geschiedenis is ook iets te leren over hoe wij dit in het hedendaagse vorm kunnen geven.

Dit artikel is een bewerking van de toespraak die Kees Gootjes, directeur van De Nieuwe Beurskoers  op 14 maart van dit jaar hield op een bijeenkomst van de KNR (het samenwerkingsverband van RK kloosters in Nederland), het RK bisdom Rotterdam, de Protestantse Kerk Nederland en de Laudato Si’Alliantie Nederland. Bewerking door Tom Boesten.

Een business analyst uit de 19e eeuw

In de laatste jaren van de negentiende eeuw was Edmund Dene Morel, een 28 jaar oude Brit, in dienst van het scheepsvaartbedrijf Elder Dempster. Dit was een transportbedrijf dat onder andere regelmatig tussen de haven van Antwerpen en de Congo van de Belgische koning Leopold II voer. Je zou kunnen zeggen dat hij een soort ‘Business Analyst’ was – het was zijn taak om de vracht pakbonnen van de schepen na te lopen en te vergelijken met de daadwerkelijke vracht – dus hij was vaak in de haven van Antwerpen te vinden. In die haven deed hij eigenlijk twee opmerkelijke ontdekkingen: (1) het grootste gedeelte van de vracht die naar Congo ging, bestond structureel uit wapens – vooral geweren en kogels. (2) de vracht die in Antwerpen aankwam, was vooral rubber en ivoor, en de waarde daarvan was vijf keer zoveel als de waarde van alles wat naar Congo verscheept werd.

Zo deed hij een wereldschokkende ontdekking. De enige manier waarop deze handel financieel ‘kloppend’ zou kunnen zijn, was door de grootschalige inzet van honderdduizenden slaafgemaakten in Congo. Alleen zo kon deze langdurige economische transactie verklaard worden. Na deze ontdekking heeft hij zich de rest van zijn leven ingezet tegen Koning Leopold II en vóór de slaafgemaakten in Congo, en het is uiteindelijk ook gelukt om die handel stop te zetten.

Bedrijven gaan niet vanuit zichzelf ethisch verantwoord werken. Burgers zijn nodig om hen hiertoe te dwingen.

Dit verhaal is om twee redenen interessant. In de eerste plaats omdat de aandacht van christenen voor hoe er met mensen wordt omgegaan in het economische verkeer, niet nieuw is. In de tweede plaats omdat bedrijven ook altijd weerstand bieden aan dit streven. Ze gaan niet vanuit zichzelf ethisch verantwoord werken. Burgers zijn nodig om hen hiertoe te dwingen.

Kerken als actieve aandeelhouders

Edmund Morel is nooit zelf naar Congo gegaan. In plaats daarvan ontwikkelde hij een groot netwerk van ooggetuigen – waaronder christelijke zendelingen die vanuit Europa naar Congo waren afgereisd om te evangeliseren. Eenmaal daar schreven ze hartverscheurende verslagen, en stuurden ze ook foto’s van de afgrijselijke praktijken in Congo, bijvoorbeeld over handen die afgehakt werden als de quota niet gehaald werden. Morels actie tegen de slavernij in Congo wordt overigens gezien als de eerste keer dat fotografie een rol speelde in een publiekscampagne, maar niet de laatste.

Dat zendelingen onrecht in het najagen van winst aankaartten, was zeker niet beperkt tot Congo. Vijftig jaar eerder waren het Engelse zendelingen die de desastreuze gevolgen van de opiumhandel in China aankaarten. Zendelingen in Indonesië hebben destijds ook slavernij aangekaart.

Ik wil hiermee niet zeggen dat het christendom altijd aan de ‘goede’ kant heeft gestaan. Wij hebben helaas ook heel vaak aan de verkeerde kant gestaan. Vaak zelfs tegelijkertijd aan de goede en aan de kwade kant: terwijl William Wilberforce zich decennialang inzette om slavernij af te schaffen, waren er anderen die slavernij op theologische gronden verdedigden. Het boek ‘Schurken en Heiligen’ van John Dickson beschrijft die op indringende wijze.

Beleggingen speelden hierbij een sleutelrol. Enkele voorbeelden maken duidelijk hoe christenen en kerken om zijn gegaan met het geld dat hun toevertrouwd was, zowel op individueel niveau als op het niveau van de kerken als geheel. Als investeerder kun je beleggen in allemaal bedrijven, en juist christenen zijn door de eeuwen heen vaak heel erg bezig geweest met het betrekken van ethiek bij deze beslissingen.

Rond 1750 hield de Puriteinse dominee John Wesley een beroemde preek On the Use of Money. Daarin gaf hij aan dat je als goede Puritein in principe overal in kon beleggen – behalve de lederindustrie, want hoedenmakers werkten met kwik en arsenicum, met alle gevolgen van dien. The Mad Hatter van het boek Alice in Wonderland is een historisch figuur: als je jarenlang je blootstelde aan dit soort chemicaliën was het een beroepsrisico dat je gaandeweg gek werd.

Nog dichter bij huis, aan het begin van de 17e eeuw, ligt de oprichting van de VOC. De VOC wordt gezien als het allereerste beursgenoteerde bedrijf waarin je tussentijds (dus tussen vertrek en terugkomst van de schepen) kon handelen in aandelen. Een aantal grote investeerders, waaronder zelfs de allergrootste, waren allemaal lid van de Waterlander gemeente in Amsterdam – een Doopse kerk, volgers van Menno Simons.

Zij investeerden allemaal in de VOC, maar kwamen erachter dat de VOC naast handel in specerijen en niet te vergeten slavernij, ook aan actieve oorlogsvoering deed namens de Nederlandse staat. En laat die Dopers – later zouden het Mennonieten in de VS en Canada worden – nou juist pacifisten zijn. Verschillende van deze mannen gingen allereerst het gesprek aan met het bestuur van de VOC, de Heren Zeventien, om hun te overtuigen om met deze oorlogsvoering te stoppen. Nu zouden wij dat engagement noemen. Toen het niet lukte om hen te overtuigen, hebben verschillende Dopers, waaronder Peter Lijntgens, die 100.000 gulden in de VOC had gestopt, gedesinvesteerd. Dat zouden wij nu exclusion noemen. Dus al bij het allereerste aandeel had je actief aandeelhouderschap, en het waren christenen.

Al bij het allereerste aandeel had je actief aandeelhouderschap, en het waren christenen.

Zo zijn er tal van voorbeelden. Vooral de Quakers waren hier vaak bij betrokken. Zij besloten al rond 1775 In Philadelphia om niet meer in de slavenhandel te beleggen. De eerder genoemde Edmund Dene Morel werd financieel gesteund door William Cadbury, van Cadbury chocola. Er waren veel succesvolle zakenmannen onder de Quakers: Barclays Bank, Quakers ontbijtmuesli.

Er zijn ook hedendaagse voorbeelden. Na de kredietcrisis van 2008 gingen katholieke nonnen in Amerika het gesprek aan met de bank en vermogensbeheerder Goldman Sachs. De toenmalige CEO beweerde dat de bank ‘het werk van God deed’. Daar dachten de zusters het hare van, en dat spraken zij uit, tot op het bestuursniveau van de bank.

In Duitsland zijn katholieke beleggers in de afgelopen jaren het gesprek aangegaan met het land Brazilië om hen aan te sporen tot beter behoud van de Amazone. Dit doen zij niet alleen vanuit hun beleggingen in staatsobligaties, maar ook vanuit de maatschappelijke positie van de rooms-katholieke kerk in Brazilië. Dus worden bisschoppen ingezet om gesprekken te voeren met kamerleden daar, en wordt het perspectief van de inheemse bevolking overgebracht aan de politiek via de katholieke ontwikkelingsorganisatie Misereor.

De Nieuwe Beurskoers en het jubeljaar

Dus De Nieuwe Beurskoers, waar ik directeur (en enige werknemer) van mag zijn – staat in een lange traditie van wat wij nu ‘actief aandeelhouderschap’ noemen. En vanaf het begin was het een manier om de ethiek te betrekken bij de financiële wereld. Pas recent is het een manier geworden om betere risico-rendement beleggingsbeslissingen te nemen, wat nu ESG heet.

En dat is precies wat De Nieuwe Beurskoers, als vereniging van en voor kerken en kerkelijke beleggers, wil doen: morele overwegingen blijven betrekken bij de financiële markten. Heel specifiek hebben wij gekozen voor een positieve insteek. Wij willen Gods liefde zichtbaar maken in de economie, en daarom ook onrecht aankaarten. Dus De Nieuwe Beurskoers gaat dit jaar het gesprek aan met vijf bedrijven die beursgenoteerd zijn in Nederland, over hun afhankelijkheid van mensen in kwetsbare arbeidsposities. Denk aan een bedrijf als PostNL, dat duizenden arbeidsmigranten via uitzendbureaus inzet om flexibel te blijven en de kosten laag te houden. Veel arbeidsmigranten worden opgevangen door de Pauluskerk in Rotterdam, omdat het regelmatig voorkomt dat zij gelijk op straat gezet worden als hun contract beëindigd wordt.

Dit jaar viert de rooms-katholieke kerk het jubeljaar. Paus Franciscus heeft 2025 uitgeroepen als Jubeljaar, met als thema ‘Pelgrims van Hoop’. In zijn pauselijke bul roept hij op tot aandacht voor armen en economische migranten, en plaatst hij vraagtekens bij de jacht naar winst. Het concept van een Jubeljaar is ontleend aan het Oude Testament, waar God het volk Israël opdroeg om elkaars schulden kwijt te schelden, land terug te geven en mensen vrij te laten (Lev. 25).

Het is helemaal niet nieuw dat christenen en kerkelijke organisaties zich bemoeien met hoe er omgegaan wordt met mensen als het gaat om zaken doen. Wat ook al oud is, is de weerstand van bedrijven daartegen.

Dus De Nieuwe Beurskoers is van plan om, vanuit katholieke hoek, tien in Nederland beursgenoteerde bedrijven op te roepen om bij te dragen aan menselijke waardigheid en actie te ondernemen tegen moderne slavernij – te beginnen in het jubeljaar. Zo worden deze bedrijven onderzocht in hoeverre zij zich in kunnen zetten tegen moderne slavernij aan de hand van een methodologie ontwikkeld door een Engelse vermogensbeheerder opgezet door de Anglicaanse Kerk. Christenen en kerken lopen hier voorop in het vragen van aandacht voor ethiek in de financiële markten.

Kortom: het is helemaal niet nieuw dat christenen en kerkelijke organisaties zich bemoeien met hoe er omgegaan wordt met mensen als het gaat om zaken doen. Wat ook al oud is, is de weerstand van bedrijven daartegen.

‘Anti-wegkijk wet’ geslachtofferd

Dan komen we nu uit bij het tweede punt waarom het verhaal van Edmund Morel belangrijk is. Wat deze man deed, was een vorm van wat wij nu Human Rights and Environmental Due Diligence noemen. Dat is het onderzoeken en in kaart brengen van de impact die een bedrijf heeft op mens en milieu. Dat werd Morel destijds door zijn leidinggevenden niet in dank afgenomen; ze probeerden hem bijvoorbeeld weg te promoveren.

Dit begrip – due diligence als het gaat om mens en milieu – is ruim tien jaar geleden gecodificeerd in de Guiding Principles for Business & Human Rights van de Verenigde Naties. Dit begrip was vervolgens ook vorig jaar opgenomen in Europese wetgeving, namelijk de Corporate Sustainability Due Diligence Directive, een baanbrekende wet ingediend door een Nederlandse politica, Lara Wolters van de PvdA, die het de ‘anti-wegkijk wet’ noemde.

Na jaren van onderhandelingen, bijeenkomsten, voorstellen, kopjes koffie – politieke bloed, zweet en tranen – stond er een stukje wetgeving dat bedrijven een rol gaf bij het tegengaan van onrecht in hun eigen activiteiten en die van hun toeleveranciers; een concept dat eigenlijk al meer dan honderd jaar bestaat.

Maar die wet is nu binnen enkele weken vakkundig gesloopt. Geslachtofferd op het altaar van economische concurrentie aangevoerd volgens het evangelie van Draghi. Weggelobbyd in non-public bijeenkomsten waarin grote bedrijven en hun koepelorganisaties hun bezwaren vrijuit, maar zonder verantwoording, mochten ventileren. De mensen waar het over gaat, hadden geen plek aan tafel. Ngo’s die deze stem vertegenwoordigen werden vakkundig genegeerd. Meerdere beursgenoteerde bedrijven in binnen- en buitenland zoals ABN AMRO en Unilever hadden zich ook uitgesproken als voorstander voor sterke CSDDD wetgeving, maar helaas waren juist zij niet uitgenodigd voor die besloten bijeenkomst.

Ik moet denken aan Psalm 10, waarin de dichter zich beklaagt over hoe ‘goddelozen’ op ‘geheime verblijfplaatsen…loeren op weerloze mensen’. Want dit is hoe het door de eeuwen heen al zo vaak is gegaan – bedrijven lobbyen voor hun belangen boven die van de machtelozen. In de tweede helft van 18e eeuw zette een rechtsvoorganger van ABN AMRO – Hope & Co. – zich actief in om de afschaffing van slavernij tegen te houden en als financiële ramp te presenteren. Bedrijven als Shell bleven financieel lucratief zaken doen met het apartheidsregime in Zuid Afrika in de jaren tachtig van de vorige eeuw – met als vervolg dat de Nederlandse Raad van Kerken een boycot uitriep. Boskalis kwam vorig jaar in opstand tegen de CSDDD – ook al zeggen ze zelf mensenrechten en milieu hoog in het vaandel te houden.

De economie is geen natuurverschijnsel. We hebben haar met zijn allen tot leven geroepen. Wij kunnen de regels ervan bepalen en veranderen.

Wat Edmund Morel meer dan honderd jaar geleden deed: aandacht hebben voor mens en milieu, is nog steeds een belangrijk onderwerp. Bedrijven willen op dit vlak nergens toe verplicht worden. Zij komen ermee weg, omdat wij dat toelaten. De economie is geen natuurverschijnsel. We hebben haar met zijn allen tot leven geroepen. Wij kunnen de regels ervan bepalen en veranderen.

Oproep aan kerken

De kerk, in al haar verscheidenheid, heeft miljoenen leden in Nederland. De kerk heeft de kracht om in een wereld waarin morele kaders er steeds minder toe lijken te doen, te spreken vanuit een duidelijk menswaardig kader. Wij mogen opkomen voor Gods liefde, respect tonen voor Gods schepping en opstaan tegen onrecht.

Want vergis je niet. Christenen spelen hier ook niet altijd een goede rol. Afgelopen jaren hebben christelijke politici in Amerika zich ingezet om alle aandacht voor mensen en milieu bij bedrijven te verbannen – onder het mom van anti-woke te zijn. Het is zelfs zo dat christelijke politici andere christelijke beleggers voor het Huis van Afgevaardigden hebben gesleept over hun deelname aan een beleggersinitiatief rondom klimaatverandering. En die wind waait inmiddels ook onze kant op – denk aan de motie-Aartsen (VVD) van vorig jaar die pensioenfondsen wilde opleggen dat zij alleen vanuit financiële redenen beslissingen mogen nemen. Alle drie christelijke politieke partijen steunden deze motie – indruisend tegen honderden jaren geschiedenis.

Dus ik zou heel graag u allemaal op willen roepen om in actie te komen. U doet ertoe! U kunt zich aansluiten bij een beweging van christenen en kerken die juist in deze tijd – een tijd van veel onzekerheden, een tijd waarin wij niet meer kunnen rekenen op overheden die het goede met ons voor hebben – om een bijdrage te leveren. Nogmaals, wij doen niets nieuws – maar het is wel uiterst relevant en opportuun.

Mogelijke acties

Als u een bankrekening heeft, ga het gesprek aan met de bank over hoe zij omgaan met mens en milieu. Eén vraag maakt misschien geen verschil, maar heel veel vragen wel. En als u niet tevreden bent met het antwoord, kijk op de website van GroeneKerken hoe u zou kunnen overstappen naar een andere bank. Dat kan lastig zijn vanwege allerlei compliance-regels. Daarom moeten wij als kerken misschien aankloppen bij De Nederlandsche Bank, die door de jaren heen veel christenen in de top heeft gehad, of de Nederlandse Vereniging van Banken om het gemakkelijker te maken om over te stappen.

Als u kunt beleggen – ga het gesprek aan met uw vermogensbeheerder over hoe zij omgaan met mens en milieu. Gaan zij het gesprek aan met bedrijven? Voeren zij uw stemrecht uit? Vaak gebeurt dat niet, of nemen ze slaafs het advies van externe adviesbureaus aan.

Bent u niet tevreden met uw vermogensbeheerder – u kunt participeren in het Boaz Beleggingsfonds, opgericht zonder winstoogmerk door de Protestantse Kerk in Nederland. Dit fonds kiest haar beleggingen zorgvuldig en zet zich ook in als actief aandeelhouder. Het fonds refereert aan de bijbelse figuur Boaz, die in zijn tijd als een goed rentmeester omging met de aan hem toevertrouwde mensen en landerijen. Hij leefde het bekende gebod uit Leviticus na: “Ga bij het binnenhalen van de oogst niet tot aan de rand van de akker en raap niet wat blijft liggen bijeen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen.”

Op 13 juni organiseert DNBK samen met haar Engelse en Duitse zusterorganisaties een faith-based investor conferentie in Londen. Wij hopen daar samen te netwerken, inspiratie op te doen, maar ook om onze stemmen te verenigen en ons uit te spreken om Gods liefde zichtbaar te maken in de economie.

En, last but not least, overweeg u aan te sluiten bij De Nieuwe Beurskoers. Hoe meer kerken en kerkelijke instellingen zich aansluiten, hoe serieuzer bedrijven en vermogensbeheerders ons moeten nemen. De kracht van de kerk zit niet alleen in het belegde vermogen, maar vooral in het samen streven naar meer van Gods liefde in deze wereld – en dus ook in de economie – en in het opstaan tegen onrecht. U kunt zich meteen aansluiten, of u mag een soort ‘proeflidmaatschap’ aangaan waarin u op de hoogte gehouden wordt.

Gods liefde zichtbaar maken in de economie en het behoeden van de schepping heeft een lange traditie en kent ook al vanouds de nodige weerstand. Het is tijd om daar nu een nieuw hoofdstuk aan toe te voegen.