Zending in de wereld van Mammon

Zending heeft vaak de vorm van geld, althans: voor veel kerkmensen is het een kwestie van af en toe een zendingscollecte. En eerlijk is eerlijk, ook voor missionaire organisaties ziet ‘zending’ er vaak uit als een project waarin financiële steun wordt gegeven. Zending zonder geld is moeilijk voor te stellen. Maar geld is ook een macht die kwaad doet, volgens de Bijbel, en dat zien we ook om ons heen. Hoe doe je dan zending in de wereld van Mammon?

Dit artikel van Willem van der Deijl is een introductie op het TussenRuimte-thema van december 2025 en verscheen eerder in Confessioneel Credo.

Familierelaties

De missie van de kerk gaat over Gods vrede voor deze wereld. Zending had vanouds altijd te maken met verkondiging van die boodschap en met bekering. Maar ook met het besef dat Gods vrede voor de wereld te maken heeft met zorg voor minderbedeelden – denk aan gezondheidszorg en onderwijs. Later groeide het besef, dat zending als zorg voor de armen ook strijd tegen onrecht betekende. Vandaag groeit het inzicht dat we dan ook moeten nadenken over onze eigen rol in die onrechtvaardige structuren. En dan heeft zending dus niet alleen te maken met ons geld in de collecte, maar ook met onze eigen levensstijl. Zending is dus altijd meer dan een financieel project. Het gaat over familierelaties met onze broers en zussen in het Mondiale Zuiden. Vanzelf komt dan de vraag op hoe we eerlijk met elkaar omgaan als familieleden.

Laat het recht stromen

Binnen het netwerk van de Nederlandse Zendingsraad (NZR) hadden we onlangs een discussie over de macht van geld. Econoom Paul Schenderling hield een lezing onder de titel “Laat het recht stromen”. Hij liet zien dat in de tijd van het oude Israël naast de traditionele gemeenschapseconomie een schuldeconomie aan het ontstaan was waarin geld werd uitgevonden als middel om de vruchten van arbeid en grond af te persen van schuldslaven en landloze arbeiders. De vroege profeten waren uiterst kritisch op deze geldeconomie: land en arbeid zijn giften van God, die mag je niet onteigenen. De Bijbel verzet zich tegen dat imperialisme, die het tegendeel is van de gezindheid van Christus.

Hetzelfde contrast tussen schuld- en gemeenschapseconomie speelt ook vandaag in de wereldeconomie, stelde Schenderling. Ook nu nog komt geld voort uit schuld, en schuld betekent de macht om af te persen. Daarom worden de rijken steeds rijker. Dat geldt ook mondiaal: de jaarlijkse geldstroom van het Globale Zuiden naar het Noorden is drie keer zo groot is als andersom. Daar kan geen ontwikkelingshulp of zendingscollecte tegenop. Schenderlings boodschap was dat de mechanismen hetzelfde zijn als in Bijbelse tijd, dus dat we ons het Bijbelse oordeel hierover ook moeten aantrekken.

God of Mammon

In de NZR-discussie over geld lazen we ook een nieuw boek van de Engelse missioloog David Smith: God or Mammon: The Critical Issue Confronting World Christianity. Smith laat net als Schenderling zien dat dit vraagstuk al zo oud is als de Bijbel. Jezus stelt het op scherp als de keuze tussen God en Mammon, waarbij Mammon niet alleen ‘geld’ betekent, maar het afgodische systeem van uitbuiting waarin mensen gevangen zitten. Oppervlakkige lezing van het Evangelie maakt al duidelijk hoeveel Jezus spreekt over het gevaar van rijkdom, goed nieuws voor de armen en de roeping Hem te volgen en bezit op te geven. Een nieuwe manier van samenleven is mogelijk geworden omdat het herstel van alle dingen is begonnen. Toch is dit onderwijs over navolging in de geschiedenis van de kerk vaak weggezet als een onmogelijk ideaal. Wanneer Smith de kerkgeschiedenis overziet, merkt hij wrang op dat christenen al heel lang bezig zijn om aan te tonen dat Jezus ongelijk had: het is wél mogelijk God én Mammon te dienen!

Luisteren naar familie

Smith laat zien dat deze spanning in de hele Bijbel- én kerkgeschiedenis speelde, maar ook dat er in elke tijdsperiode tegenstemmen klonken die de radicale weg van rechtvaardigheid zochten. Als we die stemmen vandaag willen horen moeten we luisteren naar christenen uit het Zuiden. In onze NZR-discussie klonken stemmen uit Ghana, de Filippijnen en Bangladesh. Ze spraken uit dat ook kerken en christelijke organisaties gevangen kunnen zitten in dezelfde machtsstructuren die ze juist proberen te veranderen. Wat nodig is, is dat we wegkomen van eenzijdige liefdadigheid en komen tot wederzijdse transformatie, door nederig naar elkaar te luisteren. Juist als wereldwijde kerk hebben we de unieke mogelijkheid om zo’n nieuwe vorm van economie vorm te geven, zei Juliate Malakar uit Bangladesh.

Toch bekering

Jan Wolsheimer geeft leiding aan een zendingsorganisatie en vertelde in deze discussie dat elke gift die we geven geen daad is van goedheid maar van overgave. Immers: “De aarde is van de Heer en alles wat daarop leeft” (Ps. 24), dus niets is werkelijk van ons. Niet onze kerk, niet ons geld, niet onze projecten. Alles wat we geven, komt uit Zijn hand, zoals David zegt (1 Kron. 29).

Maar de vraag is: kunnen we wel veranderen? Wolsheimer schrijft dat hij in zijn leven veel mooie woorden heeft gehoord, maar weinig structurele verandering heeft gezien. De zonde zit diep in de menselijke natuur. Hij schrijft: “Toch geloof ik dat er hoop is, als de kerk het lef heeft om anders te leven, om in haar omgang met geld en macht iets te laten zien van het Koninkrijk van God.” Zijn wij bereid tot bekering als levenshouding, is volgens hem de uiteindelijke vraag: “We moeten leren geloven dat Gods Koninkrijk niet gebouwd wordt op macht, geld of kennis, maar op gemeenschap, gerechtigheid en genade. En dat die pas zichtbaar worden als we bereid zijn onze positie los te laten.” Zo komen we terug waar we begonnen: Zending heeft nog altijd te maken met verkondiging van Gods vrede en met bekering – ook onze eigen!

Willem van der Deijl is programma-coördinator van de Nederlandse Zendingsraad