Kritische reflecties op Lausanne 4 door Jay Matenga

Tussen de vele stemmen die klinken in de verwerking van het Lausanne-4 congres heeft Jay Matenga een uitvoerig positief-kritisch commentaar laten klinken vanuit een perspectief van inheemse theologie. Matenga is een Māori missioloog  en directeur van de ‘Global Witness department’ van de World Evangelical Alliance.

Na afloop van het congres vroeg iemand aan Matenga: “Wat is nu de visie voor de toekomst? Alleen maar samenwerken om problemen op te lossen?” Voor Matenga is dat inderdaad een samenvatting van het hoofaccent van het congres: er lag veel nadruk op het promoten van een ecosysteem van samenwerking wat gecontroleerd en gefaciliteerd wordt door het Lausanne Comité: “Het Lausanne Centraal Comité had duidelijk minder aandacht voor transformatieve impact of innovatief theologisch engagement over zending dan voor de klassieke Amerikaanse pragmatische voorliefde om dingen voor elkaar te krijgen,” schrijft hij. Matenga spreekt over de ‘geïndustrialiseerde waarden van waar uit Lausanne benadering werkt’ en over ‘een globaliserend DNA, waarbij de diversiteit aan perspectieven wordt afgevlakt tot een eendimensionaal kader’. Onmiskenbaar was ‘samenwerking’ een hoofdaccent van dit congres, maar volgens Matenga kreeg dat sterk het karakter van ‘centrale controle’. De Lausanne organisatie gaf er blijk van groot vertrouwen te hebben in een digitaal ‘collaborative action system’, maar gaf daarmee de indruk dat dit systeem effectiever in staat zal zijn om Gods zending te coördineren dan de Heilige Geest, aldus Matenga. De nadruk op eenheid zoals te horen was op het congres gaf de indruk dat die te vinden is in een digitaal ecosysteem voor samenwerking, maar Matenga roept in herinnering dat eenheid alleen te vinden is in onze positie in Christus door geloof, een eenheid die bestaat in de diversiteit van perspectieven in de wereldwijde kerk. Een versmalling van perspectieven tot een uniform industrieel perspectief brengt schade aan de zending: “Is het mogelijk dat de hermeneutiek waarmee we de Schrift hebben gelezen, het paradigma waarin we opereren, datgene is wat de wereldwijde vooruitgang van het evangelie belemmert? Het is blijkbaar te taboe om dergelijke vragen te stellen binnen het domein van Lausanne.”