Op de dagconferentie op 8 mei over de vraag “wat zijn de vruchten van het Lauasanne-congres in Seoul” presenteerde Willem van der Deijl de volgende aanzet tot een antwoord.
Wie bepaalt wat de oogst is van L4? Daar hebben we elkaar voor nodig. Er is wereldwijd al veel gereflecteerd, maar ook door de deelnemers vanuit Nederland (virtueel en in Seoul). Uit die gesprekken is het bovenstaande plaatje van de ‘boom’ voortgekomen, waarmee zeker niet alles is gezegd, maar wat wel kan helpen om een paar vruchten te benoemen.
A. ‘to Declare and Display Christ’.
Het doel, in de woorden van Lausanne 4, is Christus, en om Hem te verkondigen en te laten zien. Opvallend is, dat het al 50 jaar bij het karakter van Lausanne hoort om met twee woorden te spreken: evangelisatie én sociale verantwoordelijkheid. De verhouding daartussen is een voortgaande discussie, maar misschien is juist dat de “vruchtbare dynamiek” die eigen is aan de Lausanne-beweging. Jim Memory noemt dit in Vista het noodzakelijke touwtrekgevecht: zoals zo veel paradoxen in de Bijbel moeten deze schijnbare tegenstrijdige waarheden onder spanning worden gehouden. Het ontkennen van één van beide betekent dat iedereen op de grond valt, zoals wanneer één kant wint bij touwtrekken.
Jim Memory voegt daaraan toe: “Mission is contextual. In any given moment, different regions of the world, and even different countries in a given region, may need the Church to pull more strongly in one direction or another on this matter. In many European countries today, there is a need for a bolder proclamation of the Gospel. Many Christians are timid in their evangelism and many churches focus their mission budgets on social justice projects rather than evangelism and church planting. Yet in other countries the Church may need to be bolder in denouncing injustices towards the poor, women, refugees, asylum seekers, and the disabled.”
Hoe is dat voor ons…? Vragen voor ons in Nederland:
* Moeten wij meer leren om het evangelie missionair uit te leven? Of moeten we juist leren om Christus ter sprake te (durven) brengen?
* Is het voor ons tijd voor (vrij)moedig het evangelie uitspreken en belichamen. voor strategie en profetisch spreken, of is het nu tijd om te rouwen en te “wachten op God”?
* Wat bedoelen met Displaying Christ: is dat met vertoon van goddelijke kracht, tekenen en wonderen? Of met een levensstijl van nederige eenvoud (“humility, integrity, simplicity”)?
B. ‘…Together’
De ervaring van Lausanne is dat we echt deel zijn van de wereldkerk. Bijzonder om te constateren dat op dit congres 35% van de deelnemers uit Azië kwam, 25% uit N-Amerika, en 13% uit Europa. Polycentrische zending was niet expliciet een groot thema, maar (zoals Allen Yeh opmerkte): het jarenlange luisterproces wat voorafging aan deze conferentie liet erkenning zien van de polycentrische realiteit van zending.
Vragen voor ons in Nederland:
* Wat betekent dit ‘together’ voor ons: Hoe verhouden wij ons tot groeiende migratie in ons land, tot de wereldkerk in onze eigen woonplaats, tot diaspora-zending?
* Hoe leren we open te staan voor gelijkwaardigheid en echte samenwerking met christenen wereldwijd? Hoe komen we voorbij mooie woorden en idealen, en laten we ons geloof werkelijk uitdagen door Lausanne en door de wereldwijde kerk? Of laten we ons hinderen door ons postmoderne relativisme?
C. ‘Repentance and Prayer’
Nederigheid is kenmerkend voor de ‘spirit of Lausanne’. De toonaangevende reden op de conferentie om ons voor God te verootmoedigen was het gegeven dat het aandeel van de wereldbevolking dat het evangelie nog niet heeft gehoord al decennia lang niet kleiner wordt. Die geest van nederigheid werd indrukwekkend getoond door de verootmoediging door de kerkleiders uit Korea.
Vragen voor ons in Nederland:
* Ook bij ons roept dit het besef wakker: wij zijn als kerk tekortgeschoten. Maar betekent dit: we moeten onze taak versnellen (“accellerate”)? Of: de kerk moet zich bekeren en schuld belijden?
* Er werd geconstateerd dat er een vermoeidheid is in de kerk in Nederland. Een besef dat we de bodem hebben bereikt. Kunnen we toegeven dat het ons niet lukt om zelf de kerk te organiseren? Hoe diep is ons besef hoezeer we God nodig hebben? Als we inderdaad vermoeid zijn, maakt dat ons nederig en ontvankelijk, of maakt het ons cynisch en moedeloos?
D. ‘I need you’
De noodzaak van ‘collaboration’ werd sterk benadrukt in Seoul. De urgentie van de zendingsopdracht maakt nederig en gedreven en maakt samenwerking urgent. In de woorden van Paulus: het ene deel van het lichaam kan niet tegen het andere deel zeggen: ‘ik heb je niet nodig’. Dat geldt ook voor de kerk en haar missie. Die is vandaag niet meer ‘from the West to the rest’, maar van overal naar overal. Er komen wereldwijd meer zendelingen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika dan uit het westen.
Concreet betekende die samenwerking in Seoul, dat de deelnemers vele uren in kleine groepen met elkaar spraken over wat ons als kerk te doen staat tussen nu en 2050. Samenwerking in de praktijk, samen rond de tafel als christenen van verschillende werelddelen en achtergronden. Samen in gesprek ook over ongemakkelijke thema’s. En ook na afloop: blijven samenwerken in Collaborative Action Teams.
Vragen voor ons in Nederland:
* Hoe dringt het tot ons als Nederlandse christenen door dat zending niet meer ‘from the West to the rest’ is? Zijn we bereid om als Nederlandse christenen ook te leren en te ontvangen? Willen we echt internationaal samenwerken of weten en kunnen wij het eigenlijk toch wel beter? En willen we ook delen van wat we zelf ontvangen hebben, ons eigen geestelijke erfgoed?
* Hoe raken we met elkaar in gesprek over ongemakkelijke thema’s of verschillende standpunten (zoals in Handelingen 15), zowel binnen ons land als internationaal?
* Over ongemakkelijke thema’s: In de Seoul Statement was veel aandacht voor ethische vragen, zoals rond seksualiteit. Is dat hoe we onze identiteit en eenheid definiëren, met grenzen als identity markers? Of is onze eenheid een eenheid van hart, geworteld in Christus en zijn liefde?
E. ‘Discipleship’
Op verschillende manieren kwam het thema discipelschap terug op de conferentie. Dat begon met het uitnodigingsbeleid (veel deelnemers uit gewone beroepen), waaruit het besef sprak dat de wereldwijde kerk niet alleen bestaat uit predikanten en theologen: het gaat om elke gelovige als deel van Gods missie. Altijd al had Lausanne als één van de kerndoelen: ‘Kingdom impact in every sphere of society’. Er werd meermalen verwezen naar het belang van de 99% gewone gemeenteleden tegenover de 1% professionals. Er werd meermalen gesproken over het 9-5 window (de werkplaats als heilige grond, een variatie op het 10-40 window als geografische aanduiding voor het terrein van missie).
In de Seoul Statement wordt geconstateerd dat de kerk in haar evangelisatie vaak veel meer is bezig geweest met bekering dan met discipelschap. Dat wil Lausanne nu corrigeren:
The Lausanne Movement’s three priorities for the next 50 years are disciple-making, disciple-maturing, and digital discipleship, recognising the need to prioritise discipleship to advance global mission.
Evert Van de Poll doet in Vista nr. 46 een interessante constatering: het oude debat over de voorrang voor evangelisatie of sociale verantwoordelijkheid wordt in de Seoul Statement overstegen door een nieuwe synthese, namelijk door missie te definiëren in termen van evangelisatie en (holistisch) discipelschap. Hij citeert daarbij de Seoul Statement:
“The church is called to declare and display Christ together. The Great Commission summons all believers everywhere to participate in our Lord’s will to make disciples of all peoples, by baptising those who believe in the Gospel message and teaching them true obedience to Jesus Christ. In the power of his Word and Spirit, God sends us out into the world as a holy people to bear witness to the Gospel before a watching world. We do this through our Christ-filled presence, our Christ-centred proclamation, and our Christlike practice.” (II, 43)
Dit 3P-model laat zien hoe evangelisatie en discipelschap samenwerken om het evangelie te communiceren, stelt Van de Poll.
Vragen voor ons in Nederland:
* Is discipelschap een zwakke plek in de Nederlandse kerk? Wat betekent dat voor ons?
* Herkennen we in Nederland ook een 9-5-window: Christus laten zien in je gewone leven?
* Herkennen we het probleem van de 1 en de 99%? Wat is de consequentie?
* In een globaliserende wereld is het oude model van de zendeling niet meer bij de tijd. (Hoe) kunnen we zending (dichtbij en ver weg) de-professionaliseren?
F. ‘Gen. Z‘
Er was in Seoul veel nadruk op de mogelijkheden en de noodzaak om ruimte te maken voor een nieuwe generatie, die in andere realiteit leven.
G. ‘Digital age’
Die nieuwe generatie en de digitale wereld die zich ontwikkelt vraagt om nieuwe wegen voor het evangelie in deze wereld. Wat betekent dat voor identiteit, kerk, community, zending? AI biedt geweldige mogelijkheden, die we niet moeten missen – of zijn we dan te triomfalistisch en verwachten we het van de macht van techniek in plaats van de kracht van de Heilige Geest?