Boekverslag: God or Mammon – David W Smith 

The Critical Issue Confronting World Christianity

“De opkomst van het neoliberalisme en de globalisering heeft het kapitalistische wereldbeeld zodanig verhard dat het voor het christendom in het Westen een afgodisch karakter heeft gekregen. Op dit cruciale moment confronteert David Smith dit probleem profetisch en nodigt hij christenen uit om hun loyaliteiten te heroverwegen.” Met deze woorden introduceert uitgeverij Langham dit boek dat geschreven is door David W. Smith – pastor, zendeling in Nigeria, missioloog in het VK en auteur. Het is een ambitieus boek, een amalgaam van bijbels-theologische, cultuurhistorische, filosofische, en sociaaleconomische inzichten. Het is ook een boek met een uitzonderlijk brede historische scope; door Oude én Nieuwe Testament én door tweeduizend jaar kerkgeschiedenis wordt het thema van de geestelijke macht van geldstructuren historisch geanalyseerd tot in de huidige context van hyperkapitalisme en van wereldchristendom.

Bijbelse wortels

Het boek van David Smith valt uiteen in twee delen: biblical roots (geldmacht in OT en NT, steeds gelezen tegen de sociaaleconomische context) en historical struggles (de worsteling die het christendom twintig eeuwen lang heeft gekend tussen radicale navolging en aanpassing aan de dominante structuren van geld en macht).

De Bijbels-theologische analyse begint waar het verhaal van Israël begint, met het verbond van de Thora als een revolutie van gerechtigheid. De God die de slaven uit Egypte had bevrijd is een bondgenoot van onderdrukte gemarginaliseerden tegenover het monopolie van de stadstaat. Vanaf het begin staat het verbondsvolk voor de keuze om trouw te blijven aan het religieuze en sociale experiment van gerechtigheid onder de wet van Jahweh, of om terug te vallen in de imperiale afgodische machtsstructuren die te vinden zijn bij de omringende wereldmachten.

Israëls overgang van een tribale samenleving naar een monarchie was de overgang naar een samenleving waarin bezit werd opgehoopt en waarin klassenverschillen ontstonden tussen rijk en arm, tussen een stedelijke elite en een gemarginaliseerd ruraal gebied. Smith trekt de vergelijking met de situatie vandaag van traditionele tribale samenlevingen die onder de invloed van kapitalisme komen. Centralisatie van macht en rijkdom en de opkomst van slavernij, belastingen en militarisme zijn de achtergrond van het optreden van de vroege profeten die sociopolitieke kritiek uiten en waarschuwen voor perversie van de godsdienst. De aanbidding van Jahwe betekende toewijding aan een sociaal en economisch samenleven in een verbondsgemeenschap die in contrast stond met de hiërarchische structuur van de imperia. Israël had voortdurend de verleiding zich te conformeren aan die destructieve machten, maar de herinnering aan de exodus en aan de stammensamenleving bleef levend en bracht de profetische visie voort van een messiaanse tijd van vrijheid, recht en vrede alle volken.

Mammon betekent volgens Smith niet alleen ‘geld’, maar is veel omvattender: een afgodisch systeem dat de samenleving gaat overheersen en dat de waarden en verlangens van mensen herschept.

Mammon

Hoewel de term Mammon maar een paar keer voorkomt in het Evangelie, zijn geld en bezit en de leefwijze die ermee wordt uitgedrukt nadrukkelijk aanwezig in Jezus’ onderwijs. Als we het Evangelie lezen zonder oog voor de sociale context van Romeinse terreur, opstanden, wreedheid en lijden, dreigen misverstanden. Mammon betekent volgens Smith niet alleen ‘geld’, maar is veel omvattender: een afgodisch systeem dat de samenleving gaat overheersen en dat de waarden en verlangens van mensen herschept. We moeten denken aan een ideologie die de imperialistische wereld van de eerste eeuw beheerste. Oppervlakkige lezing van het Evangelie maakt al duidelijk hoeveel Jezus spreekt over het gevaar van rijkdom, zegen voor de armen en de roeping zijn voorbeeld te volgen door huis en eigendom op te geven. Zijn onderwijs spreekt over een totaal nieuwe manier van samenleven die mogelijk is geworden omdat het herstel van alle dingen is begonnen. Toch is dit onderwijs over navolging in de geschiedenis van de kerk gewoonlijk weggezet als een verheven ideaal maar tegelijk als een onmogelijkheid in de ‘echte wereld’.

Smith ziet sterke parallellen tussen die wereld van het Romeinse keizerrijk en de onze. Het leven en de boodschap van Christus zijn veel relevanter voor de realiteit waarin wij leven dan algemeen wordt herkend. Het Evangelie waarschuwt Jezus’ volgelingen voor een syncretisme tussen God en Mammon, tussen Christus en Caesar, tussen de vrede van Christus die zichzelf opofferde aan het kruis en de Pax Romana. Zo moeten wij vandaag in onze hyperkapitalistische neoliberale wereld, waarin het nastreven van eigenbelang als de hoogste culturele deugd geldt, diezelfde waarschuwing ter harte nemen, schrijft Smith. Hebben christelijk geloof en praxis zich niet overgeleverd aan het streven naar individuele materiële welvaart?

De eerste kerk

Het leven van de eerste gemeente in Jeruzalem wordt in Handelingen beschreven als een concreet voorbeeld van gehoorzaamheid aan Jezus’ radicale onderwijs en als een direct gevolg van de komst van de Heilige Geest. De beweging groeit omdat mensen herkennen dat deze samenleving lijkt op de belofte van een messiaanse gemeenschap waarin de macht van Mammon verbroken is en waarin de mozaïsche droom van een samenleving van liefde en recht realiteit wordt. In de eerste gemeenten wordt een “Ephesian moment” zichtbaar: tegenover de uniformerende macht van het Romeinse rijk is in de gemeente ruimte voor eenheid binnen het éne lichaam van heidense en joodse identiteiten. Paulus’ collecte voor Jeruzalem is een veelbetekenende uiting van zorg voor de armen binnen die ene gemeente van Christus, zodat iedereen genoeg heeft.

Opmerkelijk is, dat binnen tien jaar na Jezus’ opstanding de dominante omgeving van zijn beweging niet meer de dorpscultuur van Galilea is, maar de Grieks-Romeinse stad. Gaandeweg het verhaal van Handelingen wordt steeds meer duidelijk dat de weg van Jezus felle tegenreacties oproept van de Grieks-Romeinse structuur van macht en cultuur van eer. Ook wordt in de nieuwtestamentische literatuur (Jacobus, Openbaring) duidelijk dat de druk binnen de Jezusbeweging steeds sterker wordt gevoeld om de radicale aard van het Evangelie te compromitteren en zich aan te passen aan de dominante krachten van het Grieks-Romeinse cultuur.  

Historische worstelingen

De Vroege Kerk is kritisch op basale juridische Romeinse concept van privé-eigendom. Clemens van Alexandrië is representatief met zijn uitspraak dat het niet menselijk is om bezit te beschouwen als iets waarmee je kunt doen wat je wilt, alleen maar omdat het van jou is. Wanneer het christelijk geloof sociaal acceptabel wordt, wordt orthodoxie belangrijker dan discipelschap. De nadruk van Augustinus op de oneindige strijd tegen de zonde in het christelijke leven en zijn afwijzing van de radicale discipelschap van Donatisten en Pelagianen wordt wel beschouwd als een keuze voor middelmatigheid. Als de kerk zich steeds meer conformeert aan het wereldlijke komt binnen die Katholieke Kerk de monastieke tegenbeweging op die afziet van de materialistische cultuur, en zo de “redding van de kerk” wordt.  

Als de kerk zich steeds meer conformeert aan het wereldlijke komt binnen die Katholieke Kerk de monastieke tegenbeweging op die afziet van de materialistische cultuur, en zo de “redding van de kerk” wordt.  

Smith beschrijft vervolgens hoe in de overgang van een feodale naar een vroegkapitalistische maatschappij in de late Middeleeuwen ook allerlei bewegingen ontstaan van lekenchristenen die verlangen naar een alternatief model van gemeenschap zoals in de eerste gemeente. Dit evangelisch ontwaken van de twaalfde eeuw ontstaat tegenover een groeiende stedelijke winsteconomie en een groeiende corruptie in de kerk. Er groeit een eschatologische hoop op een tijdperk van geestelijke vernieuwing. In het daaropvolgende tijdperk van Hervorming blijkt de Katholieke Kerk tekort te schieten in haar respons op de economische revolutie die samengaat met het vroege kolonialisme. De protestantse Hervorming daagt dit compromis met de commerciële cultuur uit, door centraal te stellen dat geloof een bron dient te zijn van dienst aan de ander. Tegelijk accepteert Calvijn echter de onvermijdelijkheid van kapitaal, van banken en van rente. Zoals de tegenbewegingen niet in staat waren geweest de kerk van Rome terug te brengen tot een integer discipelschap, zo zal ook de oorspronkelijke visie van de Reformatie niet bestand blijken tegen de overmacht van de kapitalistische ideologie.

Kolonialisme en zending

In de volgende periode, die van het expanderende Europa, breidt met de Europese bevolking ook het kapitalisme zich uit tot het dominante wereldsysteem, en dit gaat samen met de wereldwijde missionaire verspreiding van het christendom. De keuze tussen God en Mammon wordt hier uiterst scherp, omdat de commerciële revolutie samengaat met de grootste genocide uit de geschiedenis en met slavenhandel. De Puriteinen kiezen het standpunt dat de nieuwe wereld van handel niet moet worden verworpen, omdat een christen daarin met goed geweten kan handelen, mits hij dat doet tot eer van God.

In het marktkapitalisme van de Industriële Revolutie wordt het individuele streven naar rijkdom gezien als een positieve deugd. Deze ondermijning van traditionele sociale waarden wordt nu bovendien geëxporteerd naar de rest van de wereld. In de loop van de 19e eeuw omarmen veel Europese christenen het imperialisme als component van de zending. Maar ook nu treffen we christelijke bewegingen aan die zich verzetten tegen de ideologie van de vrije markt, zoals de beweging van het social gospel. Waar kritische stemmen binnen het Europese christendom herkennen dat de kerken falen om het radicale onderwijs van Jezus gestalte te geven, zijn de volken die kennismaken met het christendom eens te meer in staat om te zien dat de materiële cultuur van de witte mensen niet aansluit op hun evangelieboodschap.

God én Mammon

Kenmerkend voor de naoorlogse periode is dat de vrije markt bepalend wordt als de sociopolitieke orthodoxie voor de westerse wereld, en dat daarmee westerse ideeën over moderniteit gepresenteerd worden als de enige weg vooruit voor de landen in het Mondiale Zuiden, ook al contrasteren die scherp met hun traditionele culturele waarden en roepen ze daardoor verzet op. Het neoliberalisme verheft de markt tot een positie van absolute ontologische soevereiniteit. De deugden van tevredenheid en mededeelzaamheid die eigen waren aan traditionele culturen en gevormd waren door de praktijk van christelijk discipelschap worden nu obstakels voor het succes van de markt. De levensstijl van consumptie schijnt moeiteloos te zijn samengesmolten met veel van het eigentijdse christendom. Christenen zijn al heel lang bezig om aan te tonen dat Jezus ongelijk had: het is wél mogelijk God en Mammon allebei te dienen!

Christenen zijn al heel lang bezig om aan te tonen dat Jezus ongelijk had: het is wél mogelijk God en Mammon allebei te dienen!

Wanneer Smith in zijn laatste hoofdstuk uitzoomt naar het wereldchristendom en de realiteit van de kerken in het Mondiale Zuiden, constateert hij dat we vandaag ondanks profetische impulsen vanuit het Tweede Vaticaans Concilie, de Lausanne Beweging en de bevrijdingstheologie, in het westerse christendom maar heel weinig fundamentele innovatie aantreffen zoals het eerdere monasticisme of de vroege zendingsbeweging. Hij citeert Andrew Walls, dat in een tijd waarin de westerse cultuur in de greep is van een afzichtelijke afgoderij, de kerk geen duidelijke oproep tot bekering van de cultus van Mammon heeft gedaan. De bekering die Smith voor ogen heeft is niet een simpele terugkeer naar Handelingen 2 en 4, maar de toepassing van de bevrijdende principes die vormgaven aan die eerste apostolische gemeenschap op nieuwe en visionaire manieren voor de geürbaniseerde en hoogtechnologische wereld van de 21e eeuw. Dit vraagt om een transformatie die sterk gevormd moet worden door de arme leerlingen van Jezus in het Mondiale Zuiden als het heartland van deze bevrijdende godsdienst.

Helikopterview

De verdienste van Smith is ten eerste zijn Mammon-lens, waardoor hij voor elk van de tijdsperiodes die hij beschrijft een gedegen en inzichtelijke analyse geeft van de spanning die bestaat tussen de transformerende dienst aan God en de conformerende macht van de imperiale geldstructuren. Het unieke overzicht van verschillende fasen in de Bijbel- én kerkgeschiedenis helpt vervolgens om met een helikopterview te overzien dat deze spanning een constante factor is geweest voor het volk van God, maar ook dat er in elke tijdsperiode tegenstemmen klonken en tegenbewegingen opkwamen die de radicale profetie van rechtvaardigheid en gemeenschap hooghielden. Deze helikopterview helpt om onze eigen tijd scherper te kunnen zien, waarin de ontwikkelingen wereldwijd zijn geworden, continu versnellen en wanhopig makend destructief zijn. De vraag is of het boek van Smith voldoende aanreikt om ons te helpen hoe we in deze situatie concreet de macht van Mammon kunnen breken.