Dit artikel van Willem van der Deijl verscheen deze maand in Encounter, het magazine van Interserve.
Het is alweer lang geleden dat ik samen met mijn vrouw in Libanon werkte op een christelijke school. Het opmerkelijke was dat meer dan de helft van de leerlingen uit moslimgezinnen kwam. Libanon is sterk verzuild: religie heeft alles te maken met politieke macht en met groepsidentiteit. De protestanten waren echter zo onbetekenend klein en politiek machteloos, dat het voor ouders kennelijk niet als bedreigend voelde om hun kinderen naar een protestantse school te sturen. Zwakte als kans! Leert die ervaring ons iets over belangrijks over zending, macht en zwakte?
Het is twintig jaar geleden dat we terugkeerden uit Libanon. Veertig jaar daarvoor diende mijn vader als zendingspredikant in Suriname, en weer veertig daarvoor werkte mijn grootvader voor de zending in het onderwijs op Sumatra. Wat is de wereld veranderd in die periode van een eeuw! De ontkoppeling van zending en koloniale macht werpt ons terug op de diepe vragen naar de relatie tussen zending, macht(eloosheid) en kruisdragen. Ik ervaar steeds meer dat die vragen gaan over het hart van het evangelie. De zending kwam destijds vanuit het machtige Westen, maar tegelijk is het zo dat juist veel zendelingen lieten zien wat het betekent om als een graankorrel je leven te geven om zo vrucht te kunnen dragen. Tallozen gaven hun leven op het zendingsveld. Ook mijn grootvader in Indië kwam nooit terug uit het jappenkamp.
Onbeschermd evangelie
Het is tien jaar geleden dat ik mijn studie theologie afrondde, toegespitst op missionair kerk-zijn. Ik had een een sterke drive om me hierin te verdiepen, omdat ik zag dat we als kerk in Europa in een fundamenteel nieuwe situatie zijn gekomen. Voor het eerste sinds het christendom machtig werd in het Romeinse rijk, zijn we als kerk hier in de positie gekomen van een machteloze minderheid. De positie die veel christenen in andere werelddelen ook hebben. In zo’n veranderde context ga je als vanzelf de Bijbel op een andere manier lezen. Ook tien jaar geleden was ik op een Europese christelijke studentenconferentie van IFES. Ik hoorde de verhalen van kleine kwetsbare groepjes christenstudenten in een overweldigende seculiere cultuur. Ik herinner me het verhaal over de honderd christenstudenten in Parijs tussen een miljoen medestudenten. En ik besefte: de kerk in Europa leeft nu net als de kerk in veel ‘zendingslanden’ in de situatie van het boek Handelingen. We hebben niet meer de steun van een christelijke cultuur en politiek, maar we leven in de marge van de samenleving. Gods koninkrijk is weer als een klein mosterdzaadje.
Ruimte om te luisteren
Een eeuw geleden voorzag de zendingstheoloog Bavinck al dat de zending niet meer zal kunnen steunen op de macht van een overheersende cultuur: ‘Het evangelie zal het zelf moeten doen, onbeschermd’, schreef hij. Maar net als op die christelijke school in Libanon blijkt opnieuw dat machteloosheid ook kansen biedt. Zo’n tien jaar geleden was ik ook bezig om christelijke studenten en moslimstudenten in Nederland met elkaar in contact te brengen, zodat in die ontmoetingen het geloof ter sprake kon komen. Ik besefte: veertien eeuwen lang was dit gesprek vrijwel onmogelijk, omdat christenen en moslims elkaar altijd tegemoet traden vanuit een positie van macht. Nu worden in onze samenleving beide groepen niet meer door macht gehinderd en is er ruimte om echt inhoudelijk naar elkaar te luisteren.
De gekruisigde centraal
De vragen rond machteloos kerk-zijn zijn niet alleen belangrijk voor ons in Europa, maar nog meer voor de kerk wereldwijd. Die wereldkerk is dramatisch veranderd. Waar een eeuw geleden de typische christen een witte westerling was, is dat nu een jonge vrouw in een Nigeriaanse sloppenwijk. Dat betekent dat een groot deel van de kerk in een minderheidspositie leeft. Talloze christenen wereldwijd hebben dagelijks te maken met armoede, corruptie, migratie, bestaansonzekerheid en geweld. Eén op de zeven christenen lijdt onder vervolging, laat Open Doors zien. Wat heeft dat lijden te maken met de boodschap van het evangelie? In het evangelie staat ‘Jezus Christus de gekruisigde’ centraal (1 Kor. 2:2)? Welke betekenis krijgt dat voor christenen die zelf dagelijks lijden ervaren in hun geloof?
Die vragen staan centraal in de theologie van vervolging, waar ik me in heb verdiept en waar ik me bij Open Doors mee bezig houd. In de beleving van talloze verdrukte gelovigen wordt het christelijke leven getekend door dit bijbelse motief: nu lijden, straks heerlijkheid; nu vernedering, straks eer; nu verdriet, straks troost. Nu verliezen we het leven, straks zullen we met Christus opstaan. De vervolging wordt vaak ervaren als ‘deel heb(ben) aan Christus’ lijden’ (1 Petrus 4:13). Het is niet alleen óns lijden, maar het is lijden mét Christus – ‘om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister’ (Romeinen 8:17).
Delen in Christus
De lijdende kerk ervaart dus vaak verbondenheid met Christus in zijn lijden. Dat is ook hoe de Bijbel erover spreekt. Paulus benadrukt dat wij delen in Christus: in zijn dood en opstanding, maar ook in zijn lijden. In zijn zelfopofferende liefde vernederde de Here Jezus zich tot de dood aan het kruis, en daarom werd Hij door de Vader verhoogd (Filippenzen 2:5-11). Diezelfde gezindheid moet ook de kerk kenmerken. Het traject van Jezus’ eigen verhaal -van vernedering naar verhoging, van lijden naar glorie- wordt daarmee ook het patroon voor iedereen die in Christus deelt.
De Bijbel lijkt steeds op twee manieren te spreken over wat Jezus’ kruis voor ons betekent: het evangelie brengt ons de veiligheid, geborgenheid en vrede, die Christus ons schenkt. Maar tegelijk is er altijd ook die andere kant van het kruis: de navolging van Jezus brengt onveiligheid, vreemdelingschap en strijd. Jezus’ kruis en opstanding laten zien wat Hij in onze plaats heeft gedaan, maar laten tegelijk ook de weg zien die wij met Hem moeten gaan, in zijn voetsporen. De Bijbel roept ons op het evangelie te geloven, maar ook om het als kerk te belichamen door een kruisvormig leven.
Machteloze zending
Dat heeft grote gevolgen voor missionair kerkzijn. Is dat besef, dat we in Jezus’ voetsporen alleen kunnen vruchtdragen door te sterven, door de eeuwen heen niet altijd levend geweest in de zending? Maar ik denk dat dat besef met nieuwe kracht tot ons door zal moeten dringen nu we kerk zijn geworden in een machteloze positie, niet alleen in de wereld van islam, hindoeïsme en boeddhisme , maar ook in seculier Europa. Bij alle vragen waar we in deze postkoloniale tijd nog steeds mee worstelen hebben we de bijbelse wijsheid van de theologie van vervolging misschien wel meer nodig dan ooit. Want die heeft grote gevolgen voor onszelf, westerlingen die gehecht zijn aan veiligheid en comfort. Hoeveel mag het ons kosten om Jezus te volgen? De wereld wordt steeds onveiliger. Onbereikte bevolkingsgroepen leven vooral in gebieden waar de weerstand tegen het evangelie groot is. Vanuit de theologie van vervolging maakte iemand de opmerking dat westerse kerken een missiologie van lijden nodig hebben: durven ze hun zendingswerkers uit te zenden om een geloof te verspreiden dat vol is van opoffering en lijden, op een manier die in het Westen zelf onbekend is en vermeden wordt? Maar ook is er de vraag: durven wij andere mensen wel in onveiligheid te brengen door het evangelie? ‘Zendelingen hebben ons aangeleerd om bang te zijn’, werd opgemerkt in een onderzoek waarin nieuwe gelovigen uit een islamitische context aan het woord kwamen. De conclusie was: alleen als de boodschapper van het evangelie bereid is om zelf mee te lijden met de nieuwe gelovigen zijn die boodschapper en zijn boodschap geloofwaardig. .
Deze vragen komen dichtbij. Ze bevragen ons op wie de Here Jezus voor ons is die we willen verkondigen en navolgen. Wijze zendelingen kwamen tot de conclusie: De armen van de wereld moeten niet onder de indruk komen van de rijkdom en macht van de westerse zending, maar van haar zwakheid en kwetsbaarheid. Ons lijden verkondigt Christus. Wat betekent dat voor ons als ouders, als nu onze eigen dochter gevraagd wordt of ze bereid is uitgezonden te worden naar Saudi-Arabië of Afghanistan?
Over de auteur Willem van der Deijl is getrouwd met Emma en heeft drie volwassen kinderen. Hij werkt bij Open Doors en sinds dit jaar bij de Nederlandse Zendingsraad. Daarvoor was hij bijna 20 jaar verbonden aan Evangelie & Moslims, na voor de GZB in Libanon gewerkt te hebben. Willem en Emma wonen in Utrecht in een multiculturele christelijke woongemeenschap in een wijk met veel migranten, en zijn daar deel van een buurtkerk. Hij schreef het boek ‘Lijden met Christus, een theologie van vervolging voor de kerk vandaag’.