Het jubeljaar als motief voor zending – preview voor het TussenRuimte thema

2025 werd door paus Franciscus uitgeroepen tot een Heilig Jaar, een traditie die is geïnspireerd op het oudtestamentische jubeljaar. In het jubeljaar in Leviticus 25 geeft God  radicale regels voor herstel van relaties en bevrijding van gebondenheid in elk 50e jaar. We vinden dit motief terug in Jezus’ woorden en daden in het evangelie, o.a. het ‘Nazareth Manifest’ (Lukas 4, gebaseerd op Jesaja 61). In juni verschijnt een themanummer van TussenRuimte, het digitale magazine van de Nederlandse Zendingsraad, waarin de actuele betekenis van het jubeljaar wordt uitgewerkt. Hoe werkt het jubeljaar door in de missiologie, en hoe geeft het tegelijk concrete handvatten voor ons handelen vandaag rond onrecht in landbezit?

Dit artikel van Willem van der Deijl verscheen eind mei in Confessioneel Credo

Het jubeljaar als zendingsmotief

Bevrijding van schulden is een hoofdmotief in het bijbelse jubeljaar, zowel economische schulden (teruggave landbezit, verlossing uit slavernij) als geestelijke (verzoening met God en onderling). Het jubeljaar is vol van eschatologische hoop op de messiaanse toekomst. Tegelijk gaf het concrete ethische wetten voor het oude Israël, die ons ook vandaag uitdagen in een wereld vol ongelijkheid en schuld. De Britse missioloog Christopher Wright schreef zo’n twintig jaar geleden een standaardwerk over de missio Dei: “The Mission of God”. Hierin brengt hij de exodus en het jubeljaar naar voren als de twee holistische bijbelse modellen van verlossing en herstel. Beide vormen ze een lens waardoor we de missio Dei zien. Zowel exodus als jubeljaar hebben politieke, sociaaleconomische én geestelijke aspecten. Als we zending alleen politiek maken of juist alleen vergeestelijken zijn we te eenzijdig, schrijft Wright.

“De aarde is van de HEER”

Dat het jubeljaar een motief is in m.n. het evangelie van Lucas wordt breed herkend. De alomvattende verlossing waar het jubeljaar naar verwijst wordt realiteit door Jezus de Messias. Dit jaar verscheen een boek van de Braziliaanse theoloog João Paulo Thomaz de Aquino (The Earth is the Lord’s), waarin hij betoogt dat de jubeljaar-ethiek in Lucas en Handelingen een specifieke toepassing heeft op het thema land-gerechtigheid. Hier lezen we makkelijk overheen. In Leviticus 25:23 staat dat het land nooit verkocht mocht worden. “Want”, zegt God, “het land behoort Mij toe.” Land was in de (antieke) geschiedenis de belangrijkste economische hulpbron. In het Romeinse rijk (inclusief het joodse land) in de tijd van Jezus was landbezit hét middel van onderdrukking. De staat en een elite van machtigen (3% van de bevolking) bezaten het overgrote deel van alle landbouwgrond. De grote massa was pachter, dagloner of slaaf, en ging gebukt onder zware belastingen. De jubeljaar-belijdenis dat de aarde van de HEER is, was heel countercultural in de context van het Nieuwe Testament. Deze boodschap klinkt door in veel van Jezus’ onderwijs: God is de landheer, de heer des huizes, de rechtmatige eigenaar van het land. Hij bestraft hen die hun land of huis alleen gebruiken voor hun eigen belang, en zegent hen die er anderen mee zegenen. De gemeente van Jeruzalem in Handelingen die deze jubeljaar-ethiek in praktijk brengt leeft zo op gezegende wijze.

“Het land is niet leeg”

Het thema van het jubeljaar is pijnlijk actueel. De Jubilee 2025 Campaign van Caritas roept op tot schuldenverlichting van arme landen. Actie is dringend nodig, omdat 3,3 miljard mensen, bijna de helft van de wereldbevolking, “nu in landen leven die meer uitgeven aan schuldbetalingen dan aan gezondheidszorg, onderwijs of levensreddende klimaatmaatregelen.” 

Wereldwijd is de onrechtmatige eigendomsverdeling van land nog steeds een grote bron van schuldslavernij. De historische achtergronden hiervan worden uitgewerkt door Sarah Augustine, een Mennonitische Pueblo (native American) vrouw. Zij schreef het boek “The Land Is Not Empty/Following Jesus in dismantling the doctrine of discovery”. Deze “leer van ontdekking” is een verzameling wetten uit de 15e eeuw waarmee christelijke machthebbers zich het morele en juridische recht toe-eigenden om de landen die ze “ontdekten” in bezit te nemen, hoewel die landen al bevolkt werden door inheemse volken. Als een land bewoond werd door heidenen, dan werd het als “leeg” beschouwd. Op deze manier werd de exploitatie van mensen en natuurlijke hulpbronnen gerechtvaardigd. Tot vandaag werkt deze ideologie verwoestend door op het leven van inheemse bevolkingsgroepen wereldwijd. “Wat gebeurd is in de naam van Christus, moet ook ongedaan worden gemaakt in zijn naam”, stelt Augustine. “Het goede nieuws van Jezus betekent dat kwaad in goed kan verkeren: in herstelde relaties met God, de ander én de aarde.”

Naar een betere verdeling van land

Deze actualiteit van het jubeljaar kwam eerder onder de aandacht toen het Vaticaan het jaar 2000 tot jubeljaar uitriep. In voorbereiding daarop publiceerde het Vaticaan een scherp document, getiteld “Towards a Better Distribution of Land” (1997). In deze “oproep tot bekering” wordt de uitbuiting door de ongelijke verdeling van land in veel ontwikkelingslanden een schandalige situatie genoemd. De onrechtvaardige bezitsverhoudingen maakt veel zwakkeren (onder wie kerkleiders) tot slachtoffer. De Rooms-katholieke sociale leer dient hier als een stevig interpretatiekader. De protestantse zending ontbeert helaas zo’n sociaal-ethische theologische traditie. Des te meer reden om de rijke betekenis van het jubeljaar beter uit te diepen.

Landhervorming in Zuid-Afrika

Tot slot, een lastige illustratie van de betekenis van het jubeljaar zien we in Zuid-Afrika. De kolonisatie en de apartheid leidden tot onteigening van veel zwarten van hun traditionele gronden en grote armoede. In de post-apartheid periode is dit complexe probleem onaangeroerd gebleven totdat de regering vorig jaar een wet aannam voor herverdeling van het land. Kerken in Zuid-Afrika, die zelf ook veel land bezitten, worstelen met hun houding hierin. Sommigen dragen het jubeljaar aan als handvat. Dit sluit aan bij het traditionele Afrikaanse besef dat het land van God is. Mensen mogen in een geest van “ubuntu”, gezamenlijkheid, de grond beheren omdat ze toebehoren aan God en aan de grond.

Willem van der Deijl is medewerker van de Nederlandse Zendingsraad

Afbeelding: Pixabay