De natuur speelt in de moderne westerse geloofsbeleving en theologie een marginale rol. In het licht van de ecologische crisis komen echter vragen op naar de relatie tussen God en de wereld en de plaats van mensen daarbinnen.
De verhouding tussen religie, theologie en de ‘schepping’ kent een eigen vocabulaire. Dit vocabulaire behelst meer dan woorden alleen, het geeft ook uitdrukking aan de manier waarop de relatie mens-wereld of mens-schepping gezien wordt. Daarmee legitimeren ze ook een bepaalde houding van de mens ten opzichte van de rest van de kosmos en de ene of de andere omgang ermee. In de protestantse theologie is het steekwoord ‘rentmeesterschap’ een klassieke notie. Het roept enerzijds op tot verantwoordelijkheid, maar lijkt de mens ook boven de rest van de schepping te stellen. Alleen al om die reden zijn er vragen bij het begrip te stellen en alternatieven te verkennen – juist ook om de inhoud van het concept ‘rentmeesterschap’ in zijn reikwijdte te peilen en om te bezien of de verhouding tussen mens en wereld ook nog anders bekeken en met andere begrippen beschreven kan worden. Hetgeen wellicht tot een andere verhouding tussen beiden en een andere houding van de mens ten opzichte van de wereld waarin hij leeft kan leiden. Trees van Montfoort biedt een dergelijke verkenning van het begrip ‘rentmeesterschap’, wijst op de grenzen ervan en toont perspectieven om verder en anders te denken. — Redactie TussenRuimte |
In de protestantse traditie is de term rentmeester dominant geworden. Het is de vraag of die term niet eerder deel van het probleem is dan van de oplossing. De term rentmeester suggereert dat wij namens God heersen over de natuur waar we zelf niet bij horen. Vanuit de Bijbel en de breedte van de christelijke traditie wereldwijd komen er andere inzichten naar voren, die meer recht doen aan de aarde, vrouwen en armen. En bovenal aan God.
Rentmeesterschap en overheersing
Het is een misverstand dat rentmeester een bijbels begrip is. Ja, het komt in de Bijbel voor, maar daar is het een economische term die gaat over het beheren van geld en goederen, bijvoorbeeld in de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester of als de rentmeester van Herodes genoemd wordt.
De term rentmeester, toegepast op de relatie van mensen tot de natuur, schept grote afstand tussen mensen en de rest van de wereld. Die afstand is juist een van de oorzaken van de huidige milieuproblemen. Rentmeesterschap impliceert dat wij de aarde beheren in naam van God. Dat is immers wat een rentmeester doet: in naam van een opdrachtgever een bezit beheren. De rentmeester staat aan de kant van de opdrachtgever, hij of zij is geen onderdeel van het bezit. En vaak heeft de rentmeester zoveel handelingsvrijheid dat de opdrachtgever op de achtergrond raakt. Al te gemakkelijk raakt het besef zoek dat de aarde van God is. Als mensen een taak hebben ten opzichte van de natuur, dan is dat met het oog op het welzijn van mensen. In zo’n wereldbeeld heeft de natuur geen waarde op zich, de natuur is enkel leefomgeving, hulpbron, productiemiddel.
Gebruiksartikel
De paus kritiseert in zijn encycliek Laudato Si’ het technocratisch-economisch paradigma. In 1966 verweet de historicus Lynn White de christelijke kerken al dat ze door hun antropocentrische theologie de natuur gedegradeerd hadden tot gebruiksartikel. Het christendom heeft de grond rijp gemaakt voor westerse natuurwetenschap en technologie. De kerken, stelt hij, hebben de technologische overmeestering van de natuur gelegitimeerd alsof die overeen zou komen met Gods plan.
White kreeg wel weerwoord van verschillende theologen die het christendom verdedigden als niet-antropocentrisch met een beroep op de Bijbel. Het gaat in de Bijbel om de hele werkelijkheid, de hele wereld, de hele schepping, zeiden zij terecht. Maar het theologisch antropocentrisme waar White kritiek op had, betreft niet zozeer de Bijbel zelf, maar een bijbeluitleg en theologie die God exclusief in verband brengt met mensen. Als mensen al met de niet-menselijke werkelijkheid in verband gebracht worden, is dat bijvoorbeeld als kroon op de schepping. De heilsgeschiedenis gaat dan enkel over het heil voor mensen, de verlossing van mensen staat centraal.
Eenzijdig
De protestantse theologie legt vanouds een grote nadruk op het Woord dat van buitenaf tot ons komt. Die nadruk op alleen het Woord wordt teruggevoerd op de profeten met hun kritiek op beelden en verering van de natuur. Dat is een nogal eenzijdig gebruik van de Bijbel.
Teksten waarin het gaat over de verbondenheid van God met de natuur worden overgeslagen, zoals de psalmen over de schepping. Natuur en lichamelijkheid zijn dan geen vindplaatsen van God. Zo’n theologie versterkt oude tegenstellingen waarbij God staat aan de kant van het geestelijke, het verstand, het mannelijke, de cultuur en de beschaving. Aan de andere kant staan de aarde, het materiële, het lichamelijke, de ervaring, het vrouwelijke, de natuur en het wilde en de wilde. Waarbij de eerste categorie meer gewicht heeft dan de laatste en er zelfs over moet heersen: de geest over het lichaam, de mens (als God/in naam van God) over de natuur, het mannelijke over het vrouwelijke, beschaving over het wilde en de wilden.
Het beeld van de rentmeester past in deze hiërarchische dualismen en is daarom noch voor de aarde, noch voor vrouwen, noch voor andere niet-dominante groepen positief.
De Bijbel opnieuw lezen
Er gebeurt in de kerken inmiddels het een en ander op het gebied van duurzaamheid, maar het blijft vaak marginaal: een van de vele aandachtsvelden van de diaconie. Door de heersende theologie blijft het vaak bij enkele praktische maatregelen als zonnepanelen op het dak of eerlijke koffie. De kerken kunnen echter meer doen dan de milieubeweging volgen. Ze kunnen putten uit hun geloof en rijke traditie. Er zijn zoveel meer bijbelteksten die over schepping gaan dan Genesis 1 en 2. En ook die eerste hoofdstukken van Genesis zijn zoveel rijker dan alleen de opdracht tot heersen over de schepping (Genesis 1) of het behoeden en bewaren van de tuin (Genesis 2). In onze tijd en situatie zijn andere teksten veel relevanter.
Creatieve kracht
Volgens Genesis 2 zijn mensen gemaakt van aarde en geest, genomen uit de aarde en bezield met Gods adem. Beide elementen zijn wezenlijk. Het is niet die geest die ons onderscheidt van de rest van de werkelijkheid. De Bijbel zet geest en materie niet tegenover elkaar. Je moet uitkijken dat je woorden in de Bijbel als geest, wereld, vlees niet invult vanuit een modern wereldbeeld. Descartes en andere denkers van de Verlichting maakten een groot onderscheid tussen geest en materie, en die opvatting werkt nog altijd sterk door.
Je leest de Bijbel altijd door een bepaalde bril. Je leest altijd selectief. Vanuit een andere situatie kijk je weer anders, hoor en zie je weer andere dingen. Als je denkt dat het God alleen om mensen gaat, lees je dat ook. Als je een dualistisch wereldbeeld hebt, lees je dat terug. Als je tegelijk nieuwe vragen stelt en zorgvuldig leest, kun je nieuwe bevrijdende inzichten vinden, juist doordat de Bijbel uit zo’n andere cultuur komt dan de onze.
Volgens Genesis 1 komt alles wat er is voort uit Gods Geest, Gods adem waarop Hij de woorden spreekt. In de geloofsbelijdenis van Nicea wordt de Geest degene genoemd ‘die Heer is en het leven geeft’. En de middeleeuwse hymne ‘Kom Schepper Geest’ (Veni Creator Spiritus) weerspiegelt ook dat besef van aanwezigheid en werkzaamheid van de Geest in de hele werkelijkheid. Dat inzicht is deels verloren gegaan in de moderne tijd. Terwijl het wel weer goed past in de hedendaagse natuurwetenschappelijke inzichten.
Vroeger zag men de werkelijkheid van de natuur als statisch, ooit door God gemaakt en vanaf toen door God in stand gehouden. Nu weten we dat het heelal dynamisch is, je kunt geschiedenis niet meer tegenover natuur plaatsen, natuur is ook voortdurende verandering. Vanuit dat inzicht krijgt het beeld van de Geest nieuwe betekenis. De natuur is de plaats waar God is. God overstijgt de wereld, maar is ook de creatieve kracht in het hart van de wereld.
Een mooi beeld daarvoor is het beeld van God als zwangere vrouw, van de Noord-Amerikaanse theologe Elisabeth Johnson: God draagt de wereld, die in God is. Ik heb gemerkt dat het een passend beeld is om de moeilijke tekst uit Kolossenzen 1:15-20 uit te leggen. Over Christus als eerstgeborene van de schepping in wie alles geschapen is, in wie alles bestaat. Deze tekst van Paulus refereert aan Vrouwe Wijsheid als eerstgeborene van de schepping (Spreuken 8). Christus is Gods Woord ofwel Gods Wijsheid en tegelijk de schepping zoals ze zou moeten zijn, terwijl de rest van de schepping nog in barensweeën is en nog wacht op verlossing (Romeinen 8).
Nieuwe toegang
De ecologische crisis stelt nieuwe vragen en tegelijk geven hedendaagse natuurwetenschappelijke en filosofische inzichten nieuwe toegang tot die oude teksten van de Bijbel. Neem bijvoorbeeld psalmen waarin rivieren in hun handen klappen voor God (Psalm 98) en jonge leeuwen brullend God om voedsel vragen (Psalm 104). Vanuit het wereldbeeld van de Verlichting zijn dat vreemde teksten. Maar niet vanuit het besef dat mensen deel zijn van de materiële wereld, van de natuur, en dat anderzijds onze medeschepselen geen dingen zijn. Ze handelen ook en ontwikkelen zich en staan in relatie. Het postmoderne wereldbeeld (posthumanistisch, postmaterialistisch) zou wel eens veel dichter bij de Bijbel kunnen staan dan het moderne wereldbeeld.
Voedsel en drinkwater
Het Noachitische verbond in Genesis 9 is een verbond met alle levende wezens. Mensen mochten dan ook niet zomaar het leven van dieren nemen. In Genesis 1 kregen mensen toestemming om planten te eten. Dus mensen zijn bedoeld als vegetariërs, wat in het licht van de ecologische gevolgen van onze vleesconsumptie een nieuwe betekenis krijgt. Na de zondvloed, als een soort concessie, mogen mensen ook vlees eten, maar het bloed, wat staat voor het leven, mogen ze niet eten. Hierover doordenkend kun je je afvragen wat voor onze tijd zinvolle spijswetten zouden zijn. Sommige Joden spreken van ecokasjroet: zo omgaan met voedsel dat je de aarde zo min mogelijk belast.
Levend water
Het verhaal uit Johannes 4 over de vrouw bij de bron ben ik onder invloed van de Braziliaanse theologe Ivone Gebara anders gaan lezen. Door haar denk ik aan al die arme vrouwen wereldwijd die elke dag veel moeite moeten doen om schoon water te putten voor hun gezin, als dat al lukt. Gebara bedrijft theologie vanuit het dagelijks leven van vrouwen in de slopenwijk waar zij woont. Die vervuilen het minst, maar hebben wel het meeste last van vervuiling, want het is meestal hun taak om voor schoon water en gezond voedsel voor hun gezin te zorgen. Die Samaritaanse vrouw was bezig met een van haar dagelijkse taken: water halen. Staat dat gewone water dan tegenóver water van eeuwig leven of liggen ze in elkaars verlengde?
De kerken in Afrika ten zuiden van de Sahara zijn een actie begonnen om het Zambesibekken te behouden dat dertig miljoen mensen van drinkwater voorziet, dieren en planten nog niet meegerekend, maar dat door mijnbouw steeds meer vervuild raakt. Het verhaal van de vrouw bij de bron eindigt met de uitspraak van haar stadsgenoten dat Jezus de redder van de wereld is. Vroeger las ik altijd, met mijn antropocentrische bril: redder van alle mensen, Joden en Samaritanen, vrouwen en mannen. Nu lees ik: van de hele wereld, dus ook van de dieren, de planten, het water.
Gods redding in Christus heeft betrekking op de hele wereld, niet alleen op mensen. Zorg voor de aarde hoort bij de kern van het christelijk geloof.
Ecologisch ascetisme
De Oosterse kerken zijn veel minder gekleurd door de Verlichting en veranderen niet snel. Een voordeel daarvan is dat in hun liturgie ‘ouderwetse’ teksten als de scheppingspsalmen levend gehouden zijn. In deze traditie staat Elisabeth Theokritoff met haar boek Living in God’s Creation. Orthodox Perspectives on Ecology(St Vladimir’s Seminary Press, 2009). Bij haar zijn schepping en verlossing nauw verbonden in een ecologische en een sterk christocentrische theologie.
Verlossing, ofwel het doel van de schepping, is dat God alles in alles zal zijn, stelt ze in navolging van de oosterse kerkvaders en van Paulus. God grijpt niet in van buitenaf, want er is geen buiten: ‘God het Woord is deel van de wereld geworden die door Hem geschapen is. Door dit cruciale gebeuren is de schepping niet alleen middel tot fysiek leven, maar ook de gave van Gods eigen leven aan ons.’ God is aanwezig in de materiële wereld. Schepping, incarnatie, opstanding en avondmaal zijn nauw verweven: ze drukken – op een verschillende schaal – uit hoe God aanwezig is in de materiële werkelijkheid.
De rol van mensen is om met de hele schepping God te loven en eraan mee te werken dat God alles in alles kan worden. Maar mensen gebruiken de schepping verkeerd, dat is de zondeval. Door de zondeval is de mens verworden tot een ‘roofdier’, een consument. De menselijke neiging om te grijpen en te bezitten is de grootste zonde, volgens Theokritoff. En de remedie is ascetisme, dat wil zeggen: afstand nemen van mensen en dingen, te beginnen met wat het dichtst bij is, het eigen lichaam, om zich geheel op God te richten. Deze levenslange oefening van lichaam en ziel leidt tot een vrijheid om de wereld lief te hebben zonder bezitsdrang. Ascese geeft zo toegang tot het juiste gebruik van materiële zaken. Ze pleit voor ecologisch ascetisme. Het westerse geloof in genieten als sleutel tot een vervuld en gelukkig leven, noemt ze een leugen. Zelfbeperking, ‘sterven voor de wereld’ in de zin van de asceten, is nodig en geeft meer vreugde.
Ecologische bekering
Het christendom heeft dus bijgedragen aan de ecologische crisis, maar kan ook bijdragen aan de oplossing ervan. Daarvoor hebben we een rijke bron in de Bijbel en de traditie, die we dan wel anders moeten bekijken dan door moderne westerse antropocentrische ogen. Voor-moderne en niet-westerse blikken kunnen helpen bij wat de paus ‘ecologische bekering’ noemt. Dan lezen we dat het God om de hele wereld gaat, waar Hij zich in Christus mee verbonden heeft, ervaarbaar in alle schepselen en in ons voedsel en drinkwater. Wij hoeven de wereld niet te redden, dat doet God, maar we kunnen wel mee- of tegenwerken.
— Trees van Montfoort is theologe en journaliste. www.vanmontfoortcommunicatie.nl