Een nieuwe Pew-studie (“How religion declines around the world”) brengt wereldwijde stadia van religieuze achteruitgang in kaart, te beginnen met een daling in bezoek aan godsdienstsamenkomsten. Het artikel van een groep internationale wetenschappers stelt dat een daling in religieuze verbondenheid plaatsvindt in de midden- en late fase van een “seculier transitieproces”. Deze transitie voltrekt zich langzaam, naarmate generaties worden vervangen door minder religieuze generaties. Aan de hand van gegevens uit enquêtes van het Pew Centrum in 111 landen en gebieden stelt het artikel dat dit proces landen op elk bevolkt continent treft, inclusief landen waar het christendom, de islam, het boeddhisme of het hindoeïsme de grootste religie is.
De auteurs schrijven dat religie tussen generaties over het algemeen in drie stappen afneemt:
1. Mensen nemen minder vaak deel aan erediensten.
2. Het belang van religie in hun persoonlijke leven neemt af.
3. Het behoren tot een religie wordt minder gebruikelijk.
Zij noemen dit de Participation-Importance-Belonging (P-I-B)-reeks. In deze reeks laten generaties eerst aspecten van religie los die meer tijd en middelen vergen. Mensen verliezen hun religieuze identiteit langzamer, wat niet per se even belastend is.
In de vroege fase van de seculiere transitie verschillen generaties voornamelijk in hun religieuze deelname. In sommige landen die vandaag de dag nog steeds zeer religieus zijn, blijkt uit recente onderzoeken dat het aandeel volwassenen onder de 40 dat regelmatig religieuze diensten bijwoont, in elk land lager is dan het aandeel ouderen dat dat wel doet. Veel Afrikaanse landen bevinden zich momenteel in deze vroege fase.
In de middenfase van de seculiere transitie verschillen generaties in hun religieuze participatie, belang én verbondenheid. In gematigd religieuze landen zijn alle drie de stappen in de P-I-B-reeks zichtbaar in recente onderzoeken. Volwassenen onder de 40 bezoeken minder vaak godsdienstsamenkomsten dan ouderen, geven minder vaak aan dat religie belangrijk is in hun leven en identificeren zich minder vaak met een religie. Dit is momenteel het geval in de VS, evenals in veel andere landen in Noord- en Zuid-Amerika en Azië.
In de late fase van de seculiere transitie verschillen generaties voornamelijk in religieuze verbondenheid. De auteurs stellen dat dit komt doordat de eerste twee stappen al zijn voltooid. Het aandeel ouderen dat kerkdiensten bijwoont en religie belangrijk vindt in hun leven, is al gedaald tot een laag niveau, vergelijkbaar met dat van jongere volwassenen. In de minst religieuze landen van vandaag is het belangrijkste verschil tussen leeftijdsgroepen dat jongere volwassenen zich minder vaak met een religie identificeren. Veel landen in Europa hebben dit stadium al bereikt.
Landen met verschillende religieuze achtergronden bevinden zich doorgaans in verschillende stadia van de seculiere transitie. In landen in de midden- of late fase is de grootste religie doorgaans het christendom of het boeddhisme. Landen met een moslimmeerderheid en India met een hindoeïstische meerderheid bevinden zich in een vroeg stadium en het is nog niet duidelijk of ze het proces zullen voortzetten of dat ze nog lange tijd hetzelfde zullen blijven. Deze seculiere transitie verloopt niet volledig uniform en is mogelijk niet overal onvermijdelijk. Hoewel de onderzoekers stellen dat religie op veel plaatsen in dit patroon vervaagt, is een belangrijk verschil tussen landen het moment waarop ze met hun seculiere transitie beginnen.
Het artikel werd gepubliceerd in Nature Communications, een peer-reviewed wetenschappelijk tijdschrift. Het werd geschreven door Jörg Stolz en Jean-Philippe Antonietti van de Universiteit van Lausanne, Nan Dirk de Graaf van de Universiteit van Oxford en Conrad Hackett van het Pew Research Center.
Bron: Hackett, Conrad. 2025. “How religion declines around the world.” Pew Research Center. doi: 10.58094/hkw0-6309.