Verbinding tussen mensen wereldwijd

Dit blog van Hette Domburg, medewerker van Kerk in Actie, is als eerste verschenen in bijEen, het kerkblad van de PKN Oosterbeek-Wolfheze. We nemen het hier over met toestemming van de redactie.

Een man van negentig legt een stapeltje stripboeken op tafel. Ze zijn gemaakt om kinderen te leren lezen en tegelijk iets bij te brengen over het leven. In Rwanda wel te verstaan. Trots laat hij ze zien. ‘Ik heb nog wekelijks contact met de mensen daar,’ vertelt de negentigjarige. Ooit stond hij aan de wieg van de Rwandese stichting die de boeken uitgeeft. Het leidde tot een levenslange intense verbondenheid met vrienden in het hart van Afrika. Te midden van het rumoer van de reünie is dat het verhaal dat hij nog graag wil delen.


Verbinding met mensen, over grenzen heen, is het mooiste wat zendingswerk en ontwikkelingswerk oplevert. Dat je het leven met elkaar kunt delen en diep met elkaar verbonden raakt.


Lange tijd was een uitspraak van René Descartes kenmerkend voor de manier waarop mensen in het Westen zichzelf begrepen. ‘Ik denk dus ik besta,’ schreef Descartes. Hij zocht naar een ontwijfelbaar uitgangspunt waarop we onze kennis kunnen bouwen. Ik kan aan alles twijfelen, maar niet aan het feit dat ik twijfel. En als ik twijfel, dan weet ik in elk geval zeker dat ik twijfel en dus besta. De uitspraak van Descartes is symbool geworden voor een sterk individualistisch denken. Kennis over de wereld begint helemaal bij mij zelf, als individu die aan alles buiten zichzelf kan twijfelen. Mijn zekerheid ligt in mijzelf.


In contrast hiermee wordt wel een Afrikaanse zienswijze aangehaald. ‘Ik besta omdat jullie zijn’. Dat is de betekenis van het woord ubuntu. Ik besta niet omdat ik denk, omdat ik overal aan kan twijfelen behalve aan het feit dat ik twijfel. Nee, ik besta omdat jullie er zijn. Kennis over mijzelf begint bij mijn relatie tot anderen. Zonder de mensen om mij heen ben ik niet. Ik leer mijzelf pas kennen, dankzij anderen. Zoals Desmond Tutu het zei: ik heb anderen nodig om te leren wat het is om mens te zijn.


De Bijbel is in dit opzicht meer Afrikaans dan Westers. In Genesis 2 lezen we: ‘het is niet goed dat de mens alleen is’. En zo komt er een tegenover, met wie de mens onlosmakelijk verbonden is. ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’ is de (onoprechte) vraag van degene die dit verbond verbroken heeft. En de vraag ‘wie is mijn naaste’ wordt later omgebogen naar de aansporing om zelf naaste te worden. Zó krijg je deel aan het ‘eeuwige leven’. Elkaars hoeder zijn. Elkaar nodig hebben om te leren wat het betekent om mens te zijn. Dat gaat het beste wanneer we in elkaars nabijheid verkeren. Wanneer we elkaar in de ogen
kunnen kijken.


Daarom blijft ontmoeting wezenlijk voor internationale solidariteit. Ontmoeting die leidt tot verbondenheid, omdat je geraakt wordt door wat je in de ogen van de ander ziet. Ontmoeting waarin je zelf weer iets leert over wat het is om mens te zijn. Zoals de ontmoeting met twee theologiestudenten vorig jaar in Schaarsbergen. Wie erbij was blijft betrokken. “Hoe zou het met ze gaan nu?” Dat soort ontmoetingen mogelijk maken hoort bij het werk dat ik nu doe. En daaraan beleef ik de grootste vreugde.

Foto: Aarón Blanco Tejedor op Unsplash.