Wie schrijft de geschiedenis? Zending in de CAR

FATEB, Bangui, CAR – Hoe is Gods goede nieuws in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) gekomen? Toen ik deze vraag jaren geleden vroeg aan de studenten kreeg is verhalen over zendelingen uit Amerika, die rond de eeuwwisseling malaria en andere gevaren trotseerden, om ook in het hart van Afrika het evangelie te verkondigen. Er gingen (waargebeurde) verhalen rond van zendelingen die tijdens de voorbereidingen voor deze onderneming hun bagage inpakten in hun doodskist. Ze wisten dat ze een grote kans liepen dat ze zouden overlijden. Ook zijn er brieven gevonden van zendelingen die schrijven naar het hoofdkantoor van hun zending: “stuur ons meer zendelingen, want wij sterven hier.” Zowaar, een brief die vandaag de dag niet geschreven zou kunnen worden, vanuit de zorg voor het welzijn van zendelingen en onze angst voor fysieke onveiligheid.

door Berdine van den Toren-Lekkerkerker

Daarna kwamen de verhalen over het stichten van kerken en kerkgenootschappen en over welke westerse zendelingen daarin een rol hebben gespeeld. Dit was soms een rol die werd gewaardeerd en soms een rol waar men grote moeite mee had vanwege de bevoogding en het gebrek aan respect voor en vertrouwen in lokaal leiderschap.

Tijdens mijn studie leerde ik dat de geschiedenis geschreven wordt door de overwinnaars en door degenen die de macht hebben. Wat blijkt? Hetzelfde geldt voor de zendingsgeschiedenis. En wat ontdekte ik afgelopen maand, tijdens het lesgeven van de studenten aan de TUU, in Nederland? De zendingsgeschiedenis wordt nog steeds gelezen door de bril van westerse zending, met een uitvergrote rol voor de westerse zendelingen en een over het hoofd zien van de complexiteit van de geschiedenis en vooral van de rol van de lokale gelovigen!

Met vreugde ontdekten we allereerst dat het evangelie niet eenvoudigweg van Jeruzalem, via Samaria, Klein Azië, Rome en Europa naar de rest van de wereld is gegaan. Al in de eerste eeuwen waren er grote en levendige kerken in het Perzische rijk. Dit was een zeer missionaire kerk, ondanks de vervolging waar ze mee te maken had! Vanuit deze beweging ontstonden er kerken, grote groepen christenen in China, in India en verder in Azië. En weten we niet van belangrijke theologen uit het noorden van Afrika die in de theologie wereldwijd, tot op de dag van vandaag, een belangrijke invloed hebben gehad? Denk aan Augustinus van Hippo, aan Clemens van Alexandrië, aan Athanasius van Alexandrië!

We lazen stukken uit het boek van Jehu Hanciles, Migration and the Making of Global Christianity (2021), die duidelijk maakt hoe het bijbelse verhaal van God verweven is met migratie en hoe dat in de geschiedenis van het christendom steeds zo gebleven is. Hebben niet alle aartsvaders een migrantenleven geleid? En is de incarnatie zelf ook niet een vorm van migratie? Migratie brengt altijd kwetsbaarheid met zich mee. Het grootste deel van de zendingsgeschiedenis blijkt dan ook een beweging te zijn vanuit de marge, vanuit een kwetsbare positie. We zien dat in het leven van de apostelen, maar ook vandaag de dag. Of… zien we dat wel? Durven we het aan om de migrantengemeenschappen in Nederland te zien als een missionaire beweging, een zegen voor Nederland?

En tenslotte ontdekten we dat bijvoorbeeld in Afrika de zendelingen uit Europa en Amerika inderdaad een rol hebben gespeeld. En helaas niet alleen maar een positieve rol, vanwege de vervlechting met het kolonialisme en zelfs de slavenhandel. Het waren echter slechts enkele zendelingen die tot in het hart van Afrika kwamen. Dat de Centraal Afrikaanse Republiek nu een land is waarvan tussen de 70 en 80% van de mensen christen is, heeft vooral te maken met het leven en de toewijding van de lokale christenen, zij die als eersten het evangelie omarmden. Het waren vooral de lokale christenen zelf die Gods goede nieuws deelden met de mensen om hen heen, tot op de dag van vandaag.

Hoe anders zou de geschiedenis van de kerk in de Centraal Afrikaanse Republiek eruit zien als deze christenen zelf hun geschiedenis opschrijven? Wie blijken dan de hoofdpersonen te zijn? Welke onderwerpen krijgen dan prioriteit? Wat leren we dan van Gods goede nieuws? Hoe begrijpen we dan het evangelie in deze context?

Dit is een grote taak die haast heeft. Gisteren had ik een gesprek Dr. Moloby, de directeur van het departement missiologie aan de Faculté de Théologie de Bangui, CAR. Hij zou graag met zijn studenten, die een onderzoek-master doen in missiologie, dit project oppakken. Hij vertelde dat dit een project is dat haast heeft. In de Centraal Afrikaanse kerken zijn geen geschreven archieven, en wat er al is aan documentatie, dat is verspreid over families van vroegere kerkleiders van de verschillende kerken. En deze families wonen door het hele land heen. De leiders van de eerste kerken in de CAR zijn oud of inmiddels al gestorven. “We moeten hun verhalen horen en bewaren. We moeten luisteren, registreren en archiveren en publiceren, in het belang van een eerlijke geschiedschrijving, in het belang van de waarheid. Alleen zo kunnen we werkelijk Gods missie in de CAR herkennen en erkennen. Wie weet wat we dan allemaal leren!” Dit zal echter een groot project zijn. Men zal naar alle uithoeken van het land moeten reizen, terwijl de wegen nog steeds zeer slecht begaanbaar en onveilig zijn als gevolg van de gewapende conflicten van de afgelopen jaren. Op mijn vraag of hij dit project wel aandurft, zei hij: “We moeten wel en ja, we kunnen dat! Maar er zal wel heel wat voor nodig zijn.”

Voor mij voelde het als een heilig moeten!

Welke verhalen zal ik horen als ik de volgende keer deze cursus missiologie mag geven aan de FATEB?

29 Juni 2024

Foto: www.lejourduseigneur.com