In 1968 stond de wereld op een keerpunt. Ook in Rome vonden studenten het hoog tijd voor vernieuwing. Andrea Riccardi, een 18-jarige student, wilde iets anders dan politieke en structurele veranderingen realiseren. Hij wilde het verlangen van vele jonge mensen om de samenleving te vernieuwen, concretiseren. Hij besloot dat je veranderingen in de wereld kunt bereiken wanneer je begint bij jezelf. Riccardi was ervan overtuigd dat het evangelie de uitweg bood. Te midden van een turbulente periode zette hij spirituele veranderingen op het hoogste schavot. Vanaf het begin zijn gebed en inzet heel belangrijk in de Sant’Egidio-beweging. Het werd een lekenbeweging die zich samen inzet om te luisteren naar de armen en te luisteren naar het evangelie.
Degenen die op zoek zijn
Bijna vijftien jaar later kwam Hilde Kieboom bijna per toeval in aanraking met de Sant’Egidio-gemeenschap in Rome. ‘Tijdens een jongerenreis met de Antwerpse priester Hendrik Hoet ontdekte ik Sant’Egidio. Het werd een aangename kennismaking. Ik werd onmiddellijk getroffen door de frisse manier van christen zijn. Er was geen sprake van een schaamtegevoel waar christenen in België vaak last van hebben.’
Langzaamaan groeide bij Kieboom het idee om een dergelijke beweging ook in België te realiseren. Toch verliep dit niet van een leien dakje. ‘Vaak was de reactie die ik te horen kreeg: Waarom hebben we iets nieuws nodig? Het is zo typisch om zich af te zetten tegen nieuwe ervaringen in de kerk. En bestonden er al niet genoeg organisaties die zich richtten op de armen? Konden we daar niet bij aansluiten? Toen ik zelf voor het eerst in het Schipperskwartier kwam, zag ik veel armoede. Dit had een enorme invloed op me. In mijn ‘eigen’ stad was er heel veel armoede.
Een tweede tegenkanting bij de opstart van Sant’Egidio in Antwerpen was de gedachte dat er geen katholieken meer waren in België. Men reageerde dat zo’n beweging in Italië geen probleem was aangezien het een zeer katholiek land is. Maar in België zou ik geen jonge geëngageerde mensen vinden.’
Het succes van de beweging toonde echter het tegenovergestelde. ‘Het werd een echte uitdaging. We hadden een boodschap voor de jonge mensen van deze tijd. Ik heb veel jongeren ontmoet die op zoek waren. Je moet niet proberen de jongeren te bereiken die reeds gelovig geëngageerd zijn, maar net diegenen die op zoek zijn.’
Vriendschap aanbieden
Wereldwijd is de Sant’Egidio-gemeenschap in meer dan 70 landen op verschillende continenten actief. Meer dan 50.000 mensen zijn binnen deze beweging verbonden. De gemeenschap heeft verschillende taken waarbij gebed en het evangelie steeds een betekenisvolle basis vormen. ‘De vriendschap met de armen vormt een belangrijke taak binnen Sant’Egidio. We willen armen uit hun isolement halen. We creëren onder andere eigen gebedsmomenten. Er bestaan ook scholen van vrede die erop gericht zijn om kinderen uit kansarme gezinnen gedurende enkele uren per week samen te brengen.’
‘Een andere taak die we opnemen, is bekend onder de beweging ‘Leve de Ouderen’. Ook hier vormt vriendschap een invloedrijke basis. De eenzaamheid waarin vele ouderen verzeild waren geraakt, is een zeer pijnlijke situatie. Daarnaast organiseert Sant’Egidio ook veel initiatieven met nieuwkomers. Meer dan veertig nationaliteiten worden verzameld in de beweging ‘Volkeren van vrede’. Wat duidelijk wordt, is dat nieuwkomers niet enkel willen profiteren, zoals zo vaak gedacht, maar dat ze zelf ook de handen uit de mouwen willen steken en willen meehelpen aan de opbouw van de samenleving. Zo gaan ze vaak op bezoek bij ouderen en worden er vriendschapsbanden gesmeed.’
In Antwerpen is een van de vele taken van Sant’Egidio algemeen bekend onder de naam Kamiano. ‘Kamiano is een restaurant waar 400 daklozen tweemaal per week gratis een warme maaltijd krijgen. De naam verwijst naar pater Damiaan, verkozen tot ‘grootste’ Belg, die door de melaatsen van Molokai ‘Kamiano’ werd genoemd. Maar Kamiano reikt verder dan enkel het aanbieden van een maaltijd. Enerzijds wordt er tegemoetgekomen aan de concrete noden van de daklozen, zoals een douche, onderdak en eten, maar daarnaast wordt er ook een vriendschap aangeboden.’ Kamiano doet meer dan de hongerigen spijzen. Dit is de rode draad in de boodschap die Sant’Egidio wil uitdragen: de beweging wil bruggen bouwen, mensen samenbrengen en de dialoog aangaan.
Vernieuwing in de kerk
In het vaak verstarde Vlaamse kerkklimaat was de start van een nieuwe beweging geen vanzelfsprekendheid. ‘Het vernieuwende van Sant’Egidio is dat het gebed en inzet, engagement en spiritualiteit samen voorstelt. Dat is op zich niet nieuw, maar de laatste decennia werden die twee dimensies al te vaak van elkaar gescheiden. In de lijn van het Tweede Vaticaans Concilie nemen leken op een geëngageerde manier hun verantwoordelijkheid voor de opbouw van de kerk in een maatschappij die nieuwe uitdagingen stelt. Vernieuwend is ook dat de leden van Sant’Egidio zich verbonden weten in een gemeenschap, zonder echter onder één dak samen te wonen. Men komt samen om te bidden en het evangelie te beluisteren in de drukte van de stad. In deze stad zitten we met een (religieuze) verscheidenheid. In dat opzicht is de aandacht voor de interreligieuze dialoog vernieuwend. We beweren helemaal niet dat alle religies zomaar hetzelfde zouden zijn of onderling inwisselbaar zouden zijn. Maar in de diepte van het evangelie gaan we op zoek en vinden we een manier om in ontmoeting en dialoog te treden met andere godsdiensten.’
Als lekenbeweging die niet afhankelijk is van het parochiegebeuren is het niet vanzelfsprekend om een plaats te vinden binnen de bestaande kerkstructuren. Ook hier is behoefte aan een soort vernieuwing van visie volgens Kieboom. ‘Bewegingen als Sant’Egidio moeten binnen de kerk hun charisma kunnen beleven. Ze moeten enerzijds een plaats krijgen, zoals ook Johannes Paulus II en Benedictus XVI al meermalen uitdrukkelijk stelden, maar mogen anderzijds ook geen eilanden op zich vormen. Vriendschap en ontmoeting, samenwerking tussen verschillende gemeenschappen en ook samenwerking met de verscheidene diocesane diensten zijn belangrijk: beweging en institutionele kerk zijn complementair. Het is noodzakelijk voor de kerk van vandaag dat vernieuwende bewegingen een plaats kunnen vinden, en dat er ruimte wordt gemaakt voor nieuwe ‘vruchten van de Geest’.’
‘Maar er is nog een lange weg af te leggen. Vlaanderen is institutioneel verstard. Ook al lopen parochiekerken al gedurende lange tijd leeg, toch blijven vele kerkmensen zich daar angstvallig aan vastklampen. Als je geen parochie bent, dan heb je geen bestaansrecht, zo lijkt het wel. Het overkomt ons regelmatig dat we veel geld moeten betalen om ergens eucharistie in een parochiekerk te mogen vieren. Absurd toch? Vlaanderen is in dat opzicht conservatief, terwijl men in andere landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk, en zelfs Wallonië, meer openstaat voor vernieuwingsbewegingen binnen de kerk. Ook in Rome, onder de neus van het Vaticaan, is meer mogelijk dan hier. Vlaanderen houdt zich sinds Vaticanum II bezig met structurele en organisatorische veranderingen, maar sluit zich de facto af van evangelische vernieuwing in de Geest. Hoewel het de laatste tijd iets beter is, is er een hele generatie bisschoppen en beleidsmensen die veel energie hebben gestopt in het tegenhouden van nieuwe bewegingen. Allicht zijn er daarom ook weinig in Vlaanderen van de grond gekomen, want het is vaak tegen de stroom oproeien.’
Er kiemt iets
Toch zijn initiatieven zoals Brussel-Allerheiligen in 2006, waar de nadruk lag op het geloof in de stad, en de Europese jongerenbijeenkomst van Taizé in Brussel tijdens de afgelopen jaarwisseling, een belangrijke stimulans voor vernieuwende kerkgemeenschappen. ‘De samenwerking tussen verschillende bewegingen en vooral de initiatieven genomen door jongeren zijn opvallend. Eindelijk gaan er de laatste jaren ook meer Vlaamse jongeren naar de Wereldjongerendagen. Er kiemt iets bij vele jongeren, nu religie wereldwijd, maar ook in het Westen, weer op de kaart komt. Het is een ideale tijd voor christenen om missionair te zijn. We mogen ons niet terugtrekken in een defensieve houding. De vruchten van de Geest die bestaan, moeten aangemoedigd worden. En daaraan wil Sant’Egidio werken. Het evangelie is de bron, de grote leidraad. Een vernieuwingsbeweging is nodig om op een frisse manier meer jongeren te betrekken bij het maatschappelijk gebeuren dat iedereen aanbelangt. Er is aanmoediging en openheid nodig!’
— Veerle Borremans is communicatiemedewerkster bij Missio België en lid van de redactie van TussenRuimte.