Een digitale leeromgeving is een ruimte op het internet die docenten en studenten allerlei mogelijkheden biedt om via het internet informatie met elkaar te delen. Te denken valt aan het uitwisselen van studiehandleidingen, papers, studieopdrachten, powerpointpresentaties, tentamenopdrachten en links naar belangrijke sites binnen het kader van het college. Maar meer dan dat biedt een digitale leeromgeving de mogelijkheid om van achter het eigen bureau op de studentenkamer met collega-studenten en de docent te overleggen over de inhoud van de collegestof en het volgende college voor te bereiden. Daartoe zijn mogelijkheden als een discussieforum en een chat-functie ingebouwd. Ook wanneer studenten in het kader van een uitwisselingsprogramma of een stage voor langere tijd in het buitenland verblijven, biedt zo’n digitale leeromgeving de mogelijkheid geen studievertraging op te lopen. Een van de bekendste digitale leeromgevingen is Blackboard.
Voortrekkers
Blackboard kwam overwaaien uit Amerika. Daar wordt deze digitale leeromgeving binnen universiteiten op grote schaal toegepast. Zo’n zeven jaar geleden koos Surfnet ervoor deze leeromgeving beschikbaar te stellen voor de Nederlandse universiteiten. De meeste universiteiten kozen dan ook voor deze leeromgeving, hoewel sommige universiteiten al beschikten over een eigen digitale leeromgeving en ervoor kozen die omgeving te behouden. Zo’n digitale leeromgeving biedt veel kansen om nieuwe didactische vormen te ontwikkelen, hoewel niet iedereen direct de voordelen ervan inziet.
Hans van Driel geeft ook colleges over de invloed van digitalisering op verschillende aspecten van de samenleving. Wanneer je terugkijkt naar de afgelopen jaren zie je dat er eigenlijk een dubbele ontwikkeling gaande is. Enerzijds zie je dat docenten de oude onderwijsmethoden als het ware kopiëren naar Blackboard, de studiehandleiding wordt digitaal aangeboden en mailcontacten verlopen via Blackboard. Daarnaast zie je een groepje die je ‘voortrekkers’ zou kunnen noemen. Het zijn docenten die met de komst van een digitale leeromgeving nieuwe impulsen zien voor hun onderwijspraktijk. Voor hen is Blackboard niet alleen een doorgeefluik, zij zien de nieuwe didactische mogelijkheden van zo’n platform. Soms zie je zelfs dat docenten opnieuw enthousiast worden om onderwijs te geven. Wanneer je Blackboard goed inzet, kun je het onderwijs op een aantrekkelijke manier interactief maken. Dat betekent dan ook op den duur het einde van de klassieke hoorcolleges. Maar zover zijn we nog niet; dit soort processen lopen heel traag.
Nieuwe didactiek
Op het ogenblik bestaat voor iedere cursus die aan de faculteit Geesteswetenschappen gegeven wordt een module op Blackboard. Een docent biedt zijn materiaal nu meestal niet meer op papier aan, maar via Blackboard. In het begin werd dat nog wel dubbel gedaan, op papier én op Blackboard. Nu loopt het allemaal via Blackboard. Het zijn de studenten zelf die daarom vragen. Die studenten gaan door het gebruik van Blackboard ook een heel andere rol vervullen binnen het onderwijs. Vroeger was de docent het hele college aan het oreren en penden de studenten memoblokken vol. Die vorm wordt steeds meer verlaten.
‘Wanneer ik nu een half uur hoorcollege geef, zijn studenten toe aan iets anders. Ik geef de studenten voorafgaand aan een college een stelling en vraag hen uiterlijk de dag voor het volgende college die stelling op Blackboard te onderbouwen’, geeft Van Driel als voorbeeld. Studenten en ook de docent kunnen deze reacties op Blackboard van elkaar lezen. In het college worden deze onderbouwingen dan besproken. Studenten leren zich op die manier kritisch te verhouden tot de stof en hierover met elkaar in gesprek te gaan. Daarmee verandert de aard van de colleges ook.
Het einde van de ontwikkelingen rond nieuwe didactische methoden is nog lang niet in zicht. Je ziet nu dat de initiatieven van de kleine groep ‘voortrekkers’ zich langzaam verbreden. Ook de mogelijkheden van het online discussie voeren binnen de setting van colleges worden momenteel verkend. Natuurlijk blijven er docenten die Blackboard vooral zien als een extra tijdsinvestering. In zekere zin klopt dat ook. Men moet leren omgaan met zo’n omgeving en de mogelijkheden ervan in de vingers krijgen en deze weten te vertalen naar de eigen onderwijspraktijk. Maar dat is een eenmalige investering. Op den duur levert het vooral tijdwinst op, zeker doordat de studenten een actievere rol in het onderwijs gaan vervullen.
Kritisch reflecteren
Zo gebruiken sommige docenten de mogelijkheid studenten elkaar te laten beoordelen op hun werk, de zogenaamde ‘peer-reviews’. Door Blackboard wordt dat een stuk gemakkelijker. Studenten maken opdrachten die ze op Blackboard plaatsen. De studiegenoten lezen deze opdrachten en beoordelen hun collega’s, waarvoor ze natuurlijk een onderbouwing moeten geven. Daarmee worden studenten gedwongen kritisch te reflecteren over academische producten. Dat scherpt de academische geest. De studenten die beoordeeld worden, moeten feedback geven op de beoordeling. Daarmee leren ze kritisch naar hun eigen werk te kijken en de sterke en zwakke kanten ervan te beoordelen. Een digitale leeromgeving biedt voor dit soort didactische vormen een goede ondersteuning. Naast de online discussie-mogelijkheden biedt Blackboard ook een chat-omgeving waar studenten real-time met elkaar kunnen overleggen.
Zo wordt Blackboard bijvoorbeeld gebruikt in het werkcollege Spiritualiteit. Dit werkcollege wordt gezamenlijk via Blackboard voorbereid. Op Blackboard worden de antwoorden geplaatst op lees-en reflectievragen bij teksten die in het werkcollege centraal staan. Na het college worden naar aanleiding van de bespreking van de teksten in het college de notities op Blackboard door de studenten bijgewerkt en aangevuld. Zo ontstaat als het ware een logboek bij het college. Studenten werken in groepjes van vijf. De roulerende groepsvoorzitter formuleert op Blackboard voor het desbetreffende college gemeenschappelijke vragen en centrale kwesties.Maar Blackboard wordt bijvoorbeeld ook gebruikt voor deeltoetsen en zelfcontrole door antwoorden op exemplarische tentamenvragen via Blackboard beschikbaar te stellen.
Stimuleren
‘Waar ik veel verwachtingen van heb is een nieuwe mogelijkheid die Blackboard binnenkort zal aanbieden, de zogenaamde annotatietool. Een heel geschikt middel ter ondersteuning van het bestuderen van sleutelteksten. Je kunt Zo kun je als docent gedeelten uit een tekst met een afwijkende kleur markeren en daar opmerkingen bij plaatsen. Op die manier kun je als docent bijvoorbeeld een belangrijke definitie in een tekst markeren en studenten als opdracht geven deze definitie te onderbouwen of te nuanceren. Maar ook studenten kunnen op die manier elkaar wijzen op belangrijke tekstpassages of de docent vragen stellen over een specifieke passage in een tekst.’ Op deze manier kun je studenten op een eenvoudige wijze stimuleren bij hun studie en ook tussen de colleges door de studenten ondersteunen.
Dat wil niet zeggen dat door het gebruik van Blackboard het onderwijs voor docenten een stuk arbeidsintensiever wordt. Als docent hoef je niet alles te controleren. Door gebruik te maken van ‘peer-reviews’ laat je studenten elkaar beoordelen, dat scheelt docenten veel tijd. Natuurlijk volg je als docent wel nauwgezet de wijze van beoordelen en de onderbouwing daarvan.’
De Universiteit van Tilburg experimenteert op het ogenblik met video-colleges. Dat biedt veel voordelen. Studenten die bijvoorbeeld voor een jaar in het buitenland willen studeren of in het buitenland stage willen lopen, kunnen op die manier via internet college blijven volgen en zo geen achterstand oplopen in hun studie, ook wanneer zo’n stage wat langer zou duren dan er eigenlijk voor gepland staat.
Te lang opgesloten
Gebruik van een digitale leeromgeving als Blackboard verandert ook het contact dat docenten met studenten hebben. Zoals gezegd, ook tussen de colleges door is het voor docenten gemakkelijker om contact te houden met de studenten. Dat contact wordt niet alleen frequenter, maar ook veel intensiever. ‘Aan hoorcolleges kleven wat mij betreft alleen maar nadelen. Je maakt een groep studenten in een hoorcollege monddood. Door via Blackboard vooraf opdrachten te geven voor een college verleid je studenten als het ware zelf actief aan de vormgeving en de inhoud van het college deel te nemen. Studenten zelf zeggen ook dat ze daardoor veel beter inzicht krijgen in de stof en er ook echt plezier aan beleven.
Datzelfde geldt voor veel docenten. Door het gebruik van Blackboard leren ze nieuwe manieren van omgaan met dezelfde stof. Zo merken sommige docenten Ze merken dat we te lang opgesloten hebben gezeten in stoffige collegezalen. In zekere zin helpt Blackboard om de ramen op te zetten en de wereld binnen te laten. Zo bezocht een groep studenten laatst in het kader van een mastercollege over Multatuli Amsterdam. Zo’n excursie schept al bij het begin van het college een band tussen studenten en docent. Dat bevordert ook de samenwerking binnen het college en de manier waarop van Blackboard gebruik wordt gemaakt. Want dat is natuurlijk wel van belang. Zo’n leeromgeving werkt alleen goed wanneer alle gebruikers ervan hun verantwoordelijkheid binnen het college nemen. Docent en studenten moeten van elkaar op aan kunnen.’
Vrije mix
De toekomst van het onderwijs wordt zo echt spannend en uitermate boeiend.. Zo zijn educatieve uitgevers bezig te verkennen hoe zij in de toekomst studiemateriaal kunnen aanbieden via digitale leeromgevingen. Geen studieboeken op papier dus meer, maar leeromgevingen via internet met ondersteuning en discussiemogelijkheden. Als universiteit koop je dan een licentie op zo’n digitale leeromgeving, bijvoorbeeld voor het vak statistiek, waar studenten dan gebruik van kunnen maken.
Dat soort ontwikkelingen hebben meer invloed dan je in eerste instantie misschien zou denken. Bijvoorbeeld voor universiteitsbibliotheken. Je kunt je bijvoorbeeld indenken dat de boeken die studenten nu bij de bibliotheek halen voor hun colleges in de toekomst digitaal worden aangeboden, zoals dat nu al gebeurt voor wetenschappelijke tijdschriften. Met de tijd zouden ook de boeken plaats kunnen maken voor digitale bestanden. Dat zou grote invloed hebben op de klassieke functies van bibliotheken. Niet alleen de universiteitsbibliotheken, maar alle bibliotheken, ook de openbare bibliotheek bij jou om de hoek.
Maar er zijn verdergaande ontwikkelingen. Tegenwoordig wordt alles portable, zoveel mogelijk functies worden in één apparaat ondergebracht, telefoneren, e-mailen, televisie kijken, lezen, bestanden uitwisselen, noem het maar op. Zowel docent als student worden steeds mobieler. Dat wil zeggen dat een college niet meer per se op een fysieke locatie op de universiteitscampus hoeft plaats te vinden. De deuren en ramen van het collegelokaal worden steeds verder opgezet. Er zal een vrije mix ontstaan tussen daadwerkelijk face-to-facecontact tussen studenten en docent en vormen van digitale communicatie en kennisoverdracht. We leven in een samenleving die steeds flexibeler wordt. Colleges hoeven niet meer aan tijd en plek gebonden te zijn.
Maatwerk
Die maatschappelijke ontwikkelingen zorgen er ook voor dat studenten steeds minder gewend zijn aan massamediale vormen. Studenten lezen steeds minder de krant, ze zoeken op internet de informatie bij elkaar die ze nodig denken te hebben. Zo zullen studenten ook in het onderwijs steeds meer gaan zoeken naar onderwerpen en leerstijlen die bij hen passen. Studenten zoeken naar manieren om het onderwijs te personaliseren, colleges te kiezen die bij hun interesse of toekomstperspectief passen. Daardoor wordt het onderwijs minder hiërarchisch georganiseerd, Studenten zullen steeds meer een beroep doen op mogelijkheden om hun eigen onderwijspakket samen te stellen. Daarmee worden studenten producenten. Zoals je nu al op het internet je eigen auto kunt samenstellen, zo zullen studenten in de toekomst hun eigen onderwijspakket kunnen samenstellen. Daardoor worden ze steeds minder consumenten van onderwijs, maar zullen ze gaandeweg zelf ook hun eigen onderwijspakket gaan produceren. Universiteiten zullen steeds meer geconfronteerd worden met de vraag om maatwerk. Ze zullen zich daartoe in de toekomst moeten verhouden.
Wereldwijd
Natuurlijk blijft er verschil bestaan tussen de universiteit en instituten die alleen werken op basis van distance-learning (onderwijs uitsluitend via internet). De campus blijft voor studenten en docenten het fysieke nest waarnaar zij iedere keer terugkeren. Face-to-face contact tussen studenten en de docent blijft belangrijk, dat heeft de ervaring uitgewezen. Maar in de loop van de tijd zullen we wel zien dat beide vormen van onderwijs, distance-learning enerzijds en onderwijs op een fysieke locatie en op een vast tijdstip, naar elkaar zullen toegroeien. Zoals gezegd, alles wordt flexibeler, vaste collegetijden, vaste locaties en vaste periodes voor stages binnen de opleiding zullen in de toekomst allemaal flexibeler worden.
Nu hebben we het alleen nog maar over de mogelijkheden van digitale leeromgevingen gehad voor het onderwijs. Maar ook het onderzoek maakt gebruik van digitale netwerkomgevingen, ook wel communities genoemd. Vooral voor contacten tussen onderzoekers wereldwijd wordt daar veel gebruik van gemaakt. Zo worden onderling papers uitgewisseld, gezamenlijk aan publicaties gewerkt en kunnen onderzoekers wereldwijd gebruik maken van elkaars onderzoeksgegevens. Maar ook vergaderingen worden wel via dit soort communities gehouden met behulp van video-conferencing. Steeds meer universiteitsbibliotheken gaan de publicaties van de wetenschappelijk medewerkers van hun universiteit digitaal aanbieden, dat maakt de receptie van publicaties een stuk eenvoudiger.
De officiële website van Blackboard is te vinden op www.blackboard.com.
— Hanneke Arts-Honselaar is post-doc onderzoeker aan de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur en stafmedewerkster van Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken (DISK).