Het verhaal van de thuiszorg van de gereformeerde kerk in de regio Shiselweni van Swaziland begint nota bene in Nederland!
Vanaf 1992 had ik het thema ‘Aids in Swaziland’ bestudeerd en in 2004 had ik er een artikel over geschreven. Toen werd ik in 2005 uitgenodigd om in Utrecht tijdens de assemblee van de Gereformeerde Oecumenische Raad drie workshops te verzorgen over de verantwoordelijkheid van de kerk ten opzichte van mensen die leven met hiv en aids.
Visioen in de bus
Tijdens de voorbereidingen voor de workshops zocht ik naarstig naar antwoorden voor onze eigen kerk in Swaziland. In dat land worden we geconfronteerd met het hoogste percentage ter wereld van mensen die leven met dit dodelijke virus. Gedurende de assemblee bezochten we de Schotse kerk in Rotterdam, die actief hulp biedt aan migranten, vluchtelingen en illegalen. Zittend in de bus terug naar Utrecht dacht ik aan de situatie in mijn eigen land en ik bad in stilte. Op dat moment kreeg ik een ingeving die ik beschouwde als van God: ‘Ga terug naar Swaziland en laat de leden van je gemeente de handen en de voeten van Christus worden’. Ik realiseerde me dat we de situatie in heel Swaziland zouden kunnen veranderen als we in één gemeente zouden beginnen.
Opgewonden keerde ik naar huis terug en vertelde in de kerk van Shiselweni over mijn ervaring in de Nederlandse bus. Zondag na zondag preekte ik over Gods ontferming over mensen die lijden. Een preek die me bij is gebleven ging over Lucas 5. Het verhaal over de man die melaats was en die voor Jezus knielt en zegt: ‘Heer, als u het wilt, maak mij rein.’ Tot dan toe had ik nooit zo gelet op de bijzondere woorden die hierna volgen. In vers 13 staat: ‘Jezus stak zijn hand uit en raakte de man aan.’ Met een schok werd het mij duidelijk dat Jezus zichzelf ‘onrein’ had gemaakt door deze man aan te raken. De wet verbood immers het lichamelijk contact tussen joden en melaatsen. Ik bedacht me dat we de mensen letterlijk zouden moeten aanraken als we het probleem van aids in Swaziland wilden aanpakken. Immers, deze mensen worden gestigmatiseerd en buitengesloten vanwege hun ziekte. Na een paar maanden vroeg ik de gemeente wat God tegen hen zei. Het unanieme antwoord was dat we onze gemeenteleden zouden moeten opleiden om te zorgen voor mensen die leven met hiv en aids. Ik zag dat echt als een wonder, omdat onze kerk, zoals zoveel andere kerken, tot dan toe alleen aan zichzelf dacht.
Laten er twintig meedoen…
We besloten om een aidsconferentie te beleggen met verschillende sprekers, om voor onszelf duidelijk te krijgen hoe we het genomen besluit verder konden uitvoeren. Een van de gastsprekers had al jarenlang ervaring met home-based care-projecten. Ze vertelde over haar werk en wij dachten dat deze aanpak voor ons geschikt zou zijn. We planden een training voor januari 2006. Naarmate de eerste dag van de training dichterbij kwam, werd mijn geloof in het plan steeds kleiner! Wat te doen als er geen deelnemers kwamen? Wat te doen als ze salarissen zouden vragen die we niet zouden kunnen betalen? Iemand herinnerde me eraan dat er maaltijden voor de deelnemers moesten komen. Maar op dat moment hadden we geen geld om eten te kopen. Twee dagen later zat er een cheque bij de post van iemand die ik nog nooit had ontmoet. In een begeleidend briefje zei de goede gever dat hij van onze plannen had gehoord en iets wilde bijdragen. Weer twee dagen later ontving ik een bankafschrift met een simpele omschrijving: Shiselweni aids project. Op die manier maakte God ons duidelijk dat we met ons waagstuk moesten doorgaan. Ik bad en vroeg God om ons twintig deelnemers te sturen.
Toen de training maandags begon, waren er 21 mensen. Ik kon mijn geluk niet op. Zelfs als er een zou afvallen, hielden we er twintig over. Toen ik dinsdags opstond woedde er een verschrikkelijke storm. Het regende dat het goot en ik was erg teleurgesteld. Geen van de cursisten had vervoer en ze moesten óf lopen óf van de bus gebruikmaken om bij de kerk in het dorp Dwaleni te komen waar de training werd gegeven. Maar met zo’n storm zou er natuurlijk niemand komen. Het was ze niet kwalijk te nemen. Schoorvoetend ging ik naar de kerk omdat ik de trainers zou moeten vertellen dat het vandaag niet door kon gaan. Maar toen ik bij de kerk kwam en binnenstapte, werd ik niet door 21 maar door 26 gezichten begroet! Druipnat, maar ze waren er om de training voort te zetten. De dag erna, woensdag, waren er al 36 mensen aanwezig!
Met een glimlach
Op vrijdag, de laatste dag van de training, gaven 32 mensen te kennen dat zij als vrijwilliger in de buurt van Dwaleni zouden willen gaan werken. Zij waren bereid de huizen langs te gaan, zieken te verzorgen, informatie te verspreiden, mensen aan te moedigen om zich te laten testen op hiv, en om al het verdere te doen wat nodig is om de mensen in hun gemeenschap te helpen. Het visioen dat God mij in de bus van Rotterdam naar Utrecht had geschonken, werd werkelijkheid! Ik kan eigenlijk geen woorden vinden voor mijn blijdschap op die vrijdag.
Het succes van deze groep in Dwaleni is mede te danken aan de honderden mensen die ons met gebed steunen, aan het voortdurende contact tussen de kerkleiding en de zorgverleners, en aan de wekelijkse ontmoetingen van de groep om ervaringen uit te wisselen en elkaar moed in te spreken. Het blijft me verbazen dat de zorgverleners altijd glimlachen, hoewel ze iedere dag werken met zieken en stervenden.
De verleiding was groot om in het eerste jaar met meer groepen te starten. Maar hoewel we hulpaanvragen van andere gemeenten kregen, deden we het niet. In 2007 trainden we een tweede groep en later dat jaar nog vijf andere groepen. In 2008 weer zes groepen, zo ook in 2009. In Shiselweni, de westelijke regio van Swaziland, zijn er nu achttien groepen zorgverleners met in totaal ongeveer 550 vrijwilligers die meer dan tweeduizend mensen bereiken. Wat in de Nederlandse bus met een visioen begon, groeide uit tot een leger zorgverleners. Zij werken onbaatzuchtig om hun gemeenschap te dienen en de situatie van zieken en stervenden te verlichten. De meeste vrijwilligers zijn vrouwen, maar er doen ook enkele mannen mee. En hoewel het project begonnen is binnen de gereformeerde kerk van Swaziland, telt de groep inmiddels veel zorgverleners uit andere kerken, zodat het een echt oecumenisch project is geworden.
Nieuwe projecten
Uit die eerste training van 2006 zijn een aantal andere projecten voortgekomen. De leiders van de lokale gemeenschap vroegen ons om te helpen bij voedseldistributie aan de vele weeskinderen in het gebied. Meer dan tien procent van de huidige bevolking van Swaziland is wees! We besloten ook om een opvang te beginnen voor jonge, veelal verweesde kinderen om hen voor te bereiden op school. In 2008 werd het thuiszorgproject van onze kerk genomineerd voor de Courageous Leadership Award. Dit is een prijs die gefinancierd wordt door onder andere de Willow Creek kerk in Chicago en door World Vision. Het project won als ‘meest veelbelovend’ en ontving een geldbedrag om voor het werk in te zetten. Hiervan werd een mooie keuken gebouwd en een eetzaal voor de weeskinderen.
Begin 2009 startte een nieuw project, om elke zorgverlener te voorzien van een zogenoemde hulprugzak. Hierin zitten basismedicijnen om mee te nemen bij hun dagelijkse bezoeken, maar ook een bijbel voor het bieden van geestelijke zorg. Wanneer we geld ontvangen van donors, worden er medicijnen aangekocht en de rugzakken gevuld en onder de vrijwilligers verspreid. Omdat er in de rurale gebieden geen schoon water is, hebben we dat probleem ook op onze agenda gezet. We zijn betrokken bij een goedkope methode van waterzuivering door middel van rivierzand en kunnen de gemeenschap nu van goed drinkwater voorzien.
Adopteer een zorgverlener
Vanaf het begin zijn de zorgverleners in het project vrijwilligers geweest, wat betekent dat ze geen salaris ontvangen. Hoewel we niet van dat beleid willen afwijken, realiseren we ons wel dat de meeste vrijwilligers zelf erg arm zijn. Zeventig procent van de bevolking van Swaziland leeft volgens de Wereldbank in extreme armoede, dat wil zeggen dat men rond moet komen van minder dan een dollar per dag. Ondanks dat delen de vrijwilligers regelmatig iets van hun schamele bezit, zoals voedsel, met de mensen die ze verzorgen. We ontwikkelen nu een ambitieus plan onder de naam: ‘Adopteer een zorgverlener’. Mensen, waar ook ter wereld, worden uitgenodigd om maandelijks een bedrag over te maken zodat we iedere zorgverlener elke maand van eten en medicijnen kunnen voorzien. Het gaat om ongeveer 25 dollar per maand per vrijwilliger. Voor veel mensen in het Westen is dat een gering bedrag, maar voor het leven in Swaziland maakt het een wereld van verschil.
Op dit moment wachten er ten minste zeven gemeenten op een training waarmee ze ook ‘de handen en de voeten van Christus’ in hun lokale gemeenschap kunnen worden. Waarschijnlijk zal hun aantal alleen maar groeien. In toenemende mate zijn kerkleiders zich bewust van de impact van aids op de samenleving. Als gevolg daarvan vragen ze ons om training van mensen in hun gemeenschap zodat die zorg kunnen dragen voor degenen die ziek of zelfs stervend zijn. In de hopeloze situatie van de aidsepidemie in Swaziland kan ‘Shiselweni Reformed Home-Based Care’ waarmaken wat ze zegt in haar mission statement: ‘In een gemeenschap die verwoest is door armoede, ziekte, gebroken families en dood, willen we de ware christelijke hoop terugbrengen, niet alleen met woorden maar – naar het ultieme voorbeeld van onze Heer Jezus Christus – ook door liefde te geven aan wie in nood zijn, en hen te troosten en te steunen waar mogelijk.’
Vertaling: Dineke Spee
Dr. Arnau van Wyngaard is sinds 1985 voltijds zendeling in Swaziland en is de algemeen secretaris van de Gereformeerde Kerk van Swaziland. Hij is gepromoveerd in de missiologie en richt zich sinds een aantal jaar in het bijzonder op de rol van de kerk in de context van de aidsepidemie. Zijn e-mailadres is wyngaard@lando.co.za. Voor meer informatie over het thuiszorgproject in Shiselweni en voor een aantal artikelen van Van Wyngaard, zie www.swazimission.co.za. Voor zijn weblog zie http://missionissues.wordpress.com/.