Opkomst van de esoterie
In het ‘christelijke’ westen baseren nieuwe religieuze bewegingen zich vaak op gereviseerde christelijke inzichten. De Heiligen van de Laatste Dagen, ook wel Jehova’s getuigen genoemd, zijn het klassieke voorbeeld. Andere bewegingen stammen uit esoterische tradities en occulte geloofsvormen. De christelijke reactie hierop is meestal de dwalingen te weerleggen en de gelovigen te waarschuwen voor het gevaar. Het gaat om het beschermen van de christelijke meerderheid. Sinds de opkomst van new age en neopaganisme in de jaren zestig is de kerk in de verdediging geschoten.
Aan het begin van de 21e eeuw liggen de kaarten anders. Nieuwe spirituele bewegingen positioneren zich niet langer binnen een christelijk raamwerk. Ze vertegenwoordigen nu een postmoderne en postchristelijke benadering van spiritualiteit met een steeds bredere inbedding in de samenleving.
Je ziet het in de boekhandels. Esoterische ‘lichaam en geest’-afdelingen beslaan nu meer planken dan de boeken over religie. De onderwerpen variëren van zelfhulp en meditatie tot tarot en alternatieve geneesmiddelen, en zelfs handreikingen voor druïden. Onderzoek wijst uit dat geloofsopvattingen de laatste decennia dramatisch veranderd zijn. In het Verenigd Koninkrijk ziet de helft van degenen die in een leven na de dood geloven dit als reïncarnatie. Terwijl slechts 26 procent van de bevolking in een persoonlijke God gelooft, denkt 44 procent eerder aan een geest of levenskracht die meer lijkt op een kracht uit Star Wars dan op ideeën uit de traditionele religies.
Consumptiegedrag
Ondanks deze cijfers is het moeilijk om volgelingen van deze nieuwe bewegingen te classificeren en te tellen. Een complicerende factor is dat de meesten het label new age inmiddels hebben laten vallen. Een alternatieve benaming heeft zich nog niet aangediend. Je kunt spreken over new age en paganisme als de twee uitersten van het spectrum van hedendaagse spiritualiteit. Deze onderscheiding geeft enig houvast. Toch is er geen consensus onder onderzoekers en beoefenaars over de juiste term. We zijn gedwongen om vage termen te blijven gebruiken, zoals ‘nieuwe vormen van spiritualiteit’.
Het onderstreept eens te meer het postmoderne karakter van zulke spiritualiteit. Het gaat niet om georganiseerde groepen met heldere leerstellingen, maar veeleer om fluïde clusters van mensen die zich richten op wat voor hen ‘werkt’. Deze stijl van spiritualiteit lijkt veel op religies die klantgericht werken. In Japan bijvoorbeeld zijn slechts weinig mensen lid van een religieuze instelling, maar toch ‘consumeren’ veel mensen de diensten van de religie die op dat moment voor hen het beste werkt.
In tegenstelling tot de ascetisch ingestelde antieke gnostiek sluiten nieuwe spirituele bewegingen aan bij de consumptiecultuur. Het paganisme is weliswaar een bron geweest voor allerlei cultuurkritische actie tegen het kapitalisme, maar dit ‘pure’ paganisme wordt echter bedreigd door de groei van een meer klantgerichte vorm van paganisme op het internet, dat vooral onder tieners populair blijkt.
Deze vorm van spiritualiteit kent geen exclusieve claims op zijn aanhangers. In Europa is het op de religieuze markt een alternatief. In de Verenigde Staten, dat een sterk christelijk profiel heeft, maken veel kerkgangers het zich eigen, zonder een conflict te ervaren met hun traditionele religieuze bronnen. Het is niet beperkt tot een bepaalde groep. In de hele samenleving lijkt nieuwe spiritualiteit aan te slaan. Voor evangelisatie is een diep begrip van deze religiositeit daarom veel belangrijker dan het aantal deelnemers aan esoterische beurzen – in het Verenigd Koninkrijk waarschijnlijk niet hoger dan één procent van de totale bevolking – suggereert.
Evangelisatie opnieuw doordacht
Evangelisatie in het Westen is gebaseerd op modellen die in ‘christelijke’ landen zijn ontwikkeld. Een goed voorbeeld is de klassieke zendingsbijeenkomst waarin de verkondiging van het kruis centraal staat. In het Verenigd Koninkrijk is deze aanpak niet langer gangbaar. Aan het einde van de twintigste eeuw werd duidelijk dat mensen die tijdens zulke bijeenkomsten tot geloof kwamen meestal al een kerkelijke achtergrond hadden. Deze groep werd echter steeds kleiner. Hetzelfde probleem, het bereiken van mensen die al een kerkelijke achtergrond hebben, doet zich voor bij de overigens zeer effectieve Alpha-cursus, een introductiecursus in het christelijke geloof.
De paradigma’s zijn veranderd, ook in de zending. Het werk van de Zuid-Afrikaanse missioloog David Bosch toont dat afdoende aan. Evangelisatie in Europa en Amerika wordt opnieuw doordacht als crossculturelezending, en niet langer als geërfde traditie van het christendom.
Deze nieuwe doordenking resulteert in een nieuwe praxis van evangelisatie onder mensen die nieuwe vormen van spiritualiteit verkennen. Deze praxis begint niet bij de verkondiging van de boodschap, maar luistert eerst naar het geloof en de ervaringen van mensen en zoekt naar een verbinding met het evangelie. De kerk kan niet verwachten dat mensen naar missionaire evenementen toe komen. Zendingsbijeenkomsten, cursussen en kerkdiensten voor zoekers worden minder belangrijk. Het gaat in de eerste plaats om het opbouwen van relaties en het delen van geestelijke ervaringen.
Onmisbare inzichten voor evangelisatie
Evangelisatie als crossculturele zending in de westerse cultuur heeft geleid tot nieuwe missionaire inzichten. De Lausanne Groep voor Nieuwe Religieuze Bewegingen heeft deze inzichten op een rij gezet.
- In de westerse samenleving staat het christendom onder brede kritiek.
Het rapport van de Lausanne Groep noemt dit ‘de onbetaalde rekeningen van de kerk’. Het christendom wordt gezien als een beweging zonder spirituele realiteitszin. Het draagt de verantwoordelijkheid voor de milieucrisis , geweld en de onderdrukking van vrouwen en minderheden. De kerk heeft essentiële vragen onbeantwoord gelaten. Christenen doen er goed aan de fouten uit het verleden eerlijk toe te geven, maar tegelijkertijd te werken aan een effectieve apologetiek. Treed de vragen vrijmoedig tegemoet en behandel ze in overeenstemming met de christelijke traditie.
- Spiritualiteit bestaat niet uit leerstellige overtuigingen, maar is vooral ervaring.
Apologetische benaderingen die de waarheid van het evangelie aantonen zijn weinig relevant voor mensen die leven vanuit de ervaring. Ze zijn eerder geïnteresseerd in persoonlijke getuigenissen. Ze willen, net als Thomas, zelf God ervaren. Gebed, meditatie en profetische inzichten zijn manieren om verbinding met mensen te maken. Toch schuilt hierin ook een gevaar. Het gaat er niet om een nieuw product toe te voegen aan het bestaande scala geestelijke consumptiemiddelen. De nadruk op ervaring gaat hand in hand met een nadruk op de transformerende kracht van God in en de centrale rol van Jezus.
- Concepten als zonde en heil zijn onbekend.
Als gevolg daarvan vindt de traditionele verzoeningsleer weinig weerklank of wordt categorisch verworpen. Een nieuwe taal is nodig om de verzoening ter sprake te brengen. Deze taal kan bouwen op het alom aanwezige besef dat de menselijke levenswijze de planeet schaadt en lijden veroorzaakt. Bijbelse beelden van verlossing kunnen begrepen worden als antwoorden hierop. Denk aan het vocabulaire van Paulus rondom de dood en de opstanding van Christus die de macht van zonde en dood verbreken.
- Mensen beschrijven vaak spirituele ervaringen die passen bij het christelijke godsbeeld en de christelijke visie op openbaring.
Natuurlijk zijn niet alle ervaringen ‘pseudo-christelijk’. Ook blijven zulke ervaringen vaak verborgen, omdat mensen deze niet uitdrukken in de taal van het christendom maar in taal en ideeën ontleend aan new age of hedendaags paganisme. Evangelisatie wil laten zien dat zulke geestelijke ervaringen passen binnen een christelijke spiritualiteit. We gaan in het spoor van de apostel Paulus toen hij in Athene sprak over de onbekende God.
- Mensen die tot geloof komen vinden het vaak moeilijk om een plek te vinden in een bestaande kerk.
Binnen hun eigen subcultuur komen ze tot veel natuurlijkere geloofsuitdrukkingen. Het planten van ‘contextuele’ kerken is daarom een opdracht voor de zending, die op lange termijn vruchten zal afwerpen.
Kerken planten in een spirituele tijd
De hedendaagse erfgenamen van Thomas zijn in het denken over zending en evangelisatie tot nog toe onderbelicht gebleven. Die lacune wordt nu langzaam aan opgevuld. In het Verenigd Koninkrijk hebben de kerken materiaal ontwikkeld dat aandacht vraagt voor zending met het oog op nieuwe vormen van spiritualiteit, onder de titel Het toerusten van je gemeente in een tijdperk van spiritualiteit. Ook is er steeds meer voorlichting en toerusting voor zending in de context van nieuwe spiritualiteit.
Wie al in dit veld werkzaam is, weet hoe groot de uitdagingen zijn: contacten leggen en onderhouden, het geloof delen, het planten van cultuurgevoelige kerken. Dat laatste is cruciaal, want de kerk is de beste basis voor een blijvende missie in de specifieke context van nieuwe spiritualiteit in het Westen.
Vertaald en bewerkt door Wilbert van Saane
— Steve Hollinghurst is onderzoeker voor evangelisatie in een postchristelijke cultuur bij Sheffield Centre, het onderzoekscentrum van de Church Army. Hij schreef over dit onderwerp onder meer New Age, Paganism and Christian Mission (Cambridge: Grove Books, 2003) en Mission-Shaped Evangelism: The Gospel in Contemporary Culture (Norwich: Canterbury Press, 2010).