Net als zijn zusters en broeders in het Europese christendom staat Alick Banda voor de uitdaging om kritisch en vrijmoedig te reflecteren op de relatie tussen God en genezing. Het belangrijkste verschil is dat ons denken over genezing binnen de grenzen van het westerse, wetenschappelijke, biomedische gezondheidsparadigma plaatsvindt, terwijl Alick Banda zich zal moeten zien te verhouden tot maar liefst vier verschillende manieren van denken over gezondheid in Afrika.
Hybride opvatting
Deze vier gezondheidsdiscoursen bestaan naast elkaar, maar niet altijd zonder spanning. Het oudste discours is het traditioneel Afrikaanse gezondheidsdiscours. Daarnaast zijn er het discours van de medische zending, het hiv/aids-discours en het kerkelijk genezingsdiscours.1 Vaak hangt het van de omstandigheden af tot welk gezondheidsdiscours een Afrikaanse patiënt en zijn familie hun toevlucht zoeken: soort aandoening, financiële reikwijdte, kennis en informatie, logistieke nabijheid van de hulpverlener. Het komt ook voor dat een Afrikaanse patiënt van meerdere discoursen tegelijk gebruikmaakt.2
In feite is in Afrika een dynamische en hybride opvatting van gezondheid en genezing ontstaan op basis van de vier gezondheidsdiscoursen, die ik kort schets.
Het traditioneel Afrikaanse genezingsdiscours
Het terrein van traditionele genezing wordt door medici vaak beschouwd als iets wat primitief en achterhaald is, en velen vinden dat het werk van traditionele genezers een aberratie van de medische gezondheidszorg is. Vanuit de culturele en medische antropologie, echter, wordt traditionele genezing gezien als een aparte categorie, die voor Afrikanen net zo relevant kan zijn als de professionele categorie (waarmee dan de biomedische wetenschappelijke benadering wordt bedoeld).
Het Afrikaans traditionele genezingsdiscours wordt gekenmerkt door de opvatting dat ziekte vooral een relationele aangelegenheid is. Wie ziek wordt of wie tegenslag ervaart, zal de oorzaak zoeken in een verbroken of veronachtzaamde relatie. Wrok, jaloezie of bitterheid in een relatie kunnen de oorzaak zijn van ziekte en lijden. Een Afrikaanse zieke kan dus niet zoveel met de ons bekende ‘waarom ik?’-vraag, maar zal eerder proberen een antwoord te vinden op vragen zoals ‘Wie heeft mij dit aangedaan? Wie wil mij straffen met ziekte? Wie heb ik veronachtzaamd?’
In het Afrikaans traditionele genezingsdiscours wijzen ziekte en tegenslag meestal naar een relatie die in onbalans is geraakt. Het kan gaan om de relatie tot de familie, tot de natuurlijke omgeving, maar ook om de relatie tot de (voorouder)geesten. De traditionele genezer wordt beschouwd als de meest geschikte persoon om, met behulp van bepaalde rituelen, voorwerpen en trance-sessies, op het spoor te komen waar de zwakke plek in het netwerk van relaties van de zieke zit, opdat de zieke het herstel- en genezingsproces kan ingaan.
Het discours van de medische zending
De impact van de aanwezigheid van medische zendelingen in zuidelijk Afrika is enorm. Met name op het platteland zijn Afrikanen sterk afhankelijk van missieziekenhuizen en de zorg die daar geboden wordt. Het werk van medische zendelingen gaat terug tot de negentiende eeuw, de tijd van de grote missionaire beweging vanuit Europa, Engeland en Amerika naar de rest van de wereld om de goede boodschap van Christus te verkondigen. Deze evangelisatie-activiteiten werden gecombineerd met medische zorg voor de zieken.
De medische zending introduceerde een nieuwe vorm van genezing in Afrika. Het ging hier om een combinatie van Europese christelijke overtuigingen en ontwikkelende wetenschappelijke inzichten.3 Deze combinatie resulteerde in een complexe visie op ziekte. Het gezondheidsdiscours van de medische zending werd namelijk gekenmerkt door een visie op ziekte die geworteld was in de overtuiging dat reinheid, hygiëne en vroomheid bijna synoniem waren. Fysieke hygiëne werd onlosmakelijk verbonden met geestelijke hygiëne.
Het gevolg was dat gezondheid en ziekte een morele lading kregen. De ziekte in het lichaam van de Afrikaanse patiënt werd doorgaans beschouwd als een afspiegeling van zijn zondige ziel. Hij was immers ondergedompeld in het heidense bestaan, en zijn spirituele conditie werd weerspiegeld in zijn lichamelijke gesteldheid, omdat fysieke en morele gezondheid hand in hand gingen in het discours van de medische zending. Anders gezegd: het lichaam werd de locatie waar spirituele vooruitgang werd geboekt. De lichamelijke genezing van een patiënt kon niet los gemaakt worden van de gedachte dat deze mens een innerlijke verandering in de richting van de bijbelse God had doorgemaakt.4
Het hiv/aids-discours
Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is er in de Afrikaanse context nog een prominent gezondheidsdiscours bijgekomen. De strijd tegen hiv/aids bracht een nieuw paradigma, waarbij de epidemiologie bepalend was voor het denken over gezondheid en genezing.
Het perspectief van de epidemiologie was dat besmetting met het virus plaats vond op basis van bloedcontact en seksueel gedrag. Binnen het hiv/aids-discours groeide het besef dat verandering van seksueel gedrag een belangrijke factor was in het tegengaan van de verspreiding van het virus. Het ongewenste gevolg van de focus op seksueel gedrag als instrument in de strijd tegen hiv/aids, was stigmatisering en discriminatie van reeds besmette mensen en van de risicogroepen (zoals prostituees en hun klanten, vrachtwagenchauffeurs en militairen).
Vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw groeide de kritiek op de epidemiologische benadering van ziekte, omdat zij vruchtbare grond bleek voor de gedachte dat degenen die besmet raakten in feite zelf verantwoordelijk waren voor hun ziekte op basis van hun keuze voor een bepaalde levenswijze. Er gingen stemmen op om ‘voorbij de epidemiologie’ te bewegen, en om een breder perspectief op ziekte te ontwikkelen. Vanuit de sociale wetenschappen verschenen onderzoeken die benadrukten dat ziekte niet alleen een virus is, maar dat hiv/aids gaat over genderverhoudingen, over armoede en over globalisatie. Ziekte is ook een culturele, economische en politieke aangelegenheid werd nu de gedachte binnen het hiv/aids-discours.5
Met het verschuiven van de accenten van de definitie van ziekte, veranderde ook de opvatting van wat genezing genoemd kan worden. Genezing was niet langer gelijk aan het elimineren van de ziekte in het lichaam van het individu, maar genezing werd steeds meer verstaan als het (terug)winnen van een bepaalde kwaliteit van leven – een kwaliteit van leven mét een dodelijk virus in het lichaam.
Het kerkelijk genezingsdiscours
Veel pentecostale en charismatische kerken in zuidelijk Afrika hebben een eigen perspectief op ziekte en genezing. Vanwege bepaalde elementen uit de christelijke traditie, die niet in de andere gezondheidsdiscoursen aanwezig zijn, is het mogelijk om te spreken van een zelfstandige categorie binnen het denken over gezondheid en genezing in Afrika. Dit discours wordt gekenmerkt door vormen van genezings- en bevrijdingspastoraat door middel van gebed en bepaalde rituelen.
Het kader waarbinnen gezondheid en ziekte geduid worden, is het concept van de spirituele strijd tussen goed en kwaad. Deze strijd wordt gevoerd door spirituele machten: door de Heilige Geest tegenover satan en zijn destructieve machten. In die spirituele strijd staat er veel op het spel voor de gelovige, want satan heeft het gemunt op het welzijn van de mens. Ziekte en lijden wordt in dit discours dan ook verstaan als aanvallen van de kwaadwillende entiteiten. De gelovige mag zich geborgen weten door de kracht van het bloed van Christus en door de aanwezigheid van de Heilige Geest, maar wie zich niet onder de beschermende kracht van God plaatst, die zal het niet redden in de spirituele strijd. Het vertrouwen op de macht van God bij tegenslag krijgt op die manier een spirituele en morele lading, want het gaat dus om de keuze om je over te geven aan de autoriteit van God in de werkelijkheid. De macht van God, die op een heel directe manier kan interveniëren in onze werkelijkheid, is het sleutelwoord in dit gezondheidsdiscours.
Impact en betekenis
Wat is nu de impact van het complexe en hybride Afrikaans denken over ziekte, gezondheid en genezing op theologisch en missionair terrein? Wat betekent het voor Europese gelovigen dat een dominee in zuidelijk Afrika voor de uitdaging staat om zich in zijn dagelijkse werkzaamheden te verhouden tot vier gezondheidsdiscoursen tegelijk?
In de eerste plaats betekent het bestaan van diverse Afrikaanse perspectieven op genezing een verbreding van de eigen benaderingswijze ten opzichte van genezing. De complexe Afrikaanse gezondheidsconcepten onthullen dat een eenduidige, simplistische gezondheidsbenadering niet te handhaven is. Het wetenschappelijk biomedische gezondheidsparadigma is een belangrijk paradigma binnen het scala van gezondheidsbenaderingen, maar kan niet beschouwd worden als het enige valide gezondheidsdiscours. Gezondheid is per definitie een meervoudig en contextueel begrip.
In de tweede plaats heeft het Afrikaanse denken over gezondheid impact op het theologische denken over God en genezing. Wie, zoals Alick Banda, bezig is met de vraag wat God met gezondheid, ziekte en genezing te maken heeft, zal het meervoudige en contextuele karakter van gezondheid (en ziekte en genezing) moeten verdisconteren in zijn theologische reflectie. Wie voorbij het in Europa vanzelfsprekende biomedische paradigma durft te denken, ontdekt dat genezing niet per definitie fysiek en/of mentaal is, maar bijvoorbeeld ook relationeel, collectief, politiek, spiritueel, moreel, emancipatoir of economisch kan zijn.
Ten slotte, voor het missionaire denken dat gericht is op het welzijn van de medemens betekent de Afrikaanse dynamische benadering van gezondheid dat er moed en vrijmoedigheid nodig is om het eigen gezondheidsparadigma (of: paradigma’s) tegen het licht te houden en te relativeren. Het is de consequentie van gezondheid als contextueel en meervoudig concept. Moed kan verrijkend werken, omdat het hybride denken over gezondheid ons in staat stelt om, voorbij de grenzen van het biomedische denken (dat gezondheid enkel ziet als lichamelijk fit zijn), na te denken over gezondheid en ziekte in relatie tot God.
Noten
1 D. van den Bosch-Heij, Spirit and Healing in Africa: a Reformed Pneumatological Perspective, Bloemfontein: Sun Media, 2012, 3-140.
2 S.J. Rasmussen, ‘Introduction’, in: Falola, T. & Heaton, M.M. (eds.), Health Knowledge and Belief Systems in Africa, Durham: Carolina Academic Press, 2008, 3-29.
3 In de medische antropologie wordt dan ook onderscheid gemaakt tussen de seculiere gezondheidszorg door de koloniale overheid en de christelijke gezondheidszorg door zendingsorganisaties. Beide vormen van gezondheidszorg bestonden in die tijd naast elkaar.
4 Zie M. Jennings, ‘Healing of bodies, salvation of souls’: Missionary Medicine in Colonial Tanganyika, 1870s-1939. Journal of Religion in Africa 38, 2008, 27-56. Zie ook D. Hardiman, (ed.), Healing Bodies, Saving Souls. Medical Missions in Asia and Africa, Amsterdam: Rudopi, 2006.
5 Zie E. Kalipeni, S. Craddock, J.R. Oppong & J. Ghosh (eds.), HIV and Aids in Africa. Beyond Epidemiology, Malden, Oxford: Blackwell Publishing, 2004.
— Deborah van den Bosch-Heij werkte als docent aan het Justo Mwale Theological University College in Zambia, en promoveerde in 2012 op een systematisch-theologisch onderzoek naar de relatie tussen Geest en genezing in Afrika vanuit protestants perspectief. Momenteel is ze als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Harkema.