Na het opheffen van de Sovjet-Unie op 26 december 1991 werden de vijftien Sovjet-republieken onafhankelijke staten. Sommige van deze landen bleven nauw met Rusland verbonden. Andere landen zochten een meer onafhankelijke koers en in enkele gevallen leidde dit tot politieke en militaire conflicten. De landen ontwikkelen zich op een eigen manier en onafhankelijk van elkaar. Toch zijn er nog veel verbanden en overeenkomsten, dankzij hun gezamenlijke historische en culturele achtergrond. De Russische taal blijft in tal van zaken de internationale taal voor de gehele voormalige Sovjet-Unieregio.
Geestelijke armoede
Zeventig jaar communisme in de Sovjet-Unie is desastreus geweest voor het geestelijk leven van de bevolking. De verbeten strijd tegen religie resulteerde in de verwoesting van tempels, kerken, moskeeën, synagogen en andere plaatsen voor godsdienstige samenkomsten in de gehele Sovjet-Unie. Net als miljoenen andere ‘vijanden van de staat’ werden religieuze leiders gearresteerd en geëxecuteerd of weggestopt in gevangenissen en werkkampen. Velen crepeerden ten gevolge van ondervoeding, uitputting, ondraaglijke omstandigheden en tal van ziekten.
Slechts een klein aantal kerken, orthodox en protestant, konden onder toezicht van Sovjet-autoriteiten hun diensten blijven vieren. Van een onbekend aantal ondergrondse kerken zochten de leden elkaar op in het duister, in de huizen van gelovigen, in bossen en andere afgelegen plekken.
Over het evangelie spreken met anderen, het drukken, verspreiden of zelfs maar in huis hebben van religieuze literatuur en de Bijbel, was streng verboden en werd beschouwd als een misdaad.
Zo zijn enkele generaties opgegroeid, in geestelijke armoede en zonder kennis van het Woord van God. Atheïsme werd aan de bevolking opgelegd gedurende alle jaren van scholing. De Tien Geboden, door God gegeven, waren vervangen door de twaalf regels van ‘de morele codex van de bouwers van het communisme’, waarvan de eerste regel luidt: ‘Toewijding aan de zaak van het communisme’.
Opwekking
Tegen het einde van het communistische tijdperk was de meerderheid van de bevolking ernstig teleurgesteld geraakt in de partij, de leiders en de ideologie van het communisme. Er groeide een diep geestelijk verlangen en dat had een opwekking tot gevolg in het gehele gebied van de Sovjet-Unie.
Christenzendelingen uit tal van landen en van verschillende geloofsrichtingen vonden er een open deur voor het Evangelie. Zeventig jaar lang had deze deur hermetisch dicht gezeten. Miljoenen mensen in de Sovjet-landen openden hun hart voor Jezus en de bestaande kerken werden overspoeld door het grote aantal nieuwe gelovigen. Er werden ook veel nieuwe kerken gesticht, vaak in de vorm van huisgemeenten. God voorzag op dat moment in nieuwe kerkleiders en kerkstichters, mensen die voorheen atheïst waren geweest.
Deze godsdienstvrijheid in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw duurde maar kort, maar was heel vruchtbaar.
Opnieuw beknot
Al snel werd echter de geestelijke vrijheid beknot. In hun zoektocht naar het versterken en consolideren van hun natie, zochten de overheden in religie de vervanging van de communistische ideologie. Het idee de van oudsher traditionele godsdiensten te gebruiken als bindend element om eenheid in de natie te bevorderen, was erg verleidelijk. Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, Georgië en Armenië beschouwden het christendom als een traditionele religie. Voor de landen in Centraal-Azië, Azerbeidzjan en bepaalde gebieden in Rusland, was dat de islam.
De overheden begonnen de traditionele religies te ondersteunen en andere tegen te werken. Vooral zendelingen uit het buitenland en ‘niet-traditionele’ religies werden tegengewerkt. In Rusland bijvoorbeeld betekende dit dat de Orthodoxe Kerk werd gesteund en het vormen van protestantse kerken tegengegaan werd.
In een aantal landen werd de wet gewijzigd, zodat er beperkingen opgelegd konden worden op het spreken over geloofszaken, op kinder- en jeugdwerk, geestelijke literatuur en geestelijk onderwijs aan kerkleden. Dit leidde tot een beperkte religieuze vrijheid en in sommige landen tot vervolging van kerkleiders en individuele gelovigen.
Behoefte aan theologisch onderwijs
Ondanks alle restricties nam het aantal nieuwe christenen in de voormalige Sovjet-Unie snel toe en men bleef het evangelie verspreiden. Waar lange tijd de naam van God niet genoemd kon worden en waar voor zijn Woord geen plaats was, komt nu een menigte mensen regelmatig in diensten samen. Deze christenen sturen ook zendelingen naar andere landen en de liefde van God wordt zichtbaar voor niet-gelovigen in verscheidene sociale projecten.
De kerken hebben een grote behoefte aan kwalitatief goed christelijk onderwijsmateriaal om alle kerkleden toe te rusten en te trainen om juiste kennis van het Woord van God te verwerven. Zo kunnen zij hun kerk en samenleving dienen met de geestelijke en praktische gaven die God hun gegeven heeft.
Niet alle zendelingen die in het begin van de jaren negentig tijdens de opwekking naar de voormalige Sovjet-Unie kwamen, waren theologisch goed onderlegd. Bovendien was er een tekort aan goede christelijke lectuur. De keuze om christelijke onderwijsmateriaal wel of niet te vertalen, te publiceren en te distribueren werd vaak bepaald door wat kerken of organisaties in het buitenland zich konden veroorloven. Er werden veel bijbelscholen opgezet door zendelingen, maar de kwaliteit van het onderwijs was vaak gebrekkig. De cursus voor kerkelijk werkers duurde vaak maar een paar maanden. Zo groeide er een generatie van kerkleiders op met flinke hiaten in hun theologische scholing en gebrekkige kennis van de belangrijkste leerstellingen, hetgeen leidde tot ongebalanceerd en onjuist onderwijs in de kerk.
(Te) duur
Deze problemen behoren nu voornamelijk tot het verleden. Tegenwoordig zijn er goede christelijke onderwijsinstellingen in de verschillende landen van de voormalige Sovjet-Unie, die geleid worden door lokale kerkelijk leiders. Maar ook deze instellingen en hun gebalanceerde programma’s kunnen niet in alle behoeften van de lokale kerken voorzien. Deze vorm van onderwijs is vaak erg duur, individuele kerken en gelovigen kunnen dit vaak niet bekostigen. Het zijn voornamelijk volwassenen die voor dit onderwijs in aanmerking komen, mensen met een baan en met een familie en die actief zijn in kerkelijk werk, die zich niet aan een voltijdse studie kunnen toewijden. Zodoende loopt het aantal studenten elk jaar terug. Daarentegen neemt het aantal studenten die voor verschillende korte cursussen via correspondentie kiezen toe. Er is een groeiende behoefte aan theologisch onderwijs op niveau, dat toegankelijk zou moeten zijn voor alle kerkleden. Daardoor zal niet alleen de individuele gelovige kennis kunnen vergroten, maar ook de eenheid van de gehele kerk is ermee gediend.
Opbouw en toerusting: TEE
Voor de opbouw en training voor de lokale kerken is Theological Education by Extension (TEE: Gedecentraliseerd Theologisch Onderwijs) een goed instrument gebleken. TEE werd voor het eerst in de jaren zestig gebruikt in Latijns-Amerika met de bedoeling niet-geschoolde kerkleiders op het platteland theologisch op te leiden. Deze vorm van onderwijs werd populair en had zoveel succes, dat het al snel in andere delen van de wereld gebruikt werd.
Bij TEE gaat het om materialen voor zelfstudie, een wekelijks groepsgesprek samen met een daarvoor getrainde begeleider, en praktische opdrachten gericht op het persoonlijk leven en de taak in de kerk. Deze drie componenten dragen samen bij tot een actieve geestelijke groei van gelovigen en tot een groeiend verlangen betrokken te zijn in het werk van God.
Waren kerkleden vroeger vaak passieve ontvangers, dit programma helpt hen geestelijk te ontwaken, wat leidt tot veranderingen in het leven van de hele gemeente.
Nieuwe start
Het waren buitenlandse zendelingen die in de jaren negentig TEE introduceerden in de voormalige Sovjet-landen. Er werd met name geprobeerd om bestaande SEAN-cursussen (Study by Extension for All Nations,www.seaninternational.com) naar lokale talen te vertalen en in de lokale kerken te introduceren. Aan deze pogingen kwam een einde toen de religieuze vrijheden ingeperkt werden en veel zendelingen de regio moesten verlaten. De nationale kerkleiders waren toen nog niet in staat dit werk voort te zetten. De toenemende beperkingen maakten het destijds voor hen ook moeilijk leiding te geven aan de kerk.
Dit werk werd begin 2000 opnieuw opgestart door lokale leiders, als eerste in Rusland en spoedig daarna in verschillende andere Centraal-Aziatische landen. Tussen 2004 en 2014 vertaalde het nationale TEE-team ORTA (Open Russische Theologische Academie) bijna alle SEAN-cursussen in het Russisch. Ook voorzag dat team in de training van cursusleiders voor kerken van verschillende denominaties van Wladiwostok in het verre oosten tot aan Karelia aan de Finse grens.
In 2006 werd een nationaal TEE-team gevormd in Kirgizië en voor de vertaling naar het Kirgies gebruikte men de Russische versie. Dit werk raakte bekend bij kerkleiders in andere Centraal-Aziatische landen en TEE werd geleidelijk aan breder geïntroduceerd.
In 2012 ontvingen de verschillende nationale TEE-teams een toerusting in de verschillende aspecten van dit werk tijdens een conferentie die gericht was op het leggen van een goed fundament. In 2013 werd een werkbijeenkomst georganiseerd over vertalen in de context. In 2014 was er opnieuw een ontmoeting en werd de ontwikkeling van TEE in de verschillende landen besproken.
Er wordt steeds beter samengewerkt tussen de Centraal-Aziatische teams en het Russische team en men bezoekt elkaar over en weer in de verschillende landen. In Azerbeidzjan is men ook met TEE begonnen, en in landen als Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië en Georgia en in de kerken in de diaspora groeit de belangstelling ervoor.
Theologisch onderwijs in Oezbekistan
Vooral Oezbekistan heeft de religieuze vrijheden sterk ingeperkt. Veel kerken en christelijke organisaties verloren daar hun geregistreerde status en men ontmoet elkaar nu in huizen, veelal in de beschutting van het donker. Sommigen kerken en organisaties zijn er beter af gekomen en kunnen bijeenkomen in gebouwen van geregistreerde kerken, waar verschillende groepen op verschillende tijden diensten kunnen organiseren.
Vooral het platteland lijdt onder de opgelegde beperkingen. Politie-invallen en bekeuringen vanwege het bezit van christelijke literatuur komt regelmatig voor.
Ten gevolge van deze onderdrukking kunnen slechts weinig christenen studeren aan het enige, in Oezbekistan geregistreerde en door de overheid gecontroleerde seminarie. Daarom ook is er zo’n grote behoefte aan gedecentraliseerd theologisch onderwijs.
De kerken willen heel graag gebruik maken van Theological Education by Extension voor de opbouw van gelovigen en de training van leiders. TEE is vertaald in het Oezbeeks en in Karakalpak. Het aantal kerken dat gebruikmaakt van TEE groeit, maar het is en blijft gevaarlijk om christelijk studiemateriaal in huis te hebben. Het nationale TEE-team zoekt wegen om te voorkomen dat studenten hoge boetes moeten betalen en probeert veiliger manieren om te studeren uit, door gebruik te maken van digitale en audiomethodes.
Conclusies
De veranderingen op geestelijk gebied in de vroegere Sovjet-landen van de laatste vijfentwintig jaar zijn enorm, tot eer van God. Het IJzeren Gordijn werd neergehaald en de deur naar de Sovjet-landen opende zich wijd voor tal van vrijheden inclusief de vrijheid van geloof. Het leven van miljoenen mensen werd veranderd door het evangelie van Jezus Christus. Ondanks de toenemende beperkingen wat betreft religieuze vrijheid en ondanks de vervolgingen in enkele landen, blijft de nieuwe generatie kerken groeien en draagt vrucht in de gehele regio.
Veel nieuwe gelovigen zijn eerste-generatie-christenen. Zij hebben behoefte aan goed onderwijs over de bijbelse leerstellingen om toegerust te worden voor het werk van de kerk. Theological Education by Extensionvoorziet in deze behoefte en is een beproefd middel voor de vervolgde kerk, die het ook economisch zwaar te verduren heeft. TEE wordt goed ontvangen door de kerken in de voormalige Sovjet-landen. Het staat nu onder leiding van nationale kerkleiders die uitstekend op de hoogte zijn wat betreft de behoeften van de kerk in hun thuislanden.
Vertaald uit het Engels door Piet Both
— Anneta Vyssotskaia is advocate godsdienstvrijheid en onderzoeker gericht op landen uit de voormalige Sovjet-Unie. Zij is adviseur voor Centraal-Azië bij Theological Education by Extension (TEE).