Hans de Wit is emeritus bijzonder hoogleraar aan de faculteit godgeleerdheid Vrije Universiteit. Hij bekleedde de Dom Hélder Câmara-leerstoel voor vrede en gerechtigheid en is inspirator van een nieuwe vorm van grensoverschrijdend bijbellezen: intercultureel bijbellezen. Van 1979 tot 1989 was hij in Chili werkzaam als zendingsarbeider en theologisch docent, uitgezonden door de afdeling Zending van het huidige Kerk in Actie.
Zending en transformatie
Van de mij bekende zendingsarbeiders ken ik niemand die niet ‘getransformeerd’, ja men zou zelfs kunnen zeggen ‘bekeerd’ is teruggekomen. Verandering gold in veel gevallen in de eerste plaats de persoon van de zendeling zelf.
De confrontatie met andere contexten en culturen ― culturen die vaak dichter staan bij de mediterrane cultuur waarin de Bijbel geschreven is; contexten waarin veiligheid, macht en ongelijkheid andere vormen en dimensies hebben dan in de eigen cultuur ― liet diepe sporen na. De eigen, vaak westerse kijk op de wereld, manieren van vieren en bijbellezen werden onder kritiek gesteld, opnieuw bekeken en verrijkt.
Veel van die mij bekende zendelingen ontdekten bij hun missionaire arbeid al snel dat bijdragen aan humanisering en sociale transformatie in een ander land een gecompliceerde zaak is, die de kracht van de enkeling te boven gaat. Men ontdekte dat deze taak vooral geleerd moet worden van die ander en dat het bovendien een opdracht is waarmee je, als beschermde westerling, heel voorzichtig dient om te gaan.
In die ontmoeting met de ander werd ook al heel snel en heel vaak de herinnering operatief aan hoe de westerse cultuur en het missionaire werk zich in de geschiedenis hebben gemanifesteerd en zich op veel plaatsen nog manifesteren ― gewelddadig, zonder respect voor inheemse vormen van religie, uit op macht.
Gewelddadig, zonder respect, uit op macht
Zendelingen nemen ook altijd de wijze met zich mee waarop het evangelie gestalte gekregen heeft in de eigen cultuur en context. Men is, bewust of onbewust, vertegenwoordiger van een religieus systeem verweven met een maatschappelijk systeem. Wil een zendeling werkelijk kunnen bijdragen aan transformatie in een andere dan de eigen context, dan zal hij of zij ook zelf een diepgaand proces van ‘bekering’ moeten doormaken.
Zending en macht
Maar al te vaak is die ontmoeting met de ander geladen met macht. Macht gebaseerd op kennis, geld, boeken, veiligheid, organisaties.
Ik kwam onlangs een huiveringwekkende tekst tegen van een toespraak uit 1883 van Leopold II gericht aan de missionarissen werkzaam in Congo. Zo huiveringwekkend dat je denkt dat het niet waar kan zijn dat dit zo gezegd is. De koning brengt zijn opdracht aan de missionarissen als volgt onder woorden:
‘The task that is given to us to fulfil is very delicate and requires much tact. You will go certainly to evangelize, but your evangelization must inspire above all Belgium interests … Your essential role is to facilitate the task of administrators and industrials, which means you will go to interpret the gospel in the way it will be the best to protect your interests in that part of the world … I make reference to their Mystic System and their war fetish – warfare protection – which they pretend not to want to abandon, and you must do everything in your power to make it disappear … Evangelize the niggers so that they stay forever in submission to the white colonialists, so they never revolt against the restraints they are undergoing … Teach the niggers to forget their heroes and to adore only ours.’ 1
Een dergelijk citaat legt een andere dimensie van zending bloot, namelijk de opdracht machtsstructuren te ontmaskeren in het proces van de ontmoeting met de ander. Dat we ongevoelig geweest zijn voor macht en de waarden van de (religieuze) traditie van de ander en voor de vraag of ons missionair optreden ook niet-koloniaal kan zijn, is iets wat derdewereldtheologen het westers christendom nog steeds in hoge mate verwijten.
Zending en bekering
Wanneer in de missionaire opdracht het accent ligt op de bekering van de ander, de uitnodiging Christus als Heiland en Redder te aanvaarden, dan moet aangetekend worden dat men goed moet weten om welke Christus, om welke Heiland het gaat. Christus is niet los verkrijgbaar, om maar zo te zeggen.
Je overgeven aan Christus als Heiland en Redder van de wereld, impliceert ook altijd deel worden van een visie op wat de taak is van de christen in een wereld die in brand staat. ‘I make reference to their Mystic System … which they pretend not to want to abandon, and you must do everything in your power to make it disappear’, zei Leopold. Maar wie bepaalt wat slechte geestelijke machten zijn waarvan mensen verlost moeten worden?
Persoonlijke ervaring
Terugblikkend ― we werden uitgezonden naar Chili in de donkere dagen van Pinochet ― neemt mijn zendingsverleden vooral de vorm aan van een diepgaand onderwijs-leerproces, waarbij de leercomponent misschien wel de belangrijkste en zeker fundamenteel voor mijn theologiseren en geloven is geweest.
Nooit is bekering een kernwoord geweest van ons uitgaan, wel onderwijs, ontmoeting. Of ik mensen bekeerd heb, weet ik niet. Misschien om tot andere manieren van bijbellezen te komen en dan ook tot een nieuwe zelfwaardering, namelijk dat ook en juist zij, de armen, zonen en dochters van Christus genoemd moeten worden.
Daar, in die tussenruimte, is veel gebeurd.
Noot
1 Verdere gegevens ontbreken mij. Het document eindigt als volgt: ‘Mr. Moukouani Bukoko, born in 1915, transmitted this text to us; he obtained it by good luck in 1935. Moukouani Bukoko was a nurse at Kwamuth (Congo) Bolobo, and bought a Bible. This text was in that Bible. (Surely the priest had forgotten it in the Bible by mistake.)’
Reactie op Hans de Wit
Het is waar dat een zendeling een transformatie, een ‘bekering’, ondergaat wanneer hij in een andere cultuur gaat werken. Hij of zij moet zich bekeren van zijn eigen cultuur en gevoel van superioriteit. Niet alleen de zendeling, maar ook zending is voortdurend in transformatie, voortdurend lerend.
Zending heeft geleerd om zo snel mogelijk een zelfstandige lokale gemeente te stichten en zich dan terug te trekken. De lokale gemeente heeft dan haar eigen manier van bijbellezen, eigen zelfwaardering in Christus, alsook eigen leiding, financiën, theologiseren en missionair mandaat.
Maar een ‘bekering’ kan ook de verkeerde kant op keren. Fouten en verwijten van het verleden moeten zending niet afleiden van het primaire mandaat van evangelieverkondiging. De stichter van CAMA, A.B. Simpson, was een tijdgenoot van Leopold II en een betere woordvoerder voor zending. Het ging hem niet om een westerse of lokale (religieuze) macht, maar om Christus:
‘God has given us the Gospel as a trust, and we have been keeping it as a luxury and letting the world perish without it. It is an emergency because of the awful need of lost humanity. It is a question of life and death. These [social issues] are important, but this is imperative. These are urgent, but this is emergent.’1
— Boudewijn van Schoonhoven
Noot
1 A.B. Simpson, ‘Missionary Messages’, Christian Alliance Publishing Company, op: www.cmalliance.org/about/history/simpson
De grootste gunst
‘Zending is getuigen van Christus’
Boudewijn van Schoonhoven is directeur van CAMA-zending en zet zich in om vanuit Nederland zendelingen te helpen om Christus bekend te maken daar waar zijn naam amper klinkt. Hij is in Colombia opgegroeid en heeft in Nederland zijn opleidingen afgemaakt. Ze hebben als gezin met drie kinderen twaalf jaar in Jordanië en Syrië gewerkt.
Zending kan gericht zijn op plaatsen waar al kerken zijn, maar de hoogste prioriteit ligt bij mensen die nog van de hoop van Christus moeten horen. Dat is de grootste gunst die de kerk kan geven aan een gebroken wereld.
CAMA-zending gelooft dat de grootste nood, armoede, onrecht en vervolging die mensen kunnen treffen, is dat ze niet de kans krijgen om Jezus te leren kennen. Jezus is de bron van hoop voor mensen, in dit leven en voor de eeuwigheid hierna.
Het verhaal van de Bijbel
Het verhaal van de Bijbel roept op tot overgave aan God door Christus. De eerste drie donkere wolken die de mensheid bedekten kwamen doordat de mens los van God wilde leven. De keuze om zelf te bepalen wat goed en slecht was, groeide uit tot een epidemie in de hele maatschappij. Geen vloed kon dit verhelpen. De mensen konden een schitterende samenleving voor zichzelf vormen … maar zonder God.
De Bijbel zoomt dan in op Israël. Een uitverkoren volk dat veel hulp van boven krijgt om een voorbeeldige samenleving te worden. Alles wordt ingezet, wonderen, profeten en een volmaakte wet. Toch berispt God het volk. Ze hadden een nieuw hart nodig, een nieuw denken.
Wanneer Jezus komt, kondigt Hij een nieuw Koninkrijk aan. Een Koninkrijk dat niet van mensen is, maar van God. Toegang tot dit Koninkrijk is er door bekering, niet dankzij zelfredzaamheid, zelfwaarde, zelfontplooiing. De apostelen begrepen dit goed. Ze waren maar met één ding bezig: getuigen van de opgestane Christus. Dat is de hoop waarvoor ze alles gaven.
Terwijl ik het schrijven van dit artikel overwoog, had ik een gesprek met een van onze zendingswerkers, werkzaam in een land dat volgens de VN één van de minst ontwikkelde van de wereld is. Nummer drie van onderen. Hij deelde zijn teleurstelling dat de projecten van allerlei organisaties in het land zo weinig resultaat hebben. Zijn hoop was gevestigd op het kleine aantal christenen onder het volk waar zij voor werken.
Een vernieuwing van het denken is nodig, van binnenuit. Er moet een nieuwe identiteit komen die zegt: ‘God staat achter me’. Alleen dit kan overwinnen tegen het heersende fatalisme of de armoede-mentaliteit. Dit is de reden dat zending zich eerst moet richten op de bekering van mensen, om van daaruit de samenleving te helpen.
Kern van christelijk wereldbeeld
Bekering en geloof in Christus is niet alleen het verhaal van de Bijbel, maar het is de kern van het christelijke wereldbeeld. Het is prominent in de leer van God, de mens, zonde en verzoening. God is een heilig God, al-goed, al-wijs. Hij weet hoe zijn schepping hoort te zijn. Daarom kunnen mensen nooit goed functioneren zonder Hem onderdanig te zijn. De mens is geschapen naar zijn beeld. Verliezen wij zijn beeld uit het oog, dan vervormen wij tot eigen creaties, creaties die God niet kan accepteren.
Onvoorstelbaar is de prijs die Christus heeft betaald voor de heiligheid, gerechtigheid en liefde van God. Hij heeft het gedaan om mensen te herstellen en eeuwig leven te geven. Niet alleen voor een beter leven op deze aarde is Christus gekomen, maar ook voor een beter eeuwig leven.
Zending moet zich voornamelijk richten op de beste langetermijnresultaten. Er is geen langere termijn en beter resultaat dan mensen uit een eeuwige afwezigheid van God te redden tot een eeuwig leven met God. Als de kerk nog in de eeuwigheid gelooft, dan zal ze het geloof in Christus verkondigen.
Een Turk werd christen. Na een tijdje vroeg een van zijn buren hem of hij een nieuwe baan had. Hij had duidelijk meer geld, besteedde meer tijd aan zijn gezin en was zichtbaar opgewekter. Nee, zei de Turkse christen. Hij had dezelfde baan, hetzelfde inkomen, en dezelfde vaste lasten … maar hij had een nieuwe kijk op het leven. Hij had zich bekeerd tot God en was christen geworden. Daardoor kreeg hij een andere blik op zijn eigen waarde, op zijn gezin, en op zijn tijds- en geldbesteding. Door zijn nieuwe levensstijl hield hij geld en geluk over. Wanneer het tijd is voor hem om de eeuwigheid in te stappen zal hij het voor altijd goed hebben, want Christus heeft die ongelofelijke prijs betaald.
Dit is het resultaat van zending.
Reactie op Boudewijn van Schoonhoven
Zending gericht op de bekering van de ander of op humanisering en transformatie van de maatschappij? Ik zag het graag samen. En dat laatste dan ook als kwaliteit en effect van het bekeringsproces.
Van Schoonhoven spreekt van een volgorde: bekering tot Christus eerst, en daarmee, als vanzelf, wordt de samenleving geholpen. Dat is een niet vanzelfsprekende aanname: de meest christelijke landen zijn niet de meest nette.
Waar over bekering gesproken wordt in zijn bijdrage, gaat het om de bekering van de ander, de nog-niet-christen. Maar heeft de zendeling niets meer te leren? En: is bekering niet een levenslang proces, het gaan van een weg?
‘Christus is niet los verkrijgbaar’, schreef ik. Daarom en tot slot: tot welke Christus roepen we de niet-christen op zich te bekeren? Christus de Bevrijder, Christus de Verlosser, Christus de Gewonde Genezer, of toch liever die zachte Jezus met dat witte gezicht, dat sluike, halflange haar, die heldere ogen … uit de VS?
– Hans de Wit