Het Johannesevangelie verkondigt dat Jezus na zijn kruisdood en verrijzenis ‘door gesloten deuren’ binnenkwam om zijn gedesillusioneerde discipelen te ontmoeten, hun vrede (sjaloom) toe te wensen en een zendingsopdracht te geven (Johannes 20:19, 26).
De vraag is of het wonder van door gesloten deuren binnenkomen zich ook in onze tijd voltrekt. In directe zin: door Jezus Christus als actor (verschijningen van hem in dromen en visioenen aan mensen in ‘gesloten landen’). En in afgeleide zin: door Jezus’ hedendaagse volgelingen (uitzending naar ‘gesloten landen’).
Dit artikel geeft eerst een beknopt overzicht van landen met en zonder ‘gesloten deuren’ en stelt daarna de vraag aan de orde wat nu missionair gedaan kan en moet worden.
Vrije en niet vrij toegankelijke landen
De Verenigde Naties heeft bijna tweehonderd lidstaten die in overgrote meerderheid de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), met daarin een artikel over godsdienstvrijheid, ondertekend hebben. De meeste lidstaten hebben een bevolking die in meerderheid christelijk is. De overige staten hebben een bevolking die in meerderheid hindoe, boeddhist, joods of islamitisch is of door communisten geregeerd wordt. Bovendien zijn er landen waarin geen enkele groep van gelovigen de meerderheid heeft. Nederland en Suriname behoren tot die groep landen. Hier volgen een paar opmerkingen over elk van deze categorieën landen.
- Landen met een overwegend christelijke bevolking zijn in principe altijd toegankelijk. Alleen als zij in de greep van dictators of ultranationalisten geraken of geterroriseerd worden door drugsbendes (Mexico), krijgen zij te maken met beperkingen die ook de vrijheid van godsdienst kunnen aantasten.
- Er zijn twee landen met een hindoemeerderheid: India en Nepal. In het verleden was India meer toegankelijk dan Nepal, maar nu zijn de rollen omgekeerd. De Hindutva-partij die India en hindoeïsme wil laten samenvallen, voert een uitgesproken anti-christelijke en anti-islamitische koers. Voor Open Doors was dit reden India nu hoger te plaatsen op de lijst van landen waar christenen vervolgd worden. Desalniettemin bekeren tienduizenden dalits zich tot het christendom en zijn er verder tienduizenden tot een kaste behorende hindoes die in het geheim christen worden.1
- Er zijn zes boeddhistisch bestuurde landen: Bhutan, Cambodja, Mongolië, Myanmar, Sri Lanka en Thailand. Deze verschillen onderling sterk. In Thailand is er godsdienstvrijheid, in Bhutan niet. In Myanmar is het christendom de tweede godsdienst van het land geworden, waardoor onlangs een christen, zij het onder protest van boeddhistische monniken, benoemd kon worden tot minister in de regering.
- Israël is een vrij toegankelijk land, met twee beperkingen. Ten eerste, messiaanse joden zijn daar absoluut niet welkom. Toch leven daar ongeveer vijfduizend joden die Jezus (Yeshua) aanvaarden als de beloofde Messias. Ten tweede, christenen worden gescreend op hun loyaliteit aan de staat Israël versus loyaliteit aan de Palestijnse gebieden.
- Er zijn circa veertig landen met een islamitische meerderheid: van Marokko in het Westen tot Maleisië in het Oosten. In Indonesië waar meer moslims leven dan in enig ander land, is er een parlementaire democratie en, op gebieden als Atjeh na, ook godsdienstvrijheid.
Wel lopen de christenen steeds tegen grenzen op: kunnen christenen in de islamitische wereld hoge posities innemen? Ahok als burgemeester van Jakarta werd meedogenloos ten val gebracht. Nigeria is het enige land waar de ene helft van de bevolking moslim is (vooral in het noorden), en de andere helft christen (vooral in het zuiden). Kan deze ‘balance of power’ in de toekomst gehandhaafd blijven? De Centraal-Afrikaanse Republiek is een vooruitgeschoven christelijke post in de wereld van de islam en ligt daarom onder islamitisch vuur.
In alle islamitische landen zijn overgangen naar het christendom verboden: geloofsafval wordt steeds bestraft, zij het in het ene land strenger dan in het andere. In bepaalde landen gelden specifieke wetten. Pakistan verbood het beledigen van de profeet. En in Maleisië is het aan christenen niet toegestaan het Arabische woord ‘Allah’ voor ‘God’ te gebruiken, terwijl dit in Indonesië de normaalste zaak van de wereld is.
Evenals in het hindoeïsme zijn er in het huis van de islam tienduizenden mensen die in hun hart Jezus Christus aanvaard hebben als Heer en Heiland.2 Terecht plaatst Open Doors al jaren diverse islamitische landen bij de top tien van grove schenders van de godsdienstvrijheid.
- Officieel zijn er vijf communistisch geregeerde landen: Cuba, China, Laos, Noord-Korea en Vietnam. Ook hier bestaan grote verschillen. Cuba, met zijn rooms-katholieke verleden, is toegankelijker dan Noord-Korea, dat door Open Doors al jaren lang bestempeld wordt als het minst tolerante land ter wereld. Pyongyang, in de eerste helft van de vorige eeuw beschouwd als ‘het Jeruzalem van het Oosten,’ wordt nu stalinistisch geregeerd door de Kim-dynastie. Doch deze dynastie heeft haar wortels in het christendom: de ouders van Kim Il-sung, de grondlegger van deze dynastie, waren protestant en één van zijn ooms was predikant.
- Pluralistische landen zijn gevrijwaard van de dominantie van één godsdienst die de andere godsdiensten aan banden leggen kan. Maar zij zijn soms wel het toneel van een machtsstrijd tussen rivaliserende groepen gelovigen. Tot deze categorie behoren landen als Zuid-Korea, Singapore en Tanzania – allemaal vrij toegankelijke landen.
Openstaan voor zendingsopdracht
De kolossaalste claim die ooit gelegd is, werd niet gemaakt door Socrates, de Boeddha of Confucius vóór Christus, en ook niet door Mohammed, Marx of Mao ná Christus, maar door de verrezen Heer Jezus Christus. ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’ (Mattheüs 28:18). De vraag is of de huidige christenheid dit oprecht gelooft en in overeenstemming daarmee handelt.
Volgens Mattheüs komt de Opgestane nu door gesloten deuren binnen in Noord-Korea, Bhutan en Saoedi-Arabië, en oefent hij daar macht uit. Mattheüs stelt deze claim niet afhankelijk van de zendingsactiviteiten van de discipelen, alsof die Christus aan de macht helpen. Hij poneert alleen dat de autoriteit achter alle zendingsactiviteiten na Pasen in handen is van de Opgestane die alle aardse macht transcendeert. Het is van groot belang dit steeds te beseffen en te verdisconteren in het hedendaagse zendingsbeleid.
Niet alleen Jezus Christus komt nu door ‘gesloten deuren’ binnen, maar ook iedere christen in de ‘vrije’ wereld die in Jezus’ naam voorbede doet voor vervolgde christenen in ‘gesloten’ landen. In het verlengde hiervan liggen de nieuwe sociale media, voorafgegaan door radio en televisie, die evangeliebediening in Jezus’ naam mogelijk maken tot in Pyongyang, Mekka en Medina toe.3
De primaire verantwoordelijkheid voor de evangeliebediening in ‘gesloten’ landen ligt bij de christenen aldaar. Christenen in China en in India zijn sterk en voortvarend genoeg om zelf het evangelie te bedienen aan de miljoenen mensen in hun landen die nog nooit van Jezus Christus gehoord hebben. Zij doen dat spontaan en georganiseerd, vaak met gevaar voor eigen en andermans vrijheid en leven.
De Nederlandse kerken en zendingsorganisaties die ‘rijk en verrijkt zijn en aan geen ding gebrek hebben’ (Openbaring 3:17), dienen open te staan voor de ervaringsverhalen van broeders en zusters in het geloof in ‘gesloten’ landen, die zich vaak meer bewust zijn van de presentie van Christus in hun midden dan ‘wij’.
Wanneer wij uitgenodigd worden voor hen hand- en spandiensten te verrichten, moeten wij dat zeker doen. In de praktijk blijkt die hulp nodig te zijn voor de bediening van het evangelie aan mensen die hiervan geen weet hebben, voor het vertalen van de Bijbel, en voor het beleven van de wereldwijde ‘gemeenschap der heiligen’ in Christus.
Noten
1 Dasan Jeyaraj, Followers of Christ outside the church in Chennai, India: A sociohistorical study of a non-church movement, Zoetermeer: Boekencentrum, 2009.
2 David Garrison, A wind in the house of Islam: How God is drawing Muslims around the world to faith in Jesus Christ, Moument: WigTake, 2014.
3 Jozef M. Strengholt, Gospel in the air: 50 years of Christian witness through radio in the Arab world, Zoetermeer: Boekencentrum, 2008.
— Jan A.B. Jongeneel is honorair emeritus hoogleraar Missiologie aan de Universiteit Utrecht, met negen jaar zendingservaring in het theologisch onderwijs op Sulawesi in Indonesië (1971-1980).