Het concept van Integral Mission heeft de laatste jaren veel discussie losgemaakt in Latijns-Amerika. De debatten kwamen op in een aantal protestantse en evangelicale netwerken en organisaties die vanouds referenten zijn voor deze theologische zienswijze. Integral Mission veroorzaakte indertijd een scheiding binnen het Latijns-Amerikaanse protestantse en evangelicale veld, met name ten opzichte van de Noord-Amerikaanse erfenis en theologische visie met betrekking tot sociaal-politieke en missiologische thema’s.
Wat de discussie weer heeft doen oplaaien is de grote diversiteit van toe-eigeningen die deze missiologische categorie heeft uitgelokt en toegelaten. Aan de ene kant bevragen veel van haar aanhangers de praktijken van evangelicale christenen, die in naam van Integral Mission activisme en discoursen ontwikkelen die voor de kerk gevoelige thema’s aansnijden. Aan de andere kant beschouwen velen Integral Mission als zeer beperkt in haar theologische reikwijdte, in het bijzonder als het eropaan komt zich te verhouden tot hedendaagse problemen. ‘De geest is uit de fles’, zoals men wel zegt. En welkom is het, het werd tijd!
Conservatieve ommezwaai
Wat is de aanleiding om dit thema aan te snijden? Helder en direct: Integral Mission is verworden tot uitdrager van juist datgene wat het in beginsel bevroeg. Integral Mission wordt nu gebruikt als uitgangspunt voor een verzameling discoursen, praktijken en activisme die weinig van doen hebben met de radicaliteit die het begrijpen van de relevantie van de heelheid van de mens, beschouwd door de lens van het evangelie, veronderstelt. En die van daaruit de uitdagingen van de context en het verdedigen van het leven en de mensenrechten in de samenleving serieus neemt.
Integral Mission is ontstaan als een roep om revolutie binnen het evangelicale veld. Degenen die aan de wieg ervan stonden werden er indertijd van beticht communisten, marxisten, liberalen te zijn: titulatuur die een flink deel van de evangelicale kerkgemeenschap met plezier toebedeelt aan diegenen die kritisch denken.
Maar vandaag de dag lokt het spreken over Integral Mission niet langer dergelijke reacties uit. Over het algemeen gebeurt het omgekeerde: de aanhangers van Integral Mission zijn in veel gevallen conservatieven die graag doorgaan voor progressief, of diegenen die gebruikmaken van een discours dat het mogelijk maakt een politieke dimensie uit te drukken vanuit een conservatieve visie.
Twee aspecten
De grote vraag is: hoe kan het dat Integral Mission, een kritisch en radicaal concept in het evangelicale spectrum, tegenwoordig probleemloos overgenomen is juist door degenen die er aanvankelijk in bekritiseerd werden?
- Ten eerste, we kunnen de geschiedenis niet vergeten: Integral Mission had als oorspronkelijk doel een alternatieve, evangelicale (protestantse) stem te zijn, die niet in de extremen van de bevrijdingstheologie en de oecumenische beweging van die tijd wilde vervallen. Een eigen stem vormen ten aanzien van bepaalde ecclesiologische opvattingen heeft niks verkeerds, maar de manier waarop er afstand werd genomen van alles wat als ‘vrijzinnig’, ‘marxistisch’, of politiek ‘extreem’ werd gezien, gaf een onvoorzien resultaat. De terughoudendheid en de ambiguïteit waarmee bepaalde thema’s zogenaamd ‘evenwichtiger en ‘meer evangelicaal’ werden aangesneden, had tot gevolg dat de noodzakelijke stellingen niet betrokken werden. En dat gaf tegenstelde krachten de mogelijkheid tot overname.
- Ten tweede hield Integral Mission enkele epistemologische elementen van de traditionele en conservatieve evangelicale theologie, waarvan ze rekenschap aflegde, in stand. Hier kunnen bijvoorbeeld de weinig kritische exegetische en hermeneutische methode genoemd worden. Het is een methode die niet openlijk en bewust de ideologische en politieke processen in het doen van theologie verdisconteert – of die zelfs niet erkent. En dat samen met een ecclesiologie die het sociaal-politieke engagement zou moeten annexeren, zonder noodzakelijkerwijs de meest fundamentele aspecten van het kerk-zijn te willen transformeren.
Daarom ben ik het eens met theoloog Harold Segura: Integral Mission bevorderde uiteindelijk een sociopolitiek engagement dat neer kwam op assistentialisme, en niet op een radicale transformatie in ecclesiologische zin. Daar moet bij gezegd worden dat geen van de grondleggers van Integral Mission dit predikte, maar het gebrek aan verdieping in de theologische en ecclesiologische radicaliteit van hun voorstellen gaf hier ruimte aan.
Daardoor was het mogelijk dat verschillende conservatieve theologieën en ecclesiologieën in Integral Mission een optimale methodologie vonden voor hun ideologische pretenties, zonder dat ze ook maar een tittel of jota hoefden te veranderen in haar theologische vooronderstellingen. Frequent is mij dan ook ter ore gekomen: ‘We deden al aan integrale missie zonder dat we het wisten.’ En dat kan terecht zijn. Maar: ‘Alles is niets’, oftewel: het gebrek aan helderheid en specificiteit van Integral Mission liet in veel gevallen de oorspronkelijke geest van de zienswijze verloren gegaan.
Zwevende aanduiding
Zoals elk missiologisch framework kan en mag Integral Mission nooit pretenderen dat het een homogeen geheel is met vastgelegde uitkomsten en uitspraken. Het is meer een zwevende aanduiding, een kader dat al naar gelang contexten, bedoelingen en interesses opnieuw wordt toegeëigend. In die zin is Integral Mission dus ook een aanduiding waarvan de elementen aangepast worden al naar gelang de context of het gemak.
We kunnen verschillende typen clusters onderscheiden. Aan de ene kant komen we conservatieve discoursen tegen die Integral Mission gebruiken als een theologische filter om hun gang naar het publieke domein te rechtvaardigen. Zo dient het hen als een geweldige manier om zich zichtbaar te maken, echter zonder ook maar een grammetje te veranderen aan hun theologische of sociopolitieke stellingnames.
Aan de andere kant bestaat er een grote massa aan kerken en discoursen die moeilijk onder één noemer of parameter zijn te vatten. Dit zijn de evangelicalen die het conservatisme bevragen. Zij spreken ook over de noodzaak van een sociaal engagement, maar wagen zich niet aan stekelige onderwerpen, om bestaande gevoeligheden te vermijden of om niet in conflict te komen met de bredere instituten en kerkgenootschappen.
En dan komen we ten slotte ook nog een minderheid van personen en gemeenschappen tegen die uitdrukking geven aan Integral Mission langs verschillende wegen (theologisch en politiek), en die een kritischer perspectief verdedigen, samen met andere evangelicale stemmen of groepen van diverse politieke kleur.
Wiebelig bouwwerk
Welnu, wat zeggen we als we spreken over een ‘theologisch paradigma’? En ook: ‘Is Integral mission echt een theologisch framework met een eigen en voldoende ontwikkelde methodologie?’ Gustavo Guttierez, argumenteerde bijvoorbeeld altijd dat de singulariteit van de bevrijdingstheologie erin bestond dat het een nieuwe theologische methode voorstelde, en niet zozeer een specifiek type discours. Ik denk dat we dit zouden kunnen toepassen op alle theologische voorstellen die een paradigmaverschuiving vertegenwoordigen in het christelijk denken. Kunnen we hetzelfde zeggen over integral mission? Ik meen van niet. En dit zien we terug in het gebrek aan methodologische en epistemologische verwerkingen van dit voorstel. De schaarse materialen die ik ken in deze trant zijn eerder pogingen om invulling te geven aan bepaalde vermoedens van Integral Mission die gebruik maken van andere theologische frameworks. Oftewel, er is geen eigen oorspronkelijk en origineel concept.
Mijn observatie komt niet voort uit een drang naar academische correctheid. Vaststellen dat het Integral Mission ontbreekt aan een stevigere methodologie of theologische stellage, is ons rekenschap geven van de ambiguïteit die ik hier signaleer. Met andere woorden, het gebrek aan ontwikkeling van een theologisch concept, ook sociaal-politiek, maakte het bouwwerk verschrikkelijk wiebelig.
Lastige vragen
Resumerend gesproken vertegenwoordigt Integral Mission dus eerder een missiologische en pastorale aanpak, die nooit echt heeft gepretendeerd zich te begeven op het terrein van een veelomvattend theologische zienswijze. Daar ligt de waarde ervan, maar het is ook de achilleshiel. En dat zwaktepunt hangt weer af van wat we verwachten van Integral Mission. Met andere woorden: verwachten we misschien te veel van deze aanpak? Gaat het niet te ver om het te beschouwen als een paradigma?
Ja, ik weet het, men zal tegenwerpen: ‘Maar Integral Mission is een project dat al decennialang ontwikkeld wordt en in veel kringen erkend is.’ Mijn antwoord hierop is: ‘Betekent dit dat het behandeld moet worden als een theologisch paradigma met alles wat daarbij hoort?’ En vooral: ‘Laat dat zien dat het een intrinsiek kritisch project is?’ Niet noodzakelijkerwijs.
Om te beginnen is het niet zo dat de factor tijd evenredig is aan een noodzakelijk niveau van verdieping. Ik waag zelfs te zeggen dat we in de lijst van publicaties van de laatste twintig jaar eigenlijk geen verrassing tegenkomen. De argumentaties zijn min of meer homogeen en ontwikkelen zich nauwelijks. En, een zekere theorie van achterdocht toepassend: Wat zegt het ons dat een aanpak een zodanig niveau van acceptatie bereikt, in zulke verschillende werelden en zelfs onder groepen met tegenovergestelde stellingnames? Is dat een waarde op zich geworden, of toont het een dusdanige instabiliteit dat het willekeurig kan worden gebruikt voor totaal tegengestelde posities, waardoor het vervolgens faalt in de oorspronkelijke bedoeling?
Vergeef mij mijn harde woorden, maar is dit niet een bewijs van de grote inconsistentie van Integral Mission als paradigma? Dit is de vraag die ik me stel, niet alleen naar aanleiding van Integral Mission, maar ook met betrekking tot andere discoursen die zich kritisch noemen, maar die uiteindelijk enorm kneedbaar en zelfs functioneel blijken te zijn. Wat is het specifieke ervan? Zouden we niet kunnen zeggen dat singulariteit ook zit in het innemen van een – politieke – positie van anders-zijn, van heterodoxie en het bevragen van de hegemonie? Opnieuw, ik geloof dat Integral Mission zo geboren is, maar de oorspronkelijke ambivalentie bleek uiteindelijk functioneel te kunnen worden ingezet.
Datgene wat de diverse groepen bindt die zich verwant voelen met Integral Mission, is niet noodzakelijkerwijs hun trouw aan het oorspronkelijke concept, maar een samenspel van historische en ecclesiologische elementen, die geen theologische eenvormigheid vertegenwoordigen. Met andere woorden, Integral Mission verhoudt zich tot verschillende sectoren, maar deze sectoren identificeren zich niet noodzakelijkerwijs volledig met Integral Mission als hun enige kader. Hun theologische meningen zijn veel breder en diverser dan Integral Mission.
Sta mij ten slotte toe een paar nog lastiger vragen te stellen:
- Waarom wordt er zoveel moeite gedaan om een exclusief verband te leggen tussen Integral Mission en bepaalde posities binnen het evangelicale veld?
- Heeft Integral Mission het recht de status van theologisch paradigma te claimen – met alle gevolgen die daarbij horen met betrekking tot specificiteit – of vertegenwoordigt zij eerder een geheel van ingevingen en positioneringen die uitgaan van een niet afgeronde kritiek, maar die zijn blijven steken in een homogeniserend discours dat bijna immuun is voor bepaalde noodzakelijke innovaties?
Wakker schudden
Tot slot, ik identificeer mij als een kind van Integral Mission, en voor mij had het een bepaalde functie: mij wakker schudden. Nu, nu ik klaarwakker ben, moet ik erkennen dat dit concept me niet de noodzakelijke tools heeft gegeven om verder vooruit te komen en andere vragen die onderweg op mij afkwamen te beantwoorden. Daarvoor zat er niets anders op dan mijn pad te vervolgen met andere discoursen, ervaringen en praktijken.
Betekent dit dat Integral Mission geen waarde heeft? Absoluut niet. Maar alles overziend, geloof ik dat we Integral Mission niet een status moeten geven die zij niet heeft, omdat dat kan ontaarden in negatieve resultaten, zoals de genoemde die we juist aan de kaak hebben gesteld.
We beschouwen onszelf als de dankbare erfgenamen van een concept dat zijn plek had en heeft. Maar laten we niet in de fout vervallen grenzen te trekken die niet bestaan, en die vervolgens ook nog eens als onoverbrugbaar te beschouwen.
Met dank aan Nicolás Panotto voor toestemming van publicatie (zie voor de originele Spaanse tekst nicolaspanotto.wordpress.com/2016/10/31) en het herschrijven van gedeelten voor Nederlands publiek; en aan Arianne van Andel voor het nakijken van de vertaling.
— Nicolás Panotto is Argentijns theoloog en directeur van GEMRIP, de Multidisciplinaire Studiegroep over Religie en Sociaal Engagement, en lid van de bestuursraad van de Latijns-Amerikaans Theologisch Broederschap (FTL).