Joodse feesten: schaduw van Jezus zelf
Exegetisch: een beter verstaan van de Bijbel
Allereerst het exegetische belang voor christenen, om de Joodse traditie te kennen. Nagenoeg alle bijbelboeken werden namelijk door Joden en voor Joden geschreven. En Jezus zelf, die binnen het christendom centraal staat, was een Joodse rabbi, die de wet van Mozes uitlegde en discussies daarover voerde met de schriftgeleerden van zijn dagen. Veel van zijn uitspraken en handelingen zijn terug te vinden in de Talmoed en in andere Joodse bronnen. Om de bijbelverhalen goed te kunnen verstaan, is kennis van deze context een noodzakelijk gegeven.
Bijbels-theologisch: Gods Koninkrijk is een Joods Koninkrijk
Wanneer Jezus terugkomt naar deze wereld om Gods Koninkrijk hier te vestigen, dan zal Hij zitten op de troon van zijn vader David. Hij is namelijk de Messias ben Dawid, de langverwachte zoon van David, die een eeuwige heerschappij voor Israël zou vestigen (Lukas 1:32-33). De profeten van het Oude Testament hebben vele profetieën over dit messiaanse rijk uitgesproken. Vanuit Jeruzalem zal God over de hele aarde regeren en vandaaruit zal zijn wet, zijn oordeel en zijn zegen uitgaan. ‘Alle volken zullen de sabbat, het Loofhuttenfeest en de nieuwe maan meevieren met de Joden’ (Jesaja 66:23, Zacharia 14:17-19).
Systematisch-theologisch: het oude en het nieuwe verbond
De hamvraag voor christenen is of het oude verbond heeft afgedaan, toen het nieuwe verbond in Jezus kwam. Heeft de genade de wet vervangen? In het Nieuwe Testament wordt het oude verbond consequent als ‘schaduwverbond’ bestempeld (Kolossenzen 2:16-17, Hebreeën 8:5, 10:1). De wet en de feesten zijn een schaduw van Jezus zelf. Ze verwijzen naar Hem. Zo verwijzen de voorjaarsfeesten naar Jezus’ eerste komst naar deze wereld en de najaarsfeesten hebben betrekking op Jezus’ wederkomst. Nu weten we, dat de feesten in Leviticus 23 alleen voor Joden verplicht zijn gesteld, maar als gelovigen uit de heidenen mogen we deze feesten van onze Verlosser Jezus alvast profetisch meevieren, vooruitlopend op hoe het zal zijn bij zijn wederkomst. Deze feesten staan in Jezus’ hart gegraveerd en Hij wil die heel graag met ons vieren.
Kerkhistorisch: het Concilie van Jeruzalem
Tijdens het eerste concilie, dat de kerk gekend heeft, stond de vraag naar de verhouding tussen Jood en heiden centraal (Handelingen 15). De apostelen kwamen overeen, dat het gelovigen uit de heidenvolken niet te moeilijk gemaakt moest worden. Zij hoefden zich alleen aan de Noachidische wetten te houden, omdat het Noachidische verbond voor alle volken gold. De Joden hadden hun eigen synagogen, om daar te leren, hoe men naar de wet van Mozes moest leven. Uit deze vergadering blijkt in elk geval het blijvende belang van de wet en de Joodse traditie, hoewel die niet verplicht mogen worden gesteld voor de heidenen. Dit laatste vooral uit pragmatische overwegingen.
Spiritueel: Gods geestelijke jaargetijden
Uit de Bijbel kunnen we leren, dat God werkt volgens een vaste kalender. God stelde de hemellichamen aan, om zijn vaste tijden en feesten (moadim) te reguleren, volgens Genesis 1:14. God werkt in geestelijke seizoenen en daarom is het belangrijk om de bijbelse feesten uit Leviticus 23 te vieren. Dan krijg je oog voor waar God mee bezig is en kom je op zijn timing te zitten. Daarom staat er in Psalm 1, dat wie vreugde vindt in de wet van de Heer, zijn vrucht zal geven op zijn tijd. Dat wil zeggen: op Gods tijd, in het juiste geestelijke seizoen …
Een kort getuigenis
Zelf heb ik, samen met mijn vrouw, Jezus’ grote verlangen mogen proeven om de feesten met ons te vieren. We zijn er gaandeweg van overtuigd geraakt, dat God een God van timing is. Vanaf het moment dat we Gods feesten zijn gaan vieren, hebben vrijwel alle belangrijke gebeurtenissen in ons leven plaatsgevonden op een bijpassend feest uit Gods kalender.
Om een voorbeeld te noemen uit dit jaar: met Pesach hoorden we dat we eind dit jaar onze woning uit moeten zijn. Daarmee begon onze uittocht, gelijk met de uittocht van de Israëlieten uit Egypte. Tijdens de daaropvolgende vijftig dagen van de Omer-telling groeit de tarweoogst, tot aan haar volheid met Shavoeot. Tijdens deze dagen zochten wij naar een woning. En met Shavoeot vonden wij onverwachts onze nieuwe woning, die we inmiddels gekocht hebben. U kunt hierover verder lezen op onze website: www.ingeestenwaarheid.nl/getuigenissen/.
— Jan-Willem van den Bosch was tot 2018 predikant binnen de Protestantse Kerk. Nu is hij werkzaam als spreker in kerkdiensten en bijeenkomsten op het gebied van het jodendom. Daarnaast bespeelt hij de sjofar en verzorgt hij Hebreeuwse lessen en leesgroepen.
De afgelopen jaren heb ik in Jeruzalem intensief meegeleefd met drie orthodoxe joden. Ik heb daar inderdaad van genoten en geleerd. Grappig genoeg verbaasde het hen hoe dicht ik als christen bij de Tora leefde. Ik mocht uitleggen dat ik leefde op grond van het nieuwe verbond uit Jeremia 31 en dat de Heilige Geest Gods wet in mijn binnenste legde. Zo leven was nieuw voor hen; ze hielden zich, voor zover hun dat lukte, alleen aan de letter van de wet. Het heeft mijn vreugde om uit Jezus en Zijn Woord en Geest te leven alleen maar versterkt.
Met je uitspraak dat Gods Koninkrijk een Joods Koninkrijk is, ben ik het oneens. In het Oude en in het Nieuwe Testament wordt God als Schepper, Toevlucht en Redder zo groots beschreven, dat niet alleen Zijn eigen volk Israël, maar heel de wereld voor Hém zal buigen (zie ook Jes.66:1 en 23). De verschillende talen op de Pinksterdag en Paulus’ missie naar de heidenen zijn een duidelijk bewijs van die uitbreiding. De scheidingsmuur is weggevallen, zegt Paulus, omdat we door Gods Geest één zijn in Christus. Hij moet voor iedereen het middelpunt zijn. Wij leven in Nederland in een niet-joodse context met mensen die uiteindelijk God zullen ontmoeten. Om als heiden-christen in Nederland alvast een voorschot te nemen op een profetisch-joodse leven doet mijns inziens geen recht aan bovenstaand missionair en eschatologisch perspectief van de Bijbel. — MA-vdL
‘Schaam je niet, stel Gods liefde centraal’
Welk jodendom als voorbeeld?
Jezus was joods en bepaalde uitspraken van Hem kunnen we inderdaad veel beter begrijpen als we Zijn joodse context kennen. Ik leer daarover graag van mijn joodse vrienden. Maar volgens sommige joodse geleerden staat het huidige jodendom even ver van het jodendom uit de tijd van Jezus als het christendom van tegenwoordig. In Jezus’ tijd bestond de tweede tempel nog en waren er veel minder wetten en regels. De rabbijnen hebben na de verwoesting van de tempel hun religie anders ingericht en in de loop der eeuwen enorm veel extra ‘hekken’ gezet rondom de geboden uit de Tora. Die staan beschreven in de Talmoed, en die is voor joden veel belangrijker dan de rest van het Oude testament. Veel christenen weten dit niet.
Joods versus Grieks denken
Als tweede hoor ik over de kloof tussen het Joodse en het Griekse denken. ‘Wij christenen,’ zegt men, ‘denken in dogma’s, de joden in verhalen.’ Door mijn studie Grieks en Latijn weet ik dat het jodendom uit de tijd van Jezus echter ook door het Griekse denken beïnvloed is: het Nieuwe Testament werd niet voor niets in het Grieks geschreven om de vele joden die in Griekse kolonies woonden, zoals Thessalonica en Filippi, te kunnen bereiken. Historici zeggen dat het categorisch Grieks denken joodse geleerden uit de eerste eeuw na Christus heeft geholpen bij het opschrijven van de Talmoed. Daarentegen hebben veel reformatorische christenen in Nederland een Godsbeeld dat gestoeld is op het Oude Testament en leven ze met hun strenge regels over geen televisie en duidelijke zondagsrust haast zelf als orthodoxe joden.
Wat zoek je?
De hernieuwde belangstelling van christenen voor het houden van de sabbat en bijbelse feesten heeft mijns inziens ook te maken met mensen die zelf ooit deze orthodox-christelijke regels hebben losgelaten. Men vindt de huidige kerk oppervlakkig en ziet de leegloop. Blijkbaar heeft ze aan kracht ingeboet, in tegenstelling tot het jodendom en de situatie in Israël: die schijnen te bloeien als nooit tevoren en dat geeft hoop.
Mensen vertellen mij enthousiast over hun nieuwe ideeën en ik ben regelmatig aangespoord mij als gelovige ook in bepaalde messiaans-christelijke websites te verdiepen. Wat me aan die sites opvalt, is de grote nadruk op de mensgerichte en rabbijnse uitleg van bijbelteksten en het leren over de praktijk van joodse feesten. De christelijke uitleg over Jezus’ lijden en opstanding, over het leven door de Geest, maar ook het zelf praktisch navolgen en getuigen van de liefde van Christus naar je naaste, komen haast niet aan bod.
De stap van messiaans christen-zijn naar jodendom is daarom klein: de afgelopen vijf jaar heb ik in Jeruzalem zeker zes Nederlandse joden ontmoet die eerst messiaans-christelijk waren en zich daarna tot het jodendom hebben bekeerd. Een aantal van hen heeft Jezus hardop moeten verloochenen bij hun bekering naar het jodendom en zei daar ook niet om te rouwen. Dat te horen deed me pijn. Maar ik heb ook een aantal mensen begeleid die na jaren volgens de rabbijnse wetten te hebben geleefd, sterk terug verlangden naar Jezus en naar Zijn vrede en vrijheid.
Deze westerse messiaans-christelijke beweging wordt onder een aantal Messias-belijdende Joden niet erg gewaardeerd. Het zich afzetten tegen de traditionele kerken en de geestelijke vervreemding binnen families worden als sektarisch gezien en afgewezen: ‘Ben je Joods? Prijs de Heer! Ben je heiden? Prijs ook de Heer, maar ga niet voor Jood spelen!’
Kerstboom is missionair
Dan die kerstboom. Veel messiaanse christenen in Nederland lijken de kerkgeschiedenis maar ook de situatie in Israël niet serieus te nemen. Jezus’ boodschap is toch dat Hij als God naar de aarde kwam om elk mens te redden en de relatie met God te herstellen? Het vereist dus intensief missionair denken om iedereen in zijn eigen heidense of joodse context te bereiken. Zo vonden zendelingen destijds in de kerstboom, een boom vol licht in de donkerste tijd van het jaar, een opening om de boodschap van Jezus’ licht en redding zo goed mogelijk te laten landen in de toenmalige Germaans-heidense cultuur.
Ten slotte, in de afgelopen vier jaar is er in Israël een nieuwe trend waar te nemen. Bussen vol Joden rijden in december naar Bethlehem, naar de Oude Stad of naar Galilea om daar kerstmarkten te bezoeken en zelfs kerkdiensten bij te wonen. Ze genieten van de grote stralende kerstbomen op pleinen en in kerken. Voor hen hoort de kerstboom dus bij Kerst, want zo vier je feest in het Midden-Oosten: joden hebben toch ook hun loofhut vol groen en lichtjes? Een joodse vriendin van me zei: ‘Jullie christenen moeten je niet zo schamen voor wat je gelooft. Als jullie Gods liefde maar centraal stellen!’ Waarvan akte.
— Marleen Anthonissen-van der Louw werkte vijf jaar (2014-2019) vanuit de Protestantse Kerk als pastoraal werker voor Nederlanders in Jeruzalem. Afgelopen juni keerde zij met haar twee kinderen weer terug naar Nederland. (Zie ook Boeken, blz. …)
Op veel punten kan ik helemaal met je meevoelen. Je stipt een aantal gevaren aan, die erg herkenbaar zijn. Daar ben ik je dankbaar voor. Het lastige in je verhaal vind ik alleen, dat ik geen ruimte proef voor de middenweg. Kort gezegd moeten Joden gewoon Joden blijven en christenen gewoon christenen en ze mogen bij elkaar proeven hoe het aan de andere kant smaakt. Zelf geloof ik echter dat Jezus ernaar verlangt om de twee kuddes tot één kudde te smeden (Johannes 10:16).
In je uiteenzetting benadruk je de discontinuïteit tussen het jodendom van Jezus’ dagen en het huidige jodendom. En er is zeker een wissel omgegaan sinds de val van de tempel, omdat er allerlei elementen van de tempeldienst overgezet moesten worden naar het individuele geestelijke leven. Maar zelf heb ik mij bij de bestudering van joodse en bijbelse bronnen juist steeds verbaasd over de grote continuïteit. Zo zijn Jezus’ uitspraken veel beter te verstaan tegen de achtergrond van Talmoedische bronnen.
Het idee van inculturatie, de Griek een Griek worden en de Jood een Jood, dat begrijp ik. Maar naar mijn mening is dit een omweg, die God gaat, om uiteindelijk weer bij zijn volk en zijn Tora terug te komen. Eens zal heel Israël zich bekeren en zullen de tijden van de heidenen voorbij zijn, volgens Zacharia 12:9-14 en Romeinen 11:25-26. — JWvdB