Van liberaal naar messiaans
Mijn familie komt oorspronkelijk uit Duitsland. Mijn overgrootvader, Richard Hirschland , verhuisde in de jaren tien van de vorige eeuw naar Engeland. Mijn vader werd geboren in 1926 en kreeg de naam Anthony Adolf Hirschland. Adolf was een populaire jongensnaam in die tijd, maar mijn vader heeft de naam Adolf nooit gebruikt. In de jaren dertig veranderde de achternaam van de familie van Hirschland naar Harvey, omdat deze minder Duits en Joods klonk. Mijn ouders gingen naar de Liberaal Joodse Synagoge in Londen, waar ik ook opgroeide.
Nadat ik in 1974 tot geloof in Jesjoe’a gekomen was, was ik in 1979 een van de oprichters van de eerste messiaanse gemeente in Londen. Mijn vrouw is ook Joods, maar zij heeft een Russisch-Poolse achtergrond.
Van onderdrukking naar heropleving
Door de eeuwen heen zijn er verschillende benamingen gebruikt om joden die in Jezus geloven te beschrijven: volgelingen van de weg, Nazareeërs, Ebionieten, Joodse christenen, christelijke Joden, Judeo-christenen, Hebreeuwse christenen, Joodse Jesjoe’a-gelovigen. Vandaag de dag is de meest gangbare term die we gebruiken ‘messiaanse joden’.
Sinds de vroege kerk zijn er altijd al Joden die in Jezus geloven geweest. Deze ‘volgelingen van de weg’ of Nazareeërs waren bekend bij kerkvaders als Justinus de Martelaar en Epiphanius van Salamis en werden ook door hen geaccepteerd. Ze werden gezien als een stroming binnen het jodendom van die tijd.
In de vierde eeuw kwam het echter tot een scheiding tussen het jodendom en het christendom. Deze scheiding voltrok zich niet van de ene op de andere dag. Voor zowel rabbijnse als kerkelijke autoriteiten werden joodse uitdrukkingen van geloof in Jezus onacceptabel. In de synagoge werd het messiaanse jodendom niet langer geaccepteerd als aparte denkrichting. Binnen de kerk moesten messiaanse joden ‘gewoon’ christen zijn, zonder de joodse gebruiken na te leven. Velen verloren zodoende hun joodse identiteit. Ze kwamen dan ook bekend te staan als Ebionieten (‘de armen’) en werden constant verdacht van wetticisme en een adoptianistische christologie.1
Het aantal messiaanse joden groeide sterk als gevolg van het Europese zendingswerk in de negentiende eeuw. In 1809 werd in Engeland de London Society for the Promotion of Christianity among the Jewsopgericht. Aan het eind van de negentiende eeuw werd op basis van doopgegevens het aantal joden dat christen was geworden geschat op ruim een miljoen, veelal als gevolg van assimilatie en emancipatie.
Veel joden wilden niet langer veroordeeld zijn tot de Europese getto’s, maar volop deelnemen aan de Europese maatschappij. Een christelijke in plaats van joodse identiteit vergrootte de toegang tot handel en goed onderwijs. Voor veel ‘bekeerde’ joden was het geloof in Jezus niet doorslaggevend in hun bekering. Toch waren er ook uitzonderingen, zoals Alfred Edershiem, Adolph Saphier, Augustus Neander en bisschop Samuel Shereshewsky die elementen van hun Joodse identiteit behielden naast een oprecht geloof in Christus.
‘Jews for Jesus’
Na de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust en de oprichting van de Staat Israël, begon een jongere generatie joden die in Jezus geloofden hun joodse wortels opnieuw te ontdekken. Zij verlangden ernaar uitdrukking te geven aan hun geloof in Christus vanuit een joodse identiteit. Zo ontstond eind jaren zeventig, in navolging van de grote Jezusbeweging2, de organisatie ‘Jews for Jesus’.
Er zijn verschillende redenen aan te wijzen waarom sinds de jaren zestig het geloof in Jezus als de Messias meer acceptabel werd voor Joden.
- Allereerst kwam binnen de bijbelwetenschappen een sterkere nadruk te liggen op het Jood-zijn van Jezus, wat gevolgen had voor de exegese van bijbelteksten.
- Ten tweede zorgde de vorming van de Staat Israël in 1948 voor een sterkere verbondenheid met het land. Veel Joden besloten te emigreren naar Israël, wat leidde tot een groei van de messiaanse beweging in dat land.
- Een derde reden is de opkomst van de charismatische beweging. Binnen bepaalde charismatische stromingen ziet men in de terugkeer van de Joden naar Israël een vervulling van bijbelse profetieën.Veel messiaanse Joden besloten daarom aliyah3 te maken.
- Tot slot kregen messiaanse joden in deze periode steeds vaker de rol van bruggenbouwers in verzoeningsinitiatieven tussen Kerk en Israël, Joden en Duitsers en Israëliërs en Palestijnen.
Een patchwork aan stromingen
Vandaag de dag zijn er volgens conservatieve schattingen wereldwijd circa 150.000 Joodse Jezus-gelovigen. Het merendeel daarvan, 100.000, woont in de Verenigde Staten. In Israël is het aantal moeilijk te bepalen, maar men gaat uit van een aantal van 10.000-15.000. Zestig procent daarvan zou van Russische afkomst zijn.
Messiaans jodendom kan worden gedefinieerd als een joodse vorm van het christendom of een christelijke vorm van het jodendom. Messiaanse joden beschouwen zichzelf als joden die geloven in Jezus als hun Messias. Ze zien zichzelf als volledig joods, behorend tot het volk van Israël, maar ook als volledige leden van het lichaam van Christus en de kerk. Er wordt weleens gezegd dat waar twee joden bijeen zijn er drie meningen zijn. Het is dan ook niet verrassend dat er verschillende stromingen binnen het messiaans jodendom zijn aan te wijzen. In mijn boek Mapping Messianic Jewish Theology (2009) hanteer ik een indeling van acht verschillende typen van messiaans joodse theologie.
Orthodoxe opvattingen, ingebed in ‘Gods plan met het Joodse volk’
Messiaanse joden zijn dus zeker niet uniform in hun opvattingen en denkbeelden. De geloofsbeleving is erg verschillend. Van messiaanse gemeenten waar het ‘joodse’ karakter uiterst beperkt is en meer doet denken aan een doorsnee evangelische gemeente tot aan gemeenten die weinig verschillen van een orthodoxe synagoge, behalve dan dat hier ook uit het Nieuwe Testament wordt voorgelezen.
Toch kan men wel stellen dat de meeste messiaanse joden er orthodox-christelijke opvattingen op na houden, onder andere over de Drie-eenheid, de autoriteit van de Bijbel en de goddelijke natuur van Jezus. Deze opvattingen zijn tegelijkertijd ingebed in een joodse culturele en religieuze context, waarin de voortgaande uitverkiezing van het Joodse volk wordt bevestigd en men ervan uitgaat dat God nog altijd een plan en doel heeft met Zijn volk.
Op basis van het onderwijs van Paulus in Romeinen 9-11 verwerpen messiaanse joden het traditioneel christelijke anti-Judaïsme (‘De Joden hebben Jezus gedood’) en de leer van de vervangingstheologie (‘de Kerk is in de plaats gekomen van Israël’).
Meeste messiaanse joden te vinden in christelijke denominaties
De mate waarin messiaanse joden zich houden aan de joodse wetten, zoals de sabbatsheiliging, voedselwetten en besnijdenis, verschilt. Sommige messiaanse joden spreken zich uit voor het houden van bepaalde wetten uit de Tora om op die manier te getuigen van de aanwezigheid van een gelovig ‘overblijfsel’ onder het Joodse volk (Romeinen 11:5).
Aan joodse feesten en rituelen wordt een messiaanse invulling gegeven. Zo wordt met Pesach herdacht hoe Jezus als het ultieme Pesachlam werd geofferd en de doop wordt gekoppeld aan de joodse mikwe, het joodse reinigingsritueel. In veel messiaanse gemeenten volgt men het leesrooster uit de synagogen, aangevuld met lezingen uit het Nieuwe Testament. Ook houden messiaanse joden zich over het algemeen aan de joodse levenslooprituelen van bris (besnijdenis), bar mitswa (volwassenwording), huwelijk onder de choepa en de joodse kalender met de viering van de sabbat en de joodse feestdagen.
Sommige messiaanse joden bezoeken een synagoge (orthodox, conservatief dan wel liberaal), anderen komen samen in messiaanse gemeenten. De meerderheid is echter te vinden bij de christelijke denominaties (rooms-katholiek, protestants, evangelisch dan wel pentecostaal/charismatisch).
Post-missionair messiaans jodendom
De messiaans-joodse theologie is gefundeerd op twee epistemologische prioriteiten, namelijk de voortgaande uitverkiezing van het Joodse volk en de erkenning van Jezus als de opgestane Messias en de geïncarneerde Zoon van God. Deze twee uitgangspunten vormen de basis van de messiaans-joodse theologie, zoals deze in de afgelopen eeuwen is ontwikkeld in de interactie met het jodendom en het christendom en in het gesprek tussen messiaanse joden onderling. Daarmee brengt zij samen wat aan de ene kant door christenen en aan de andere kant door religieuze joden wordt geloofd en beleden.
In de afgelopen jaren hebben Mark Kinzer en anderen, met name in de Verenigde Staten, het zogenaamde Postmissionary Messianic Judaism ontwikkeld. Kinzer, een van de invloedrijkste messiaans-joodse theologen van dit moment, hanteert hierbij de volgende vier uitgangspunten:
- Gods verbond met Israël is nog altijd geldig.
- De joodse levensstijl is geworteld in de Tora.
- Het naleven van de joodse levensstijl is nog altijd van belang, maar wel in het licht van het geloof in Jesjoe’a en het Nieuwe Testament.
- Een ‘bilaterale ecclesiologie’ die de positie van het Joodse volk als Gods volk accepteert in partnerschap met de ekklesia uit de volken.
Volgens Kinzer is het ‘nee’ van de joden tegen Christus, niets anders dan een daad van trouw in de richting van God. Hierin horen we ook het denken van Karl Barth terug. Het ‘nee’ van Israël is uiteindelijk ingebed en overwonnen door het ‘ja’ van Christus richting Israël. Er is echter ook een verschil. Volgens Barth is de synagoge blind en heeft die zogenaamde gehoorzaamheid aan God uiteindelijk geen betekenis. Kinzer slaat een andere richting in. Volgens hem is het rabbijnse jodendom een uitdrukking van de trouw aan God. De afwijzing van Christus door de Joden komt voort uit hun trouw aan het verbond met God. Volgens Kinzer hebben het volk Israël en de ekklesia beiden ‘complementaire zaligmakende roepingen’. Ze corrigeren elkaar. Tegelijkertijd stelt hij dat alle Joden geroepen zijn Jezus aan te nemen als hun Messias, maar wel als Joden. Kinzers ideeën zijn vernieuwend. Zijn ‘bilaterale ecclesiologie’ laat zien hoe de kerk, bestaande uit Joden en heidenen, een verlengstuk van het volk Israël is, waartoe ook nog altijd het ‘overblijfsel’ behoort (i.e. de messiaans-joodse gemeenschap, Romeinen 11:5). Kinzer roept op tot een paradigmaverandering in de joods-christelijke relaties door de erkenning en inclusie van messiaanse Joden.
Tot slot: in dialoog
Wat is er nodig om tot die erkenning en inclusie te komen? In mijn ogen zijn dat drie verschillende dialogen: tussen christenen en joden, tussen joodse christenen en de bredere kerk en misschien wel de moeilijkste van allemaal, tussen de mainstream Joodse gemeenschap en joden die geloven in Jezus. Hoopvolle stappen worden hierin al gezet, met name op academisch niveau. Een voorbeeld hiervan is de Annotated Jewish New Testament, waarvan de tweede druk een positieve bijdrage over ‘Messiaans jodendom’ bevat. Een vruchtbare dialoog kan alleen geschieden vanuit een houding van nederigheid en liefde, niet vanuit trots en een superioriteitsgevoel. Het was Paulus zelf die hier al tegen ageerde.
Dit artikel is een bewerking van de bijdrage die dr. Richard Harvey gaf tijdens de Duitse Kirchentag in 2015.
Noten
1 Het adoptianisme is een in de tweede eeuw ontstane opvatting, dat Jezus in feite een door God uitverkoren profeet was. Jezus wordt voorgesteld als een bijzonder mens, terwijl zijn Godheid wordt ontkend. Het werd door de kerk in Rome dan ook veroordeeld als dwaalleer.
2 Een jeugdbeweging op christelijke grondslag in de jaren zestig. Deze beweging bestond uit vele verschillende groeperingen maar allemaal met Jezus Christus en het evangelie als grondslag. De meeste kwamen overwaaien uit de Verenigde Staten en waren van protestantse origine. Organisaties als Youth for Christ, Campus Crusade for Christ en Navigators waren met deze beweging verbonden.
3 Letterlijk betekent aliyah in het Hebreeuws ‘opstijging’. Het wordt gebruikt om de Joodse emigratie naar het Heilige Land aan te duiden.
4 Rabbi Alexandra Wright, ‘Shabbat Mikketz 5775’, preek in de Liberaal Joodse synagoge, St John’s Wood, London
— Richard Harvey was onder andere president van de International Messianic Jewish Alliance en vicepresident van de British Messianic Jewish Alliance. Zijn meest recente boek ‘Luther and the Jews: Putting Right the Lies’ (Wipf and Stock, 2017) verscheen in het kader van 500 jaar Reformatie.