‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ [2020-01]

REDACTIONEEL

‘Geef ons heden ons dagelijks brood’

In elke christelijke gemeenschap klinken regelmatig de woorden uit de vierde bede van het Onze Vader. Het brood dat we tegenkomen in dit gebed en het brood dat we in de andere verhalen over Jezus lezen, zijn met elkaar verbonden.

In dit nummer kijken we vanuit verschillende perspectieven en contexten naar hoe brood – pars pro toto voor eten in het algemeen – een belangrijk middel is om gemeenschap gestalte te geven en welke rol het speelt in theologische praxis en theorie.

Maar, wat nu als ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ geen vanzelfsprekendheid is, zoals wel voor de meeste mensen in de Nederlandse context? Wat als er niet genoeg eten is om van te leven? Wat als je afhankelijk bent van het eten dat je toebedeeld wordt, zoals klanten van de voedselbank? Wat gebeurt er als deze woorden opeens heel direct een bede om hulp om te kunnen overleven worden?

En dan de dimensie van brood en gemeenschap, van voedsel delen, brood breken en convivencia: samen leven als samen eten. Rondom eten, zij het de Maaltijd van de Heer, de iftar-maaltijd die de vasten breekt bij het ondergaan van de zon tijdens de Ramadan, of gewoon de ietwat gehaaste doordeweekse avondmaaltijd (overigens ook een zeer context-bepaalde gewoonte), komen we samen. We verkennen verschillende manieren en initiatieven die hieraan invulling geven in dit nummer van TussenRuimte.

In de interculturele theologie is al aandacht gegeven aan het feit dat er culturen zijn waar brood traditioneel géén rol speelt. Is er ruimte om ‘Geef ons heden onze dagelijkse tortilla’ te bidden? En wat betekent dat dan theologisch? Hoe kan ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ ons oriënteren in de wereld, in geloof, in gemeenschap? We willen graag deze gedachten over brood met u delen in het eerste nummer van TussenRuimte van 2020!

— Mirella Klomp, Peter-Ben Smit en Nienke Pruiksma – themaredactie