De oorlog in Oekraïne op de WCC Assemblee
Het is geen wonder dat het er spannend aan toe ging toen de kwestie van de oorlog in Oekraïne aan de orde was op de Elfde Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Karlsruhe. Deze bijdrage schetst hoe de verklaring ‘War in Ukraine, Peace and Justice in the European Region’ tot stand kwam, waarover de discussie met name ging en hoe de verklaring ontvangen is door de Russisch-Orthodoxe Kerk en door Oekraïense kerken.
Waarom een publieke verklaring
‘Oekraïne is op dit moment het epicentrum van globale veranderingen’, stelt Borys Gudziak, hoofd van de Oekraïense katholieken in de Verenigde Staten (niet aanwezig in Karlsruhe). ‘Onze veiligheidsallianties, onze politieke samenwerking, de economie, de ecologie, het hele energiesysteem van de wereld wordt nu beïnvloed door de Russische agressie tegen de Oekraïense onafhankelijkheid.’
Hij had eraan toe kunnen voegen dat ook de globale interkerkelijke samenwerking een ongekende impact ondervindt van de oorlog in Oekraïne. Met de onverholen steun van patriarch Kirill van de Russisch-Orthodoxe Kerk aan de agressie-oorlog van de Russische Federatie tegen het buurland, staan de verhoudingen binnen de wereldoecumene op scherp. Sinds het uitbreken van de full-scale oorlog tegen Oekraïne staan alle kerken voor de uitdaging stelling te nemen ten aanzien van een theo-politieke ideologie, die de Russische imperialistische machtsdroom (“Russkiy Mir’) van christelijke termen en legitimatie voorziet, en hun eigen positie ten aanzien van oorlog en vrede te bepalen.
Welk gezamenlijk christelijk getuigenis konden de kerken, bijeen in Karlsruhe, laten horen met het oog op vrede en gerechtigheid? Voor zulk gezamenlijk getuigenis zijn de ‘public issues’ bedoeld. Elke Assemblee reageert met publieke verklaringen op brandende kwesties van internationale zorg en oecumenische betrokkenheid. Het gezag van de verklaringen ligt niet in een supranationale, institutionele autoriteit maar, zoals de Wereldraad het zelf formuleert, ‘in het gewicht dat ze dragen door hun eigen waarheid en wijsheid’. Het gaat om interventie in actuele politieke situaties met een spirituele en morele stem, én met een daaraan verbonden oproep tot handelen. Publieke verklaringen spreken tót de kerk (aanbevelingen voor de lidkerken) en spreken vóór de kerk tot regeringen en andere seculiere en religieuze instellingen en organen.
Procedure en achter de schermen
Er gaat een lang en zorgvuldig proces vooraf aan een publieke verklaring. Het bestuur van de Wereldraad en verschillende van de organen, zoals de Commission of the Churches on International Affairs, zijn erbij betrokken. Op de Assemblee zelf wordt een Public Issues Committee aangesteld. Deze commissie ontvangt, bediscussieert en selecteert de voorstellen, gedaan vanuit minstens tien gezamenlijke lidkerken, voor mogelijke publieke verklaringen. Ze bereidt de teksten voor die ter amendering en consensus-besluitvorming worden voorgelegd aan de plenaire vergadering.
In Karlsruhe ontving de Public Issues Committee een grote hoeveelheid voorstellen waaruit ze uiteindelijk zeven selecteerde en uitwerkte tot een publieke verklaring. Over enkele urgente politieke kwesties die meer regionaal begrensd zijn, heeft ze aanvullende korte notities voorbereid. De commissie kreeg de opdracht mee om de verklaringen bondig te houden en nadruk te leggen op de ‘call for action‘ en concrete aanbevelingen. De commissie onder leiding van de Koptisch-orthodoxe aartsbisschop Angaelos van Londen heeft zich daar voorbeeldig van gekweten. Achter de schermen is in de Public Issues Committee in Karlsruhe verhit gedebatteerd over de Oekraïense-verklaring. Een Russische afgevaardigde maakte deel uit van de commissie evenals een theologe van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel die zich juist hard maakte voor het Oekraïense perspectief. Van de Oekraïense kerken zelf zat niemand in de commissie omdat ze (nog) geen lid zijn van de Wereldraad.
Stappen naar solidariteit
In de maanden voorafgaand aan de Assemblee in Karlsruhe werd er van diverse kanten pressie uitgeoefend op het bestuur van de Wereldraad om de Russisch-Orthodoxe Kerk van lidmaatschap uit te sluiten. De waarnemend secretaris-generaal, de Roemeens-orthodoxe dr. Ioan Sauca, wilde daarvan niet weten. Hij benadrukte: ‘Bij de Wereldraad van Kerken spreken we de taal van geloof, niet van politiek, we zijn een open platform voor iedereen. De Russisch-Orthodoxe Kerk is een volwaardig lid van de gemeenschap.’
Met twintig personen sterk was de Russische delegatie gekomen. Er zijn aanwijzingen dat een deel ervan rechtstreekse banden heeft met de FSB, de Russische geheime dienst. Tegelijk had het Centraal Comité van de Wereldraad in juni al uitgesproken dat de oorlog in Oekraïne ‘onwettig en niet te rechtvaardigen’ is. Vervolgens ging de leiding van de Wereldraad begin augustus naar Kyiv en nodigde de Oekraïense Raad van Kerken en Religieuze Organisaties uit voor de Assemblee in Karlsruhe, om te getuigen over de impact van de oorlog en hoe ze als kerken antwoord geven op de humanitaire en pastorale nood.
Vanuit de brede waaier van Oekraïense kerken waren twaalf personen gekomen met de status van ‘waarnemer-gedelegeerde’.
Waarnemers, omdat – op de Hongaarse Reformátuskerk in Oekraïne na – tot nu toe geen van de Oekraïnse kerken lid is van de Wereldraad. De Orthodoxe Kerk werd eerder niet als zelfstandig en canoniek erkend.
Vier Oekraïense vertegenwoordigers kregen op de plenaire thematische sessie gewijd aan Europa, gelegenheid om verslag te doen vanuit oorlogsgebied. Namens de Orthodoxe Kerk van Oekraïne waren dat aartsbisschop Yevstratiy van Charnihiv en Nizhyn en de jonge theoloog Roman Sigov, en namens de (formeel nog steeds aan de Russisch-Orthodoxe Kerk gelieerde) Oekraïense Orthodoxe Kerk spraken theologieprofessor Sergii Bortnyk en de jonge journaliste Ivanna Illina. Aan de gedelegeerden van de Russisch-Orthodoxe Kerk werd geen spreekrecht gegeven. Een openlijke confrontatie en dialoog werd niet beoogd, het scheppen van een veilig platform om stem te geven aan de slachtoffers stond voorop.
Emoties en discussie
Op de voorlaatste dag van de Assemblee legde de Public Issues Committee de verklaring over de oorlog in Oekraïne voor aan de voltallige vergadering, voor een eerste ronde van reflectie. Gedelegeerden kregen maximaal één minuut voor een reactie. Na het voorlezen van de verklaring stapte Roman Sigow (25 jaar) naar de microfoon en verklaarde: ‘Eén minuut. Zo lang kan een Oekraïner bijdragen aan een stellingname over de oorlog in Oekraïne. Ik kan niet zeggen hoeveel pijn het doet om een verklaring te horen waarin het slachtoffer en de agressor op dezelfde lijn worden gesteld en besproken. Ik hoop dat de commissie onze geschreven amendementen op de verklaring zal ontvangen en serieus neemt. Laten we de stem van Oekraïeners horen wanneer we spreken over de oorlog in Oekraïne! (…) Laten we onrecht aan de kaak stellen en de waarheid spreken, luid en duidelijk. Dank u.’
Vervolgens kwam de Russisch-orthodoxe archimandriet Philaret Boelekov, aan het woord. Hij hield zich niet aan de ene minuut. Boelekov noemde de verklaring ‘een voorbeeld van de informatie-oorlog’. Het document was volgens hem te vergelijken met de statements die McDonalds en Starbucks hadden afgegeven toen ze hun vestigingen in Rusland sloten. Deze verklaring had in zijn ogen geen importantie omdat er geen poging werd gedaan om te zien wat er aan de hand is. Het zou vooral de bedoeling zijn om Rusland de schuld te geven: Waarom niets over ‘de andere partijen in dit proces’?
Ten slotte sprak de Oekraïense Oleksandra Kovalenko (27 jaar) geëmotioneerd de vergadering toe: ‘Lieve broeders en zusters, ik vraag jullie naar mij te luisteren en niet de evidente waarheid te compromitteren omwille van diplomatie. Als kerken niet degenen zijn die hun stem verheffen als er geweld en onrecht gebeurt, zijn we dan nog het zout van de aarde? (…) Het is verschrikkelijk dat de Russische gedelegeerde het bloed van het Oekraïense volk vergelijkt met Starbucks en McDonalds.’
Ondanks de zeer beperkte tijd werd ruim gebruikgemaakt van de mogelijkheid schriftelijk wijzigingsvoorstellen in te dienen. De commissie ontving meer dan negentig e-mails met amendementen. De commissie besloot om vrijwel geen veranderingen door te voeren, met een verwijzing naar de oecumenische gemeenschap als ‘een plaats waar discussies doorgaan, waar er een kans is dat wonden kunnen helen’.
Opmerkelijk genoeg werd wel een amendement van Russische kant overgenomen. Waar eerst ‘vertegenwoordigers van de Russisch-Orthodoxe Kerk’ stond, werd het nu ‘van de multinationale delegatie van de Russisch Orthodoxe Kerk’, een claim vanuit de ‘Russkiy Mir’-ideologie op de orthodoxe gelovigen in andere landen die terecht op luid protest stuitte van het Oecumenisch Patriarchaat.
Andere wijzigingen die te lezen waren in de tekst die op de laatste dag werd voorgelegd aan de plenaire vergadering bleken bij de uiteindelijke publicatie op de website van de Wereldraad weer geschrapt. Het ging om de formuleringen ‘de Russische invasie van Oekraïne’ (in plaats van ‘de oorlog’) en ’terugtrekking van Russische troepen’ als een voorwaarde voor vrede. Navraag bij een lid van de commissie leerde mij dat hierover in de commissie toch ‘geen consensus’ bleek te zijn en dat er een ‘nog niet finale versie’ aan de vergadering ter instemming was voorgelegd. Dat is op z’n zachtst gezegd merkwaardig, en laat zien hoe er tot op het bot (mogelijk tot in de hoogste regionen) gestreden is om de bewoordingen van de verklaring.
Ontvangst en kritiek
Wat betreft de ontvangst van de verklaring zien we dat de Russisch-Orthodoxe Kerk zich het document toe-eigent door er precies die dingen uit te halen die haar goed uitkomen. De Russisch-Orthodoxe Kerk is ‘voorzichtig optimistisch’ over de positie van de Wereldraad, al blijft het een ‘grotendeels gepolitiseerde’ verklaring, aldus Metropoliet Antonios van Volokolamsk, de leider van de Russisch-orthodoxe delegatie. In zijn boodschap op de officiële website van de Russisch-Orthodoxe Kerk schrijft hij dat de verklaring toch goede uitgangspunten biedt voor de Wereldraad om een ‘objectieve en onpartijdige studie naar de oorzaken van het langdurige conflict in de Oekraïne te doen en stappen naar vrede te zetten’. De volledige tekst van het document is niet afgedrukt.
Op Oekraïense websites is de volledige tekst wel te vinden, maar ook hier klinken kritische stemmen. In het document wordt de Russische Federatie niet veroordeeld als de agressor, de Russische agressie en de Oekraïense verdediging van haar eigen burgers en land worden gelijkgeschakeld (beide moeten de wapens neerleggen, beide moeten burgerdoelen ontzien, ‘bothsides-ism‘), en Rusland wordt niet opgeroepen zijn leger uit Oekraïne terug te trekken. En wiens belang is gediend met verheven woorden over ‘demilitarisering’ van het conflict nu het Oekraïense leger zich succesvol tegen de vijand verdedigt dankzij geavanceerde wapens van westerse bondgenoten? Vanuit Oekraïense kant juicht men het wel toe dat de verklaring het gebruik van religieuze taal en autoriteit om militaire agressie te rechtvaardigen helder veroordeelt.
Sommigen vinden dat de Wereldraad beter géén verklaring dan deze verhullende verklaring had kunnen afgeven. Dat is niet mijn mening. Het is een verklaring met gebreken, teleurstellend in vele opzichten, en gemakkelijk te misbruiken zoals we al direct zien gebeuren in de Russische propaganda. En toch hebben kerkelijke vertegenwoordigers, bijeen in Karlsruhe, zich samen ingespannen om woorden te geven aan hun zorg, ontzetting, compassie en roeping om zich in Christus’ naam in te zetten voor ‘just peace‘. Er is een begin gemaakt met luisteren naar Oekraïense christelijke stemmen. Al blijven de Russen hardhorend, deze stemmen zijn niet meer weg te denken. Ze zijn dapper, compromisloos humaan, en onverschrokken zoekend naar waarheid.
-Heleen Zorgdrager is hoogleraar Systematische Theologie en Genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam en sinds 2005 gastdocent aan het Oecumenisch Instituut van de Ukrainian Catholic University in Lviv. Ze was als deelnemer bij de Assemblee van de Wereldraad van Kerk en in Karlsruhe vanuit haar betrokkenheid bij de Reference Group on Human Sexuality van de Wereldraad van Kerken en ze leidde er een workshop over dit thema.