Moed hebben om elkaar écht te zien

Nederlandse Zendingsraad-directeur Berdine van den Toren-Lekkerkerker en dr. Atola Longkumer, inheems theoloog uit Nagaland, India, spraken elkaar over de impact van de Europese context van de Assemblee en over de impact van eurocentrisme niet alleen op de Asseblee, maar op een organisatie als de Wereldraad van Kerken. Samen denken ze na over de dynamiek tussen inclusiviteit en exclusiviteit tijdens de Elfde Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Karlsruhe. Waren alle stemmen hoorbaar? Welke stemmen werden gemist? En wat is daaraan te doen?

AL: Tijdens de Assemblee heb ik, een inheemse vrouw uit India, de hele wereld kunnen ontmoeten. Ik ontmoette mensen van de Salomonseilanden en Papua Nieuw Guinea. Mensen uit landen waarvan ik nog nooit had gehoord, want ons onderwijs en onze media leren ons alleen maar over de grote, machtige landen. Dat was ongelofelijk: samen maaltijden delen, in de rij staan en een gesprek beginnen met de hele wereld. En als je bedenkt waar we vandaan komen sinds het begin van de Wereldraad van Kerken in 1948. Hoeveel mensen uit niet-Westerse landen waren erbij in Amsterdam? Er was nu zonder twijfel veel meer diversiteit in elk facet van de Assemblee. Maar we moeten eraan blijven werken: we hebben de hemel nog niet bereikt.

We moeten eraan blijven werken: we hebben de hemel nog niet bereikt

De pre-assemblees voor jongeren, vrouwen en indigenous helpen. Maar het was goed geweest als er bijvoorbeeld een plenaire sessie tijdens de Assemblee was geweest waarin alleen jongeren het woord hadden gevoerd. Jongeren kwamen nu altijd als deel van een groep sprekers aan het woord, waardoor ze ondersneeuwden. Er waren ook andere momenten waarin ongelijkheid tussen jongeren naar voren kwam in een presentatie of door mensen die het woord voerden. Daar moet echt nog aan gewerkt worden.
BvdTL: En het blijft soms lastig om die ongelijkheid te zien. Soms voelt een situatie normaal en pas als iemand anders het zegt realiseer je je hoe ongelijk de verhoudingen zijn. Dat duidt weer aan dat als je een geprivilegieerde positie hebt, je niet altijd ziet hoezeer er een gebrek aan gelijkheid is. De theoloog Letty Russel schreef dat om de stem van een minderheid te horen, zij in een meerderheidspositie geplaatst moet worden en niet door een of twee personen kan worden gerepresenteerd. Dus een jongere in een groep van volwassenen of ouderen wordt niet gehoord omdat wat gezegd wordt door mensen wordt geïnterpreteerd binnen het eigen verstaanskader van de meerderheid. Je moet dus dat kader zien te doorbreken en ook getalsmatig de rollen omdraaien om een minderheid echt te kunnen horen.
AL: Als de oriëntatie verandert is dat empowering in het bijzonder voor diegenen die geen stem of privilege hebben. Het blijft van groot belang om ons ervan bewust te zijn wie er wel en niet aanwezig zijn. Je kan niet zeggen ‘er zijn mensen uit Afrika en er zijn mensen uit Azië’. Er moet dieper gekeken worden: wie representeert Afrika en wie representeert Azië?
BvdTL: Hoe is dat voor jou als inheemse vrouw uit Azië?
AL: Tijdens de bijeenkomst van mensen uit Azië en het Pacifisch gebied tijdens de Assemblee voerden de vertegenwoordigers van Zuid-Indiase kerken, allemaal mannen, het hoogste woord. Ik wilde ook wat bijdragen als inheemse vrouw. Ik kom uit Nagaland, een complex gebied binnen India. Toen de voorzitter van de bijeenkomst zag dat ik wilde spreken weigerde hij dat: er hadden al te veel mensen uit India gesproken.
Maar de mannen uit Zuid-India spreken niet namens mijn werkelijkheid: we hebben hele verschillende perspectieven, ervaringen en een heel verschillende realiteit. Een wijze voorzitter zou dit hebben erkend en mij, kort, het woord hebben gegeven. We hebben wijze leiders nodig die een risico durven nemen. Dat dit kon gebeuren bij een bijeenkomst van een organisatie wiens fundamenten gebaseerd zijn op inclusieve ethiek en een inclusieve praktijk is erg jammer.
Het is belangrijk de diversiteit in de diversiteit te erkennen: er zijn verschillen tussen hen die anders of divers zijn. Er zijn verschillende niveaus. Dus, vanuit Europees perspectief, zijn mensen uit India ‘de ander’, maar binnen die groep zijn er nog veel verschillen. Maar ik heb die verschillen ook gezien binnen Duitsland: het onderscheid tussen Oost en West bijvoorbeeld. We moeten echt alert blijven op de verschillende lagen van verschil en diversiteit.

Leren we dat niet van inheemse volkeren: de wijsheid van de plek horen en respecteren?

BvdTL: Als ik je goed begrijp zeg je dat aan de ene kant leiders risico’s moeten durven nemen en de diversiteit in de diversiteit een stem moet krijgen. En tegelijkertijd zeg je dat we ons moeten realiseren dat de plaats waar we samenkomen gaven en wijsheid met zich meebrengt. In het geval van Karlsruhe in Duitsland is dat de ervaring van oorlogen – met Frankrijk over de grensregio, de Eerste en Tweede Wereldoorlog – en het proces van vereniging na de verdeeldheid tussen Oost- en West-Duitsland. De kerken zijn onderdeel van deze geschiedenis, hebben hierop gereflecteerd en om Gods leiding hierin gevraagd. Dat is de wijsheid van deze plek. Is dat niet wat we leren van inheemse volkeren: de wijsheid van de plek horen en respecteren?
Maar toch zijn er stemmen van minderheden die niet werden gehoord.
En in hoeverre komt ook dit voort uit die wijsheid van de plaats? De ervaring van de Tweede Wereldoorlog maken de Duitse kerken gevoelig voor antisemitisme. En dat is goed, zeker ook met de groei hiervan vandaag de dag. Maar in de Assemblee betekende dit dat stemmen van de aanwezige Palestijnse christenen niet in de plenaire sessies gehoord werden. Toen er gediscussieerd werd over het document ‘Seeking Justice and Peace for All in the Middle East’ kwamen de Palestijnen niet of nauwelijks aan het woord. De terechte angst voor antisemitisme, die onderdeel is van de wijsheid van de plaats waar we bijeenkwamen, leidde er dus toe dat de Palestijnse stem niet gehoord werd in de plenaire sessies, maar naar de achterkamertjes werd geduwd.
AL: De uitdaging om inclusief te zijn vraagt om dappere beslissingen. Want inderdaad, we hebben de stemmen van de Palestijnen niet gehoord. Maar daar komt bij dat het belangrijk is om macht en de praktische consequenties daarvan de doordenken, want er zit ook een economisch machtssysteem achter: Palestijnen kunnen niet zomaar reizen en deelnemen aan de Assemblee.
Ik denk in dit kader ook aan migranten. We hoorden veel over migranten in Europa, en ongetwijfeld waren zij onderdeel van het workshop-programma. Maar in de plenaire sessies kwamen ze niet aan het woord. Terwijl het juist Duitsland en kanselier Angela Merkel was die in 2015 de grenzen opende voor Syrische vluchtelingen. Waarom hebben we niets gehoord over de ervaringen van de kerk hiermee? Het toont eens te meer dat we heel voorzichtig en intentioneel aan dit soort zaken moeten werken en bereid moeten zijn om risico’s te nemen.
Hoe kunnen we denken aan een wereld zonder grenzen? We moeten over onze eigen grenzen heen denken, die begrenzingen breken. Dat leerde ik ook over Oost- en West-Duitsland. Die grens zit nog in de hoofden van mensen. Zelfs als ze er niet meer is, dan zit ze nog in de hoofden van mensen. En met grenzen bedoel ik niet alleen grenzen van landen, maar ook grenzen die gaan over culturen, rassen en genders. Dat blijft een uitdaging.
BvdTL: Een andere barrière was de taal. Er werd met name Engels gesproken. En alle talen die werden gebruikt waren Europese talen. De meeste talen in de wereld hadden er geen plaats.
AL: Ja, maar we moeten ook praktisch zijn als er zoveel verschillende mensen bij elkaar komen. Ik zag wel in de bijeenkomst van Aziatische gedelegeerden dat de mensen die Engels als tweede taal hadden het meest het woord voerden, en anderen zwegen. Er was geen vertaling voor mensen die de taal minder goed spreken of verstaan. Dus taal is een barrière. Maar als we er praktisch naar kijken: waarom wordt er niet een Afrikaanse taal zoals Swahili gekozen om ook als officiële taal gebruikt te worden?
BvdTL: Wat zouden wat jou betreft de belangrijkste punten van aandacht zijn om ‘de hemel’ of het toekomstig koninkrijk te bereiken?
AL: Dat komt voor mij terug bij het echt intentioneel en doordacht samenwerken, luisteren en spreken. Degenen die hun mond houden moeten de moed vinden om te spreken. Ik denk dat we onze angsten voor diversiteit, voor ‘de ander’ alleen overwinnen als we met elkaar spreken, naar elkaar luisteren, maar niet vanuit angst. En dus moeten we vol moed en hoop het gesprek met elkaar aangaan, intentioneel samenwerken en elkaar bevragen als we samenkomen: Wie is hier aanwezig? Wie is afwezig?
Dit is niets nieuws. Dit zit vanaf het begin af aan ingebakken in de oecumenische en missionaire beweging. Daarom vind ik het zo belangrijk dat we elkaar ontmoeten en uit onze comfortzone worden gehaald. We moeten met elkaar kijken wat de onderwerpen zijn waarover we ons uitspreken. Wat is dringend in onze context? En als we het hebben over thema’s als migranten, grenzen en uitsluiting: Wat kunnen we daaraan doen? Wat doen we aan de klimaatcrisis?
Het feit dat er zoveel diversiteit aan kerken is, is ook een kans om zonder schaamte en zonder al te veel zelfbewustzijn met elkaar het gesprek aan te gaan. Er zijn thema’s die ons verdelen, die gevaarlijk of met schaamte omringd zijn. Maar als we commitment aan elkaar hebben als dialoog partners, dan moeten we eerlijk zijn tegen elkaar. Niet omdat we een oplossing hebben, maar omdat we door het gesprek in staat zijn om onze collectieve wijsheden en ervaringen te delen en zo in staat zijn de wil van God te onderscheiden.

Waarom naast het Engels als voertaal ook niet een Afrikaanse taal zoals Swahili?

BvdTL: Dat is prachtig. En dat mogen we vieren. Nee, de Assemblee was niet perfect, maar we mogen het vieren omdat het mensen bij elkaar heeft gebracht. In de afsluitende dienst sprak Christopher Douglas Huriwai, een Maori angelicaanse priester. Hij nodigde iedereen uit elkaar te begroeten en, terwijl je de ander in de ogen keek, hem/haar/hen te zeggen: ‘Ik zie je.’ Dat is een echt elkaar aandacht geven, van elkaar te ontvangen en God aan het werk te zien in elkaars leven. Dat is echte ontmoeting.
Wat als we dat helemaal aan het begin hadden gedaan? Hadden we dan duidelijker gezien wie afwezig was, of wie niet werd gezien? ‘Ik zie je’ is een houding van oprechte gastvrijheid. En daar is een risico aan verbonden, zoals jij al zei. Je hebt daar moed voor nodig, want een gast kan zich anders gedragen dan jij gewend bent, of dingen zeggen die niet gemakkelijk om te horen zijn. Er is dus echt wederzijdse gastvrijheid en nederigheid nodig.
AL: ‘Ik zie je’ is heel radicaal. In dezelfde viering daagde een vrouw uit het Caribisch gebied ons uit om de moed te hebben om lief te hebben zoals Christus liefhad. Als volgelingen van Christus hebben we die moed. Is dat niet fantastisch? Alleen met Christus in het midden kunnen we werken aan een betere wereld, bouwen aan Gods Koninkrijk van vreugde, inclusie en vrede. We moeten meer tijd maken om met elkaar te zingen en te bidden zodat Christus in het midden staat.