Leren voor zending is… leren hoe je anders zijn een gave en rijkdom kan zijn. Het is leren dat diversiteit niet een probleem is maar noodzakelijk in onze pelgrimsreis op weg naar, en in, Gods nieuwe wereld.
Maar wat moeten we ons daarbij voorstellen? Wat zijn de mogelijkheden, als in dit leerproces mensen vanuit diverse kerken en culturen samenkomen; mensen met een “traditioneel Nederlandse” achtergrond en mensen met een migratieachtergrond; mensen die naar Europa zijn gekomen en mensen die de wereld in hopen te trekken vanuit missionaire motieven? Wat zijn niet alleen de kansen en mogelijkheden, maar ook de uitdagingen en barrières? Kan het zijn dat we eerst dingen moeten afleren en “ontleren”, voordat we kunnen leren? Hoe kan deze educatie kerken en zendingsorganisaties die werken in en vanuit Nederland dienen? Hoe kan dit missionaire werkers in Nederland en daarbuiten dienen?
Een hele lijst vragen, die makkelijker gesteld zijn dan beantwoordt en die om diepe en voortgaande reflectie vragen. Tijdens een expert-meeting, georganiseerd door de NZR op 10 februari 2022 in Utrecht, rond het thema “Missionaire educatie voor hier, daar en overal…” zijn Dr. Bosco Bangura, en Dr. Cathy Ross hierover in gesprek gegaan. Bosco Bangura is senior onderzoeker in missiologie aan de ETF (Leuven) en de PThU (Groningen) en Cathy Ross is directeur van de “Pioneer Mission Leadership Training” in Oxford, en één van de initiatiefnemers van het MA programma “Theology and Mission” met een speciale focus op Afrika als theologische locatie. Beiden stellen dat dit vragen zijn die alleen maar in gesprek een antwoord kunnen vinden – een gezamenlijke zoektocht waarin mensen niet alleen van elkaar leren, maar werkelijk samen met elkaar leren. Het zijn vragen die gemeenschap behoeven, zoals Bosco Bangura schrijft, verwijzend naar “African cosmology”: ”Life’s true meaning could only be found in regular and sustained dialogue with others in the context of the community.”1
En Cathy Ross verwijst naar het verhaal van Simon Barrington-Ward (algemeen secretaris van de Church Mission Society (CMS) van 1975-1985) over Ibribina, een zakenvrouw en vrouwelijk leider in de kerk in Niger rond 1880.
She saw in ‘Jesu’ Krisi’ a new love, a new all-pervasive Spirit power, the possibility of a new people, a fellowship of the unlike, bonding together all tribes, all ethnic groups, both black and white, into a new society. Here the rich would care for the poor and the strong for the weak in what was to be a new heaven and a new earth.2
Leren voor zending is… leren in gemeenschap, in gesprek, in de ontmoeting met de ander; de ander die werkelijk zó anders is dat het niet alleen verrast, maar misschien ook wel pijnlijk en verwarrend is.
Leren voor zending is… leren voor gemeenschap. Het is een samen op weg gaan om te ontdekken waar God aan het werk is, hoe God aan het werk is en daarin ook wie die God is die aan het werk is. Leren voor zending is … een samen ontdekken hoe wij trouw aan deze God, vanuit de liefde van Jezus Christus, onze eigen roeping verstaan en leven in de wereld waarin we geplaatst zijn.
Een mooie visie en een hartverwarmende uitkomst.
Dit waren zo maar wat gedachten die door mijn hoofd en hart gingen tijdens deze expert meeting over educatie voor zending. Daar zaten we met bijna 30 mensen, allemaal betrokken op kerk, zending en training, vanuit verschillende kerken en verbonden aan verschillende opleidingen en missionaire gemeenschappen. En samen gingen we in gesprek met Bosco Bangura en Cathy Ross. En juist in dat gesprek werden de mooie visie en hartverwarmende gedachten ook grote en ongemakkelijke vragen.
Bosco Bangura vertelde hoe hij de diversiteit niet alleen maar buiten zichzelf ontmoette als gave en inspiratie, maar ook binnen in hemzelf. Als Pentecostaal theoloog en als Pentecostaal wetenschapper, blijkt hij dubbelop een buitenstaander te worden. Vanuit zijn Pentecostale achtergrond is men achterdochtig naar de theologische wetenschap. Vanuit de theologisch wetenschappelijke wereld is men achterdochtig naar zijn Pentecostale geloof en lidmaatschap. En dat maakt onbegrepen en eenzaam. Diversiteit en anders zijn is niet alleen maar mooi en inspirerend. Diversiteit doet ook pijn.
En, vroeg Bosco, zijn de programma’s voor zendingseducatie wel werkelijk open voor diversiteit? Hoeveel programma’s zijn vooral gericht op theologie en zending voor en naar de ander? Hoe vaak wordt bijvoorbeeld vooral gezocht naar een theologie voor Afrika? Hoeveel openheid is er voor een theologie vanuit Afrika voor Europa? Is een werkelijk wederzijds en intercultureel leren mogelijk waar de eigen organisatie, theologie en kerkelijke verbondenheid ook bevraagd wordt vanuit het perspectief van de ander? Deze vragen maken onzeker.
Cathy voegde er nog een laag aan toe, door te verwijzen naar het boek After Whiteness van Willie James Jennings3, waarin educatie verbonden wordt met “mastery, possession en control.” Zeggen we niet dat kennis macht is? En deze macht wordt maar al te vaak gebruikt, bewust maar zeker ook onbewust, voor het creëren van een realiteit naar onze Westerse wensen en ideeën, ook in de context van zending.
En toch!
Willie James Jennings pleit in zijn boek voor een “education in belonging.” Hierin gaat het om een “belonging” juist ook voor diegenen die vanwege hun huidskleur vaak worden gezien en behandeld als buitenstaanders. Ibribina zocht naar en vormde een gemeenschap van mensen in een diversiteit van huidskleur en van sociale en economische posities. Een ieder hoorde erbij, niemand van hen kon gemist worden.
Bosco Bangura en Cathy Ross weigerden beiden een lezing te geven over hun ervaringen en inzichten. Zij kozen voor een gesprek, omdat in het gesprek een ontmoeting plaats kan vinden van waaruit iets nieuws geboren kan worden, een gezamenlijke visie, hoop en vertrouwen. Zij pleitten voor een gesprek waarin de verschillen niet weggemoffeld worden, maar juist worden aangekeken en doorgesproken. Zij zoeken een educatie die van een groep mensen niet een oppervlakkige eenheid maakt, maar een gemeenschap waar het veilig is om anders te zijn, waar de ander erbij hoort en een gave is. En zij doen dit vanuit een theologie die zich niet beperkt tot dogmatische waarheden en geestelijke ervaringen, maar die midden in het leven staat, die God ontdekt en leert kennen via alle zintuigen, in alle dimensies van ons leven, in het gewone leven van elke dag.
Deze manier van leren vraagt niet alleen om een nieuw curriculum en een nieuwe vorm van theologiseren. Het vraagt ook om een nieuwe methodologie, waarin het accent wordt verlegd van doceren naar converseren en een gezamenlijk ontdekken. Het vraagt om een verschuiving van leren over de ander naar een leren samen met de ander. Het vraagt om de vorming van een gemeenschap van buitenstaanders voor het aangezicht van God en in gehoorzaamheid van de roep van Jezus Christus.
Leren voor zending… behoeft de hele gemeenschap, de gemeenschap waarin buitenstaanders “binnenstaanders” blijken, en vraagt ons hele wezen.
Berdine van den Toren-Lekkerkerker
Noot van de redactie: De bijdragen van Dr. Bosco Bangura en Dr. Cathy Ross zijn hier en hier na te lezen.
1 Joseph Bosco Bangura, “Theological Education for a Religiously Radicalized World: An African Pentecostal Assist,” in International Review of Mission, Volume 106, Nr. 1, June 2017. Pagina?
2 Simon Barrington-Ward, “My Pilgrimage in Mission,” in International Bulletin of Missionary Research, April, 1999, p. 61.
3 Willie James Jennings, After Whiteness, An Education in Belonging (Eerdmans: Grand Rapids, 2020).