Onze culturele identiteit en het evangelie. Babel, christelijk nationalisme en het zijn van een volk van volkeren

Noot van de webredactie: Onderstaand artikel is een vertaling van een blogpost op de site van de Lausannebeweging. Het originele artikel kan hier gelezen worden.

Steven M. Bryan

Verschillen in collectieve identiteit zijn door God bedoeld als een rijke bron van zegen. In plaats daarvan werden ze een van de grootste bronnen van conflict, verdenking, vervreemding en geweld.

De vijandigheid die voortkomt uit culturele verschillen heeft ook diepe kloven geslagen binnen de kerk. Niet minder dan anderen hebben christenen geworsteld met het begrijpen van en reageren op de vele manieren waarop ons gevoel tot een groep te behoren onze ervaring van het leven en onze perceptie van mensen die tot andere groepen behoren beïnvloedt. Als gevolg daarvan worden deze verschillen in collectieve identiteit en de culturele uitingen die deze kenmerken, gemakkelijk een bron van wantrouwen en verdeeldheid.

Twee misstappen voor volgelingen van Christus

Of culturele scheidslijnen nu worden opgevat als verschillen in etniciteit, nationaliteit, ras of andere aspecten, de spanningen die ontstaan wanneer culturen botsen hebben veel christenen ertoe gebracht te denken dat culturele verschillen zelf een probleem zijn. Christenen die tot deze conclusie komen, doen dat vaak onder invloed van twee belangrijke, maar verkeerde interpretaties van de Schrift.

#1: “Culturele verschillen zijn een gevolg van menselijke rebellie.

Ten eerste hebben veel christenen de Schrift opgevat om aan te geven dat culturele verschillen het resultaat zijn van menselijke rebellie in plaats van een deel van Gods ontwerp. Daarom hebben christenen zich vaak voorgesteld dat God op een dag een einde zal maken aan culturele verschillen en denken zij aan de hemel als een plaats waar de harmonie van Babel voor zijn vernietiging zal worden hersteld. Degenen die het incident bij Babel op deze manier begrijpen, nemen aan dat het Gods bedoeling moet zijn om eenheid te scheppen door een volk te vormen zonder culturele verschillen, een volk met één taal en één cultuur.

In deze visie is het probleem met de plannen van de rebellen in Babel eenvoudigweg hun vastberadenheid om naam te maken. In werkelijkheid maakt het verhaal van Babel duidelijk dat dit verlangen om naam te maken eigenlijk een verlangen is naar slechts één naam, met één taal en één volk. Zij streven dit doel na als een afwijzing van Gods bedoeling dat de mensheid de aarde zou vullen met volkeren met vele namen en talen en culturen.

#2: “Het gaat om God en het individu.

Ten tweede doen christenen die denken dat de mensheid beter af zou zijn zonder culturele verschillen dat vaak omdat zij een beperkte kijk hebben op waar de Schrift over gaat. Voor veel christenen gaat de Bijbel fundamenteel over de relatie tussen God en het individu. Zeker, dat is een cruciaal en centraal onderdeel van het verhaal. Sommigen hebben terecht betoogd dat het hedendaagse idee dat alle mensen gelijk zijn in waardigheid en waarde, zijn oorsprong vindt in de bijbelse gedachte dat alle mensen zijn gemaakt naar het beeld van God. Dit idee is een kracht geweest voor enorm veel goeds in de wereld. Evangelischen hebben de waarde en het belang van het individu verder versterkt door de nadruk te leggen op de mogelijkheid en de noodzaak van een individuele relatie met God op basis van Christus’ dood en opstanding.

Maar om te denken dat de Schrift alleen gericht is op individuen en hun relatie met God en met andere individuen gaat voorbij aan een belangrijk accent van de Schrift. De Schrift heeft namelijk heel wat te zeggen, niet alleen over mensen maar over volkeren, niet alleen over individuen maar over de cultureel verschillende groepen waartoe zij behoren.

Het praktische en politieke effect van deze twee misstappen – de ene een verkeerd begrip van Gods doel en de andere een misvatting over Gods Woord – is dat christenen vaak verstoken zijn gebleven van de bijbelse middelen die zij nodig hebben om valse of misleidende ideeën over de vorm die menselijke samenlevingen zouden moeten aannemen, te bestrijden.

Als gevolg daarvan zijn veel christenen gezwicht voor de verleiding om te denken dat culturele verscheidenheid binnen een samenleving onwerkbaar is en op de een of andere manier moet worden voorkomen, uitgebannen of verminderd.

Sommige christenen zijn betrokken geraakt bij een wereldwijde heropleving van nationalisme of etno-nationalisme – het geloof dat een natie cultureel uniek moet zijn of dat elke cultuur zijn eigen volk moet hebben. Sommigen identificeren zich zelfs als “christelijke nationalisten” om hun streven naar één christelijke cultuur in hun land te beschrijven. Deze stijgende trend is te zien in contexten over de hele wereld, van Brazilië tot Rusland en van Hongarije tot de VS.

Een belangrijke plaats om te beginnen met het bestrijden van deze valse ideologie is het boek Genesis.

Een volk van volkeren

De eerste hoofdstukken van de Schrift plaatsen individuen binnen gezinnen en gezinnen binnen volken. Dit is het resultaat van wat wel eens “het culturele mandaat” wordt genoemd – Gods opdracht aan de mensheid om niet alleen “de aarde te vullen” maar om over de aarde te heersen als haar verzorgers en rentmeesters. Deze opdracht resulteert in de differentiatie van menselijke families en volkeren, die met elkaar en met Gods schepping omgaan op een manier die Gods creativiteit weerspiegelt.

Het probleem is niet het ontstaan van verschillen tussen volkeren naarmate de mensheid de aarde vult met verschillende culturen, maar het feit dat de mens de aarde ook vult met geweld. Babel vertegenwoordigt een menselijke oplossing voor het probleem van verschil met de poging het te elimineren. Ze hullen het in de taal van de eenheid. Maar eenheid impliceert verschil, en wat zij zoeken is niet een eenheid van verschil, maar eerder een samenleving van gelijkheid. In de ogen van de schrijver van Genesis is de uniformiteit die zij nastreven afgodisch.

De ontmoeting tussen God en Abraham die onmiddellijk volgt op de opstand in Babel onthult het goddelijke doel om de mensheid weer tot zegen te zijn door de zegen van een goed functionerende natie te herstellen. Wanneer God belooft uit Abraham een “groot volk” te maken, bedoelt hij dat hij uit Abraham een gewoon volk zal vormen, een volk waarvan de grootheid zal bestaan uit de rechtschapenheid van een collectief leven dat voor God en voor God wordt geleefd. Dit zal een volk zijn dat God liefheeft en elkaar liefheeft. Maar de grootheid zal ook bestaan in de wijze waarop het herstel van leven en zegen voor dit ene volk een middel tot zegen wordt voor alle volkeren.

De volkeren van de aarde mogen hun verschillen niet samenvoegen tot eenheidsworst (zoals in Babel), noch hun verscheidenheid vervormen tot een hiërarchie van onderdrukking en geweld, zoals in de keizerrijken tegen de achtergrond waarvan zoveel van het verhaal van de Schrift zich ontvouwt. Elk rijk beweert een volk van volkeren te zijn, maar het zijn allemaal parodieën – op zijn best slechte imitaties – van het volk van volkeren dat in Gods verbond met Abraham voor ogen staat. In het goddelijke visioen dat aan Abraham werd geopenbaard, belooft God een volk van volkeren te vormen. In dit volk maakt een gemeenschappelijke cultuur van gerechtigheid en liefde de opname van vele culturen mogelijk. Niemand is een autochtoon lid van deze gemeenschappelijke cultuur – insluiting is niet wat de ene groep aan de andere biedt, maar wat elke groep aan de andere biedt. Binnen het ene volk komen alle volkeren samen in een gemeenschap van zegen, met God in hun midden als de ultieme bron van zegen.

Een voortdurende relatie van wederkerigheid

Uit deze bespreking moet duidelijk worden dat de zegen die in Gods verbond met Abraham voor ogen staat, geen cijfer is voor materiële welvaart. In plaats daarvan is het een voorstelling van elk volk dat doet wat het moet doen – met elkaar leven in gerechtigheid en vrede, maar dat doet door een groot aantal uitingen van creatief rentmeesterschap van Gods schepping.

Daartoe moet elk volk en elke natie elk ander volk en elke natie niet alleen als belangrijk voor God beschouwen, maar ook als essentieel voor hun eigen welzijn. De zegen die van God uitgaat, wordt niet zomaar aan alle volkeren toebedeeld, alsof elk volk en elke natie onafhankelijk is van alle anderen of deze zegen los van alle anderen kan ervaren.

Ze komt veeleer voort uit een God die één volk zegent, een volk dat op zijn beurt die zegen doorgeeft aan andere volkeren. Die volkeren geven als reactie daarop hun zegen terug aan dat ene volk en aan God, die dan zijn zegen aan hen geeft, als onderdeel van een voortdurende relatie van wederkerigheid. Als één volk delen zij een gemeenschappelijke cultuur die wordt bepaald door hun liefde voor God en hun liefde voor mensen. Deze gemeenschappelijke cultuur maakt het mogelijk dat de vele culturen binnen het volk zich kunnen ontplooien.

De liefde tot God en de liefde tot de naaste blijkt niet alleen een geweldige manier te zijn om na te denken over wat het betekent om een discipel te zijn, maar een diep bijbelse manier om na te denken over een volk dat leeft binnen een groter geheel, dat leven en land en liefde deelt met andere volkeren.

In de hele Schrift blijven de bijbelse auteurs zich duidelijk richten op zowel de buitengewone betekenis en waarde van individuen die naar het beeld van God zijn gemaakt (Genesis 1:26-27) als van de volken waarbinnen individuen hun leven leiden (Openbaring 7:9; 21:24). Een dergelijke kijk op de werkelijkheid betekent dat de Schrift zich noodzakelijkerwijs niet alleen richt op individuen (en hun relaties met elkaar en met God), maar ook op volkeren (en hun onderlinge relaties voor God). Daarbij vinden we dat God in de kruisiging en opstanding van de Messias het volk heeft opgewekt dat in zijn belofte aan Abraham voor ogen stond, als individuen zich van hun zonde afkeren en een gerechtigheid ontvangen die van God komt.

Dit volk “in Christus” is één volk, maar het is ook een volk dat bestaat uit vele volkeren – een volk van volkeren waarvan de etnische en raciale verschillen van vitaal belang blijken voor hun leven als één volk, waarvan de eenheid bestaat in de liefdevolle wederkerigheid van zegen die zij nastreven als liefde voor God, de bron van alle zegen.

Dit artikel is gebaseerd op het boek van de auteur, Cultural Identity and the Purposes of God: A Biblical Theology of Ethnicity, Nationality, and Race, gepubliceerd in juli 2022 door Crossway.