“Blessed are the meek”: zachtmoedigheid als missionaire basishouding

Op de website van Christianity Today staat een interessant artikel over Nantachai en Ubolwan Mejudhon, een Thais zendingsechtpaar dat de afgelopen 50 jaar op verschillende plekken in Thailand heeft gewerkt. Nadat ze beiden in westerse landen gestudeerd hadden en tot geloof waren gekomen, kwamen de Mejudhons in 1972 terug om te evangeliseren onder studenten in Bangkok. In de loop van de jaren ontwikkelden ze een gecontextualiseerde vorm van evangelisatie die draait om zachtmoedigheid.  

De eerste jaren van zending onder de Thai waren moeizaam. Aan de hand van de evangelisatiestrategie van Campus Crusade for Christ, ging het echtpaar in gesprek met studenten en voorbijgangers, deelden het evangelie en drongen aan op bekering. De resultaten van deze evangelisatie in westerse stijl waren teleurstellend. Enkele studenten stemden er beleefd mee in om Christus te accepteren – om onder een ongemakkelijk gesprek uit te komen. Het is dan ook niet verrassend dat veel ‘bekeerlingen’ al snel hun geloof in God verloren.

De Mejudhons vroegen zich af: Is er een betere manier om het Thaise volk te bereiken? De afgelopen 50 jaar hebben ze geprobeerd die vraag te beantwoorden. Vanuit hun tijd werkend op campussen in Bangkok en dienend in een plattelandsstad in het noorden van Thailand, hebben de Mejudhons een gecontextualiseerde vorm van evangelisatie ontwikkeld die voortvloeit uit de Thaise culturele gevoeligheden: mensen benaderen met zachtmoedigheid. Hieronder volgen enkele passages uit het artikel van Christianity Today. Het volledige artikel vindt u hier.

“Om de Thai in een geest van zachtmoedigheid te bereiken, moeten westerse zendelingen hun denkwijze en methodes veranderen. In plaats van te verwachten dat ze grote aantallen bekeerlingen zullen zien wanneer ze in Thailand aankomen, moedigt Nantachai hen aan om zending te zien als een lange termijn commitment om oprechte relaties op te bouwen zonder verplichtingen. Door in Thaise gemeenschappen te leven en vriendschappen te vormen, kunnen buitenlandse zendelingen langzaam een begrip opbouwen van hoe ze het evangelie daar moeten presenteren.”

“Om het wereldbeeld van de mensen die ze dienen te begrijpen, moeten zendelingen eerst het boeddhisme begrijpen, zeggen de Mejudhons. Veel zendelingen bestudeerden de Thaise taal, maar bestudeerden het boeddhisme of de Thaise cultuur niet op een intensieve manier en kwamen daardoor agressief over als ze het opbouwen van relaties oversloegen, zich richtten op resultaten en het waardensysteem van de Thai negeerden, aldus Nantachai.”

“Een aantal zendelingen heeft het idee dat christenen zielen moeten tellen en aantallen geredde mensen moeten rapporteren aan een kerk of organisatie als een manier om hun succes te evalueren,” schreef Nantachai in zijn proefschrift. Toch werd de vraag “hoeveel leden heeft u in uw kerk?” nooit gesteld in het Nieuwe Testament.”

“Velen van hen werden christen, niet omdat ik het evangelie deelde, maar omdat we van hen hielden, voor hen zorgden en bezorgd waren over hun sociale welzijn,” zei Nantachai. “Het is niet je taak om hen te ‘trekken’ om christen te worden, maar wel om op een oprechte manier van hen te houden. En als de relatie zo sterk is, dan kun je alles delen wat je wilt delen, en dan zullen ze naar je luisteren en christen worden.”