REDACTIONEEL
Het is zo’n mooi ideaal: de ontmoeting met broeders en zusters uit andere continenten, waarin ervaren wordt dat je samen één bent in het werk in Gods Koninkrijk. Grenzen, kleuren en culturen vallen weg, omdat we van elkaar willen leren, naar elkaar willen luisteren en elkaar willen dienen. Wederkerigheid!
In de titel van deze TussenRuimte staat er echter een vraagteken achter. Is die wederkerigheid wel mogelijk? Staan we eigenlijk wel open voor de mening van broeders en zusters uit andere continenten? De meeste mensen die te maken hebben met interculturele contacten zullen deze vragen herkennen. Wederkerigheid is mooi, maar het lijkt een onhaalbaar ideaal.
Toch zijn er zeker ontmoetingen waar je werkelijke wederkerigheid ervaart. Waar grenzen tussen culturen, armoede en rijkdom, macht en het gebrek eraan wegvallen. Waar je elkaar accepteert als medemens – en vooral als broeder of zuster die net als jij lid is van het ene Lichaam van Christus.
Tijdens mijn jaren in Roemenië heb ik dit mogen meemaken. Dat ging vaak niet vanzelf: het was een lang en soms pijnlijk leerproces, zowel voor mij als voor de ander. Het is niet makkelijk kritiek te ontvangen op je cultuur, je (onbewuste) westerse hoogmoed, je gebrek aan fijngevoeligheid voor de waarden van de ander. Net zomin als het voor de ander eenvoudig was om door mijn ogen naar zijn of haar eigen cultuur te leren kijken en te ontdekken dat het steeds bekritiseren van de fouten van het Westen ook een vorm van arrogantie is. De basis van deze wederkerigheid was en is het geloof in Christus, liefde, geduld en oprechtheid. Niet met iedereen lukt het om zo’n vriendschap op te bouwen. Maar soms lukt het wel. Dit zijn de lichtpuntjes op het hobbelige pad van de wederkerigheid, waarop ook ik nog steeds struikel. Maar – een van de artikelen in dit nummer eindigt daar ook mee – het gaat om ‘geloof, hoop en liefde’ (1 Korintiërs 13:13). Juist in de kerk en in het missionaire werk mogen we ons daardoor laten leiden. En dan kan het vraagteken inderdaad een uitroepteken worden!
— Foka van de Beek, hoofdredacteur