Anne-Meta meldde zich in 2008 aan als klimaatambassadeur bij FairClimate, een project van ICCO/Kerk in Actie dat de klimaatverandering onder de aandacht brengt. De aarde warmt op en dat heeft rampzalige gevolgen, vooral voor mensen in ontwikkelingslanden. Anne-Meta (1987) was eerder naar Bangladesh geweest via het jongerenprogramma van de Protestantse Kerk in Nederland. Ze studeert theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Mondiale ontwikkelingen hebben haar belangstelling, maar het klimaatprobleem was nieuw voor haar.
In februari van vorig jaar meldde ze zich aan. Ze schreef een motivatie, werd uitgenodigd voor een gesprek, en samen met zeven andere jongeren werd ze uitgekozen als klimaatambassadeur. Haar groepsgenoten hadden allemaal een verschillende achtergrond: er was bijvoorbeeld iemand die watermanagement studeerde, een student milieuwetenschappen, en een student communicatie.
De bedoeling is dat met deze diverse groep een reis optimaal benut kan worden. De verschillende expertises vullen elkaar aan zodat de deelnemers een beter beeld krijgen van het complexe probleem van de klimaatverandering. Op de plaats van bestemming aangekomen, konden de verschillende vakbroeders en –zusters ook contact leggen met betreffende vakgenoten in Brazilië zelf. Anne-Meta, met haar theologische bagage, lette speciaal op het thema van de persoonlijke verantwoordelijkheid die ieder mens heeft.
Masterclass
De klimaatambassadeurs van 2008 reisden na een intensieve voorbereiding naar het regenwoud in Brazilië. Het contract voor hun inzet werd getekend op het strand in Noordwijk, in aanwezigheid van minister Bert Koenders van ontwikkelingssamenwerking. Wel een bewijs van het belang dat de regering aan het onderwerp hecht. Bert Koenders gaf de deelnemers trouwens meteen een masterclass ontwikkelingssamenwerking.
De klimaatambassadeurs hadden toegezegd om zich na terugkomst in Nederland beschikbaar te stellen voor voorlichting over klimaatverandering. Anne-Meta heeft inmiddels op vele thema-avonden over dit onderwerp verteld.
Nu ze een half jaar terug is, kijkt ze met veel plezier op de reis terug. Die ervaring was echt nodig om haar verhaal te ondersteunen en om zelf goed in de materie te kunnen duiken.
Gemengde gevoelens
En toch zijn er nu ook wel eens gemengde gevoelens. Dan gaat het over de wetenschap dat de klimaatconferenties over het algemeen veel tijd en geld kosten, en iedere keer weer weinig resultaat opleveren. Is het nodig om de wereld over te reizen met een vervuilend vliegtuig? Kun je niet volstaan met literatuur, kranten lezen, googlen en je in Nederland in het onderwerp verdiepen?
Aan de andere kant: juist omdat ze er zelf geweest is, het met eigen ogen heeft gezien, er foto’s van heeft, maakt dat haar ervaringen op themabijeenkomsten overtuigender overkomen. Ze krijgt de meeste reacties op haar persoonlijk gekleurde verhaal. Wat kan een groep van acht mensen bereiken na terugkeer in Nederland? Is dat niet een veel te kleine groep, en verdwijnen hun ervaringen niet in de oceaan van andere, ellendige, berichten? Maar ook: als je niet ergens begint, gebeurt er nooit iets. En de keuze om jonge studenten te ‘zenden’ is bewust: zij zullen hopelijk nog jarenlang kunnen ‘getuigen’ van wat ze meemaakten.
Niet Poznan, wel Bonn
Anne-Meta probeert steeds een eerlijke, eigen afweging te maken. Naar Poznan is ze bijvoorbeeld niet geweest, omdat ze er het nut van haar aanwezigheid niet van in zag.
Ze is wel een lang weekend naar Bonn geweest, naar één van de voorbereidingsbijeenkomsten voor Kopenhagen. Behalve inbreng van haar expertise, heeft ze zich daar ook persoonlijk ingezet door verkleed als klok rond te lopen. Op die manier werd aandacht gevraagd voor de actie Countdown to Copenhagen. Bonn was per trein te bereizen en ze kon er iets nuttigs doen. Zo maakt ze per situatie en per gelegenheid haar afweging.
Vraagtekens
Anne-Meta vraagt zich af of ze naar Kopenhagen zou gaan, waar in december de klimaatconferentie wordt gehouden. Nog afgezien van de vraag of ze wordt afgevaardigd, zet ze ook vraagtekens bij de zin van dergelijke internationale conferenties met veel hoge pieten. Bovendien krijgen sommige landen die direct te maken hebben met de gevolgen van de beslissingen, zoals Brazilië, niet altijd voldoende mogelijkheid tot inspraak.
Is het niet een rondreizend circus dat aandacht trekt terwijl de beslissingen elders worden genomen en de goede voornemens het weer onmiddellijk afleggen tegen economische belangen? Is dat een dergelijke ontmoeting, met het invliegen en het verblijf, ook al doe je het zo sober mogelijk, waard? Aan de andere kant: juist door dat hele circus blijft het probleem wereldwijd op de agenda. Voors en tegens: genoeg stof voor een debat.
Ontbossing
Terug naar Brazilië. Op een geografische kaart van het deelgebied dat Anne-Meta en haar tochtgenoten bezochten, is te zien hoe groot het gebied is dat al ontbost is. De feiten over ontbossing liegen er niet om: de laatste drie jaar is een gebied van bijna zeven miljoen hectare bos verloren gegaan. Dat zijn achttien voetbalvelden per minuut (bron: Greenpeace). Maar het blijven droge cijfers tot je het zelf gezien hebt.
Anne-Meta vertelt dat ze op een nacht over een weg reden waar een stuk bos werd platgebrand na het kappen. ‘Je weet dat het op die manier gebeurt: eerst kappen, dan branden. Maar als je er langs rijdt, voel je je ontzettend machteloos. Dit is zo definitief. Bovendien weet je dat het illegaal is. Dat maakt het extra ongemakkelijk als je het ziet gebeuren. Je moet doen of je het niet ziet.’ De ontbossing gebeurt voornamelijk ten bate van de veehouderij. Op het kale land wordt vervolgens vaak soja gebouwd. Tachtig procent van de ontbossing geschiedt om plaats te maken voor veehouderij.
Een goed leven
‘Het bos is het leefterrein van de Indianen. Ze worden weggejaagd en moeten verplicht in een klein reservaat wonen. Ook zij willen, net als wij, dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf. Maar zij zien alleen hun lotsverbetering op de korte termijn en ze hebben geen belang bij de lange termijn en de wereldwijde belangen. Het gaat er hen om dat hun kinderen over tien jaar een goed leven hebben.
En geef ze eens ongelijk: de gevolgen van de overmatige levensstijl van het Westen, van Amerika en van Europa, worden op hun bestaan verhaald. Waarom moeten zij boeten of inleveren voor iets wat men in het Westen niet bereid is te veranderen? Als het Westen zich matigt in consumptie, is er minder vlees nodig en hoeft er minder ontbost te worden. Maar tegelijkertijd geldt: ze verdienen ook flink aan deze ontbossing. Het is een patstelling waarin men elkaars gevangene is. En alternatieve bedrijven opzetten, bijvoorbeeld condooms maken van de rubber van de rubberbomen, is ook niet iets wat je van de ene op de ander dag kunt realiseren.’
Hetzelfde geldt voor de vleesproductie. Nederlanders consumeren veel vlees. De vleesproducten komen uit Brazilië, en het kost enorm veel energie om de koeien te voederen en de vleesindustrie te laten draaien. Maar als wij stoppen met vlees eten, dan zijn zij brodeloos. Ook hier: genoeg stof voor een debat.
Lokaal eten
De klimaatverandering heeft gevolgen op grote en op kleine schaal. Op kleine schaal: de directe leefomgeving van de Indianen wordt erdoor getroffen omdat zij bijvoorbeeld niet meer met de hand met een speer kunnen vissen; het water is te troebel geworden. Rivieren drogen uit. Op middelgrote schaal: de nationale gevolgen voor Brazilië op industrieel gebied. Het land leunt economisch zwaar op de opbrengsten van de bossen. Op wereldschaal: de gevolgen voor het klimaat.
Het is het klassieke verhaal van de vlinder van wie de vleugelslag uiteindelijk aan de andere kant van de aarde een overstroming veroorzaakt.
We belijden met de mond dat we één wereld zijn, maar ondertussen bepalen wij voor anderen dat zíj iets moeten doen aan het klimaat dat vooral door ónze levensstijl verpest is.
Als het gaat om de keus tussen economie en ecologie, wie zal er dan winnen? Misschien toch de economie, maar dan met een ecologische twist. Anne-Meta noemt als voorbeeld het beleid van General Motors in de Verenigde Staten. Nu het bedrijf een doorstart moet maken, zal het meteen duurzamer gaan produceren. Hopelijk is dat een voorbeeld van een nieuwe win-win situatie.
De reis naar Brazilië heeft haar bewuster gemaakt, ook op kleine schaal. Ze let op waar haar voedsel vandaan komt. Zo min mogelijk ingevoerd vlees en groente, en zoveel mogelijk lokaal eten waardoor de belasting door uitstoot van transport, op het milieu minder is. Een simpele en effectieve manier van veranderen! Want ‘je laat overal voetsporen achter als je eet…’
— Dineke Spee is lid van de redactie van TussenRuimte