Het lichaam centraal in onze respons op hiv en aids

Al drie decennia leeft onze wereld nu met hiv en aids. Deze tijd is een reis van openbaring, groeiend inzicht en opnieuw ontwaken geweest, waarin we ons bewust werden van ons behoren tot een wereldgemeenschap. Ik heb de aidsepidemie weleens omschreven als een apocalyptische gebeurtenis, aangezien ze allerlei vormen van sociaal kwaad en onnoemelijk menselijk lijden blootlegt. Als apocalyptische gebeurtenis onderstreept de epidemie tegelijk ook de noodzaak van transformatie in de samenleving en in het leven van individuen.

Toen het hiv-virus in 1981 wetenschappelijk werd ontdekt, was de respons medisch: we verzekerden ons van het gebruik van wegwerpnaalden en van een grondige controle van bloed bij een transfusie, om de overdracht van het virus te voorkomen. Vrij snel werd echter duidelijk dat hiv en aids niet alleen een medisch probleem zijn, maar een zaak van allen. Een multisectorale benadering werd geïntroduceerd, die individuen en families, gemeenschappen en naties, landen en continenten aanmoedigde om op allerlei niveaus preventie, zorg en verlichting van de impact van hiv en aids tot hun core business te maken. 

Bijvoorbeeld, degenen die in het onderwijs werken moesten op zoek gaan naar manieren om binnen het curriculum aandacht te geven aan hiv-preventie en zorg, en om specifieke projecten en programma’s voor hiv en aids te ontwerpen. Op dezelfde manier moesten kerkleden en kerkleiders aandacht besteden aan thema’s rond hiv en aids in diensten, preken, en gebeden, en in onderwijs en projecten voor specifieke doelgroepen zoals jeugd, vrouwen en mannen. Om kort te zijn: iedere sector zou creatief gebruik moeten maken van de eigen mogelijkheden om te komen tot een effectieve respons op de epidemie. 

Veelbelovende aanpak

Het was in de tweede fase dat de focus begon te verschuiven naar gedragsverandering. De populaire slogan ‘ABC’ (Abstain, Be faithful, Condomise – onthouding, wees trouw en gebruik condooms) werd aangeprezen in kranten en tijdschriften, via de radio en de televisie, en tijdens workshops, kerkelijke en andere publieke bijeenkomsten. Ook werden mensen aangemoedigd om zorg te verlenen aan al degenen die getroffen waren door hiv en aids, zoals weeskinderen. Deze aanpak erkende nadrukkelijk dat elk individu de macht en mogelijkheden bezit om de verspreiding van het virus te stoppen, hetzij door seksuele onthouding voor het huwelijk, hetzij door trouw aan een partner binnen een huwelijk of relatie, of door veilige seks wanneer iemand seksueel actief is buiten een duurzame relatie. 

De aanpak was veelbelovend, omdat ze uitging van de macht van een ieder om de verspreiding van het virus te voorkomen en om de gevolgen ervan te verzachten. Men kan niet genoeg nadruk leggen op het vermogen van leden in de gemeenschap om zichzelf en diegenen van wie zij houden te beschermen tegen een dodelijk virus. De strategie van gedragsverandering die seksuele onthouding, trouw, veilige seks en zorgverlening bevordert, blijft daarom van levensbelang voor de verdere reis met hiv en aids in onze wereld.

Ondanks de lange tijd dat we al leven met de epidemie en onze toenemende pogingen om die te bevechten, zijn de aantallen infecties met hiv en sterfgevallen  als gevolg van aids gestegen tot in de miljoenen. Weinig verbetering is bereikt. Waarom is de krachtige boodschap van onthouding, trouw, condoomgebruik en zorgverlening zo ineffectief? Waarom zijn deze eenvoudige maatregelen, die iedereen zou kunnen treffen, zo moeilijk te implementeren? Waarom falen mensen hiermee terwijl ze oog in oog staan met een dodelijk virus dat miljoenen levens eist en zo’n verschrikkelijk lijden veroorzaakt? 

Hiv en aids hebben ons gedwongen tot zelfinzicht en een hernieuwd ontwaken

Pas heel recent zijn we ons deze vragen gaan stellen, en het bracht onze wereldgemeenschap tot een moment van openbaring. Hiv en aids hebben ons gedwongen tot zelfinzicht en een hernieuwd ontwaken. Dit heeft betrekking op onze lichamelijkheid, onze onderlinge verbondenheid, en op de noodzaak voor de wereldgemeenschap om gerechtigheid lief te hebben. Deze openbaringen zijn cruciaal voor de voortgaande bezinning en betrokkenheid op de aidsepidemie.

Belichaamde mensen

De drie decennia dat we leven met hiv en aids hebben ons gedwongen tot een bewustwording en erkenning van onze lichamelijkheid. Met andere woorden: wij zijn leden van een wereldgemeenschap, geboren en levend op de aarde en haar concrete, materiële werkelijkheid. Dit betekent onder andere dat we fysieke, lichamelijke behoeften hebben zoals aan voedsel, onderdak, kleding en liefde. Als belichaamde mensen staan we met onze voeten in en op de aarde. 

Helaas zijn we sterk beïnvloed door christelijke manieren van denken waarin onze lichamelijkheid nauwelijks erkend wordt. En helaas zijn we gewend geraakt aan onrechtvaardige structuren in onze wereld die niet zoeken naar gerechtigheid voor alle mensen op aarde. Hierdoor waren we slecht voorbereid op hiv en aids en konden we moeilijk adequaat reageren. Als een gevolg hiervan hebben we weinig vrucht gezien op de pogingen om de verspreiding van hiv tegen te gaan en om de gevolgen ervan te verzachten, en om goede zorg te verlenen aan degenen die leven met hiv en aids. 

De ogenschijnlijk zo eenvoudige en doeltreffende boodschap van gedragsverandering heeft bij lange na niet het gewenste resultaat bereikt, omdat ze geen rekening houdt met de lichamelijkheid van mensen en de daaruit voortvloeiende menselijke behoeften. Miljoenen leden van onze wereldgemeenschap hebben geen voedsel, onderdak, kleding en liefde. Onderzoek naar de aidsepidemie maakt duidelijk dat individuen en gemeenschappen aan wie de meest basale menselijke behoeften ontzegd worden, zeer beperkt zijn in hun mogelijkheden om beslissingen te nemen over hun leven en die uit te voeren.

Macht ontnomen

Bij degenen onder ons die de meest basale menselijke behoeften ontzegd worden, wordt het leven vaak geregeerd door de omstandigheden. In veel gevallen wordt hun leven bepaald door degenen die macht in de samenleving bezitten. Dat we belichaamde mensen zijn betekent niet dat we slechts onze eigen lichamen bewonen, geïsoleerd van anderen. Het betekent dat onze lichamelijkheid is verbonden met de lichamen van anderen in onze familie, vriendenkring, ons land en zelfs internationale verbanden. We zijn onderling verbonden lichamen. Het betekent dat we behoren tot sociale, economische en politieke lichamen die allemaal impact hebben op ons leven: ze geven ons macht en mogelijkheden, of ontnemen ons die juist, of doen beide tegelijk. 

Helaas is het zo dat op veel plaatsen in de wereld mensen onderdeel zijn van sociale lichamen die hun macht en mogelijkheden ontnemen, vanwege hun klasse, leeftijd, seksuele voorkeur, ras en geografische locatie. Degenen die ‘anders’ zijn worden vaak benadeeld en macht ontnomen met een beroep op cultuur, religie, wet, beleid, gewoonte, en vaak ook vanwege ongebreidelde hebzucht. Volledige gezondheid en een effectieve respons op hiv en aids zijn echter voor een groot deel afhankelijk van de gezondheid van de sociale lichamen waarin wij als individuen en als gemeenschappen wonen. Het belang van de gezondheid van alle verbanden die ons belichamen, individueel, gemeenschappelijk, nationaal, continentaal en mondiaal, kan niet genoeg benadrukt worden. We leven in fysieke, sociale, economische, politieke en spirituele lichamen die impact hebben op onze gezondheid en deze mede bepalen. Het is daarom van levensbelang om onze zoektocht naar gemeenschappen die gerechtigheid liefhebben voort te zetten. 

Vooruitkijkend naar een nieuw decennium van een respons op hiv en aids, stel ik voor dat we de metafoor van het lichaam centraal stellen in deze zoektocht. We moeten de gezondheid van individuen en gemeenschappen bevorderen; we moeten de gesteldheid beoordelen van de sociale, economische en politieke lichamen die mensen huisvesten en die hen al dan niet in staat stellen om beslissingen te nemen en daarnaar te handelen. Het lichaam centraal stellen en gezonde sociale lichamen creëren betekent onder andere dat we moeten streven naar een specifiek soort gemeenschappen. Ik spreek hier over gerechtigheidlievende wereldgemeenschappen. Wat zijn dat, en wat is de theologische basis hiervoor?

Helende gemeenschap

Gerechtigheidslievende wereldgemeenschappen zijn heilige gemeenschappen: ze omarmen de aarde en alles op aarde als heilig. Het is immers geschapen naar Gods ontwerp, en God zag dat het goed was. Daarom omarmen deze gemeenschappen de goedheid van de aarde. Eveneens omarmen ze alle mensen als geschapen naar Gods beeld, gezegend en bedeeld met leiderschap en rentmeesterschap over Gods schepping. Ze erkennen dat alle mensen door God zijn voorzien van de middelen voor voedsel, onderdak, kleding en liefde. In deze gemeenschappen worden belichaamde mensen gezien als heilig, omdat ze geschapen zijn naar het beeld van God zelf. 

Zoektocht naar gemeenschappen die gerechtigheid liefhebben is van levensbelang

Uiteindelijk is de gerechtigheidslievende wereldgemeenschap de gemeenschap van de schepping. Het is een helende gemeenschap die de onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid van mensen erkent en die mensen kracht geeft. Ze creëert een ruimte en een plaats waar de heiligheid van de gehele schepping omarmt wordt en waar gerechtigheid gezocht wordt voor al haar leden. Hier zijn we beter uitgerust voor een meer effectieve reactie op hiv en aids. In de heilige ruimte van een gerechtigheidslievende wereldgemeenschap zullen we meer vrucht zien op onze methoden om hiv te voorkomen, om aids te behandelen, om de gevolgen te verzachten, en om stigma’s en discriminatie uit te bannen. 

Geen woorden

Onze ontkenning van het lichaam en zijn heiligheid, en het niet voorzien in de behoeften van het lichaam, betekent dat we ons schamen voor de manier waarop we geschapen zijn naar Gods beeld. Het negeren van onze lichamelijkheid betekent ook dat we vaak geen woorden hebben om over seksualiteit te praten – een taboe dat onmiskenbaar bijdraagt aan de verspreiding van hiv. Er waren tijden dat het spreken over menselijke seksualiteit al als zonde werd beschouwd. In deze context worden mensen die leven met hiv en aids al snel gezien als zijnde immoreel. Dit stigma hangt samen met de algemene ontkenning van onze lichamelijkheid en met ons falen om een gerechtigheidlievende gemeenschap te zijn. Het falen leidt er ook toe dat we met schijnbaar gemak sommige mensen de toegang ontnomen hebben tot voedsel, onderdak, kleding en liefde. We hebben een realiteit van armoede gecreëerd die ontegenzeggelijk een van de grootste vormen van geweld is die we op medemensen kunnen loslaten. Armoede is een schending van de wil van God. Ook ontneemt het miljoenen mensen de zeggenschap over hun eigen leven. De afgelopen drie decennia leidde dit ertoe dat onze gemeenschappen niet effectief konden reageren op hiv en aids. Ze vormden geen ruimte waar de individuele leden versterkt worden en heling vinden.

Belichaming

Christelijke gemeenschappen vinden in de Bijbel voldoende grond om onze lichamelijkheid te omarmen. God heeft niet alleen de aarde en alles dat daarop leeft geschapen, maar heeft ook mensen naar Gods eigen beeld gevormd (Genesis 1). Dit is de belangrijkste basis voor de heiligheid van het lichaam en van de hele schepping. Vervolgens vertelt het Nieuwe Testament hoe God in Jezus het menselijk lichaam aannam en onder ons leefde. Met de opstanding van zijn lichaam verzet Christus zich tegen alles dat het leven ontkent, inclusief de dood zelf. Hiv en aids zijn een grote aanval op het lichaam en worden geholpen door de sociale, economische en politieke lichamen die de heiligheid van al het leven en alle mensen ontkennen. 

Nu we een nieuw decennium binnentreden, met een nieuwe kans om als kerk aids-competent te zijn, moeten we zoeken naar manieren om een gemeenschap te vormen die gerechtigheid liefheeft. We moeten komen tot een waardering van onze lichamelijkheid en de bijbehorende behoeften erkennen. We moeten voortdurend letten op de gesteldheid van de sociale, economische en politieke lichamen die we gecreëerd hebben, en we moeten proberen onze systemen te ordenen met respect voor de goedheid en heiligheid van de schepping. We moeten actief streven naar een belichaming van de sociale, economische en politieke werkelijkheid die ruimte schept voor gerechtigheid en heling. Door dit alles dragen we bij aan de verantwoordelijkheid die God ons gegeven heeft, namelijk om goede rentmeesters te zijn van de schepping en om haar goedheid te behouden voor allen.

Vertaling: Nienke Pruiksma

* Noot van de vertaler: Dube spreekt over ‘Justice loving earth communities’. Omwille van het Nederlands is ‘earth’ vertaald als ‘wereld’ in plaats van ‘aarde’. In de loop van het artikel wordt duidelijk dat de wereld volgens Dube gezien moet worden als de door God geschapen aardse werkelijkheid.

— Dr. Musa W. Dube is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Universiteit van Botswana. Ze werkte een aantal jaar als theologisch consulent voor HIV&Aids en gender voor geheel Afrika namens de Wereldraad van Kerken. Ze heeft veel gepubliceerd op het gebied van theologie en HIV&Aids. Recent verscheen van haar The HIV and AIDS Bible. Selected Essays.