De vele gezichten van de islam in Kirgizië

Het religieuze landschap in Kirgizië, ingeklemd tussen Kazachstan en China, is heel divers. Christendom en islam wedijveren met elkaar om hun bestaansrecht te verdedigen door te wijzen op de lange geschiedenis die ze allebei in de regio hebben. Volgens de grondwet is Kirgizië een seculier land waarin vrijheid van godsdienst is gegarandeerd en waar iedere burger het recht heeft om iets of om niets te geloven. Tegelijkertijd wordt Kirgizië door zowel burgers als anderen beschouwd als een moslimland. Volgens schattingen is tachtig tot negentig procent van de bevolking namelijk moslim. 

Kirgizië als ‘afgebakend’ gebied bestaat pas sinds 1924. Als we het hebben over de islamisering van het land, praten we eigenlijk over de islamisering van heel Centraal-Azië. In tegenstelling tot de islamisering van de Arabische staten, was de verspreiding van de islam in Centraal-Azië een langzaam en gecompliceerd proces. 

Halverwege de tiende eeuw werd Centraal-Azië islamitisch. Daarvoor vormden de Kazachse en Kirgizische steppen een thuis voor verschillende religies gepraktiseerd door de lokale stammen, zoals sjamanisme, zoroastrisme, manicheïsme, boeddhisme en andere inmiddels verloren gegane religies. 

De arabisering van de regio zette in met de komst van Kuteibaibn Muslim (668-715). Door de militaire campagnes die onder zijn heerschappij plaatsvonden kon de islam zich verder in Centraal-Azië verspreiden. Toch beïnvloedde de overwinning van de Arabieren in de Talas-vallei in het huidige noordwest-Kirgizië maar in beperkte mate de inheemse religieuze gebruiken. Hoewel sommige Kirgiezen de islam omarmden, bleven de oude religieuze praktijken tot ver in de twintigste eeuw een belangrijke rol spelen onder de Kirgizische stammen. De meest invloedrijke hiervan, die nog steeds gepraktiseerd wordt in noord-Kirgizië, is de cultus rond de oppergod Tengri. Aan deze cultus zijn verschillende praktijken zoals voorouderverering en sjamanisme verbonden. Kirgizische christenen gebruiken een afgeleide van het woord Tengri als naam voor God. 

Drie tijdvakken

De ontwikkeling van de islam in Centraal-Azië is te beschrijven in drie verschillende tijdvakken. Het eerste tijdvak, ‘islam als overwinnaar’, loopt van de achtste tot de negentiende eeuw, een tijdsspanne waarin de introductie, consolidatie en verinnerlijking van de religie plaatsvond. De tweede periode, tot het midden van de jaren tachtig in de twintigste eeuw, kan getypeerd worden als ‘de geketende islam’ onder het strenge tsaristische regime en het communistische regime. De laatste periode loopt tot op vandaag, een tijdvak waarin de islam herleeft als een religieuze maar ook sociaal-politieke macht in de regio.1 Na een korte bespreking van de eerste twee perioden belicht dit artikel de hedendaagse periode die na de val van het communisme in het gebied een duidelijke opleving van de islam laat zien.

Islam als overwinnaar (achtste tot negentiende eeuw)

Helaas hadden de nomadenstammen in de Centraal-Aziatische regio geen geschreven taal in de achtste eeuw. Voor een reconstructie van de geschiedenis van de islam zijn we dan ook afhankelijk van Chinese en Arabische bronnen en van archeologische vondsten. Er is daardoor veel onduidelijk over het exacte moment waarop Centraal-Azië zich moslim ging noemen. Onder geleerden is de consensus, dat gedurende de regeerperiode van het Karachaniden-kanaat (840-1211), een Turkse dynastie, de bevolking langzaam overging tot de islam. Maar islam was zeker niet de enige religieuze praktijk in het gebied, en was lange tijd voornamelijk politiek van belang en niet zo zeer van cultureel of spiritueel belang. Gedurende de Mongoolse overheersing in de dertiende eeuw was de bevolking zeker niet trouw aan de islam. Zelfs de moslim-historicus Ali Zade, die een imposant boek schreef over de verspreiding van de islam, erkent dat: ‘Mongolen en Turken van deze regio praktiseerden geen gemeenschappelijke religie.’2 Ze praktiseerden verschillende cultussen en christenen, boeddhisten en moslims waren veruit in de minderheid. 

De verspreiding van de islam in de veertiende eeuw verliep moeizaam. Het omarmen van de islam betekende dat je sedentair moest gaan leven. De islam werd door de nomadische stammen dan ook gezien als de religie van de stad en niet voor hen van belang. Dit was mede het gevolg van de economische conflicten tussen de nomadische en sedentaire bevolking. In de vijftiende eeuw liep de moslim Yunus Khan nog steeds tegen dezelfde problemen aan. Hij wist dat zonder een verandering in levensstijl de bevolking nooit moslim zou worden. Al zijn pogingen waren tevergeefs, want het stadse leven bleek voor de Mongolen gelijk aan een leven in een gevangenis.   

De geketende islam (tot 1980)

In de negentiende eeuw bestaat de islam nog steeds als een gemengde religie, waarin veel elementen van de traditionele religies van de Centraal-Aziatische bevolking naar voren komt. De Kazachse historicus Chokan Valikhanov (1835-1865) schrijft daar over: ‘… Islamitische gedachten van kuisheid zijn onbekend bij deze mensen. Ze noemen zichzelf moslims maar weten niet wie Mohammed was. Hun trouwerijen en begrafenissen worden uitgevoerd volgens de sjamanistische traditie, maar er worden wel islamitische gebeden aan toegevoegd. Ik kan bevestigen dat er in het hele land niemand is die kan lezen.’3 De islam in de Centraal-Aziatische regio van voor de Russische verovering, diende voornamelijk als een ideologisch instrument voor islamitische veroveraars. Verbinding zoeken met sommige islamitische normen en waarden was daardoor alleen een teken van loyaliteit aan de veroveraar en niet aan een religieuze overtuiging. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden verschillende stammen Russisch staatsburger. Rusland kon de gebieden makkelijk veroveren doordat de heersers in de gebieden ernstig verzwakt waren. Aan het begin van de twintigste eeuw vestigden meer dan twintig duizend Russische families zich in de regio en namen hun religieuze overtuigingen met zich mee. Dit is het begin van de Orthodoxe kerk in de regio, maar dat was ook het begin van enkele evangelisch getinte groepen. De houding van de Russische autoriteiten ten opzichte van de islam was tot 1898 een houding van tolerantie en respect; hun focus lag in eerste instantie op de russificatie van de bevolking. Deze houding veranderde na de bevrijdingsopstand onder leiding van Madali Dukchi ishanSabirov in 1898. Vanaf dat moment ontstond er een constante strijd met de autoriteiten, eerst met de tsaar en later met het Sovjet-regime. In beide gevallen was het een gevecht voor nationale vrijheid waarin islam een belangrijke ideologische rol speelde. De Sovjet-autoriteiten stonden in eerste instantie onverschillig tegenover de religieuze overtuigingen van de bevolking en probeerde hun sympathie te winnen door te focussen op de klassenongelijkheid, waarbij ze zelfs de islam in de regio promoten. Dit resulteerde er in dat de vrijdag als officiële vrije dag werd ingevoerd. Maar deze situatie duurde niet lang. Het atheïsme werd steeds meer gepromoot. Gedurende deze periode tot laat in de jaren tachtig stond de islam, net als elke andere religie, onder constante druk van het regime. 

Verschillende gezichten (1980 tot heden)

Als reactie op een nieuwe golf anti-religiepropaganda van de Sovjets vond er in 1970 een islamitisch revival plaats in de Ferganavallei (de Fergana is een rivier die door Tadzjikistan, Oezbekistan en Kirgizië loopt). Dit revival was de wegbereider voor de ontwikkeling van de islam als religieuze praktijk en de ontwikkeling van de individuele zienswijzen onder de bevolking in het zuiden van Kirgizië. Toen de Sovjet-Unie aan het einde van de jaren tachtig religieuze vrijheid afkondigde, verspreidde de islam zich als religieus wereldbeeld verder door het hele land. 

De ware reden, echter, van de omarming van de islam in Kirgizië is gelegen in een krachtiger motief: na de onafhankelijkheid, aan het begin van de jaren negentig, was het land op zoek naar expressies van een eigen nationale identiteit, die niet gelieerd konden worden aan ideeën van het oude Sovjet-regime. Na de verrassende onafhankelijkheid, zagen de Kirgiezen zich geplaatst voor de enorme uitdaging om deze eigen identiteit vorm te geven. De islam heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. De vrijheid en de ideologische en financiële hulp van moslimlanden, droegen sterk bij aan de snelle verspreiding van de islam. De overheid ondersteunde het idee van een nationale ideologie op basis van de islamitische waarden. 

Hoewel de soennitische islam volgens de Hanafi-rechtsschool (een van de vier erkende soennitische islamitische rechtsscholen) de officiële godsdienst van Kirgizië is, is het religieuze leven van moslims veel complexer. Dit vindt zijn oorzaak in twee dingen. Zoals eerder vermeld is de islam in het land niet homogeen. Sinds de tijd van Kokand-kanaat heeft de islam in het zuiden van Kirgizië een grotere invloed gehad dan in het noorden. ‘In het huidige Kirgizië heeft de traditionele islam zich verschillende pre-islamitische religieuze praktijken eigen gemaakt’, aldus Farideh Heyat.4

De typisch Kirgizische islam domineert niet alleen omdat die dichter bij de cultuur en de mensen staat, maar ook omdat het een vertrouwenwekkende manier van genezing kan aanbiedt aan de mensen. Heyat zegt in hetzelfde artikel dat armoede, en dan vooral het gebrek aan medische zorg, ertoe leidt dat mensen hun heil zoeken bij islamitische genezers. Elke Kirgizische stam heeft zijn eigen voorouders die ze vereren. Hierdoor geeft elke stam een eigen invulling aan de islam. Om deze reden verschillen de islamitische tradities in de Talasregio van die in Osh en Issyk-Kul. 

De tweede reden is, dat na het verkrijgen van religieuze vrijheid, er zendelingen kwamen van verschillende islamitische stromingen uit verschillende landen. Deze diversiteit is nu goed waar te nemen in het land waar verschillende moslimstromingen aanwezig zijn, zoals de Ahmadyya, sjiieten en salafisten

Echter, in de loop der tijd werd het steeds moeilijker om een pro-islamitische ideologie te creëren die het land kon verenigen. Het resultaat daarvan was dat de regering aan het einde van de jaren negentig de invloed van islamitische ideologieën wilde uitbannen. In plaats daarvan wilde president Askar Akaev de cultus van Manas tot samenbindende ideologie van het land uitroepen. Manas is een epische held uit een gelijknamig Kirgizisch heldenepos, van voor 1500. Aan de andere kant zijn er ook moslims die het kalifaat willen uitroepen in het land. Dit wordt vooral gepropageerd door de politieke partij Hizb-ut-Tahrir, welke op dit moment verboden is. 

Vandaag de dag vormt de islam in Kirgizië een verdeelde en heterogene groep, waarvan de activiteiten op het geopolitieke, cross-culturele en individuele vlak een evenzo diverse afspiegeling zijn.

Noten

1 Shirin Akiner, ‘Islam, the State and Ethnicity in Central Asia in Historical Perspective’, in± Religion, State and Society, 24:2-3 1996, 91.

2 M.P. Vyatkin, M.P. Gryaznov, B.D. Jamgerchinov (eds.), Istoriya Kirgizskoy SSR [The History of Kyrgiys SSR], Vol. 1, Frunze: Kyrgyzstan, 1968, 142.

3 Chokan Valikhanov and Mikhail Venykov, The Russians in Central Asia; their occupation of the Kirghiz steppe and the Syr-Daria, London: Charing Cross, 1865, 85.

4 Farideh Heyat, Re-Islamisation in Kyrgyzstan: gender, new poverty and the moral dimenson’,Central Asian Survey, 23:3-4 2004, 277.

* Uit het Engels vertaald en bewerkt door Arjan Schoemaker

— Ruslan Zagidulin vertegenwoordigt Mission Eurasia in Centraal-Azië (Kirgizië) en is gastdo- cent aan het Bible Institute in Almaty, Kazach- stan. Hij studeerde theologie aan het Internatio- nal Baptist Theological Seminary in Praag.