Christenvrouwen dubbel gediscrimineerd: pleidooi voor een integrale aanpak

Schering en inslag. Dat is het ontmoedigende beeld dat in de media opdoemt als het gaat om de moeiten, beperkingen en zelfs gruweldaden waar vrouwen wereldwijd mee te maken hebben. Juist in landen waar christenen het toch al moeilijk hebben vanwege hun geloof, gaat dit ook niet aan de kerk voorbij. Christenvrouwen hebben in zo’n maatschappelijke omgeving dubbele discriminatie te verduren, omdat alle vooroordelen jegens én hun geloof én hun sekse bij elkaar komen.

Eindelijk aandacht

Jarenlang ging de complexe discriminatie van christenvrouwen schuil achter maatschappelijke taboes of werd beschouwd en juridisch behandeld als op zichzelf staande gevallen van mensenrechtenschending. In het afgelopen jaar is het eindelijk een publiek thema geworden, dat inmiddels de aandacht van diverse organisaties heeft. 

Zo heeft de Amerikaanse Commissie inzake internationale godsdienstvrijheid USCIRF er een analyse aan gewijd en het kwam vorig jaar juni aan de orde tijdens de tweede ‘Consultation on Christian Women under Pressure for their Faith’ in het Belgische Leuven. Dit Beraad in Leuven richtte zich op een integrale benadering vanuit het evangelie, zodat christenvrouwen die met religieuze onderdrukking te maken hebben zich in hun lijden gekend weten en hoop kunnen putten. 

Structureel kwetsbaar

In januari 2018 bevatte de World Watch List van Open Doors voor het eerst ‘Sekseprofielen van vervolging’, waarmee definitief afscheid werd genomen van de mythe dat vervolging blind zou zijn voor sekse. Christenvrouwen zitten in een dubbele slachtofferrol: ze zijn christen en ze zijn vrouw, twee maatschappelijk achtergestelde groepen. Deze dubbele kwetsbaarheid is structureel en te wijten aan een ingesleten en veelal bij wet gesanctioneerde marginalisering van hun maatschappelijke identiteit. 

Geloofsvervolging en de achtergestelde status van vrouwen in bepaalde landen valt te bezien vanuit de theorie van de maatschappelijke identiteit, zoals die in 1979 is ontwikkeld door Henri Tajfel. Het is de ‘in-groep’ die zijn bevoordeelde status vestigt en codificeert door middel van structurele ongelijkheden. Daarmee wordt de achterstelling van de ‘uit-groep’ bij wet en moreel gelegitimeerd. 

In culturen waar christenen een minderheid vormen, worden christenvrouwen het slachtoffer van dergelijke structurele ongelijkheden; christenen en vrouwen zijn beide maatschappelijke ‘uit-groepen’. De achterstelling kan behelzen: geen toegang tot onderwijs, werk, infrastructuur, erfrecht of gezondheidszorg, geen vrijheid om voor een andere religie te kiezen, te trouwen, te scheiden, het huis of het land te verlaten en in het niet mogen getuigen of aanspannen van rechtszaken.

Geen onderwijs, werk, erfrecht of geloofsvrijheid

In het rapport Women and Religious Freedom: Synergies and Opportunities dat de USCIRF in juli 2017 publiceerde, werd het als volgt gesteld: 

‘De algemene en hardnekkige misvatting is dat rechten van vrouwen op enerzijds gelijkheid en anderzijds vrijheid van godsdienst of geloof met elkaar botsen. In werkelijkheid zijn de twee echter niet te scheiden en onderling gerelateerd.’1

Andere mentaliteit nodig

Anneta Vysotskaja, voorzitter van het genoemde Leuven Beraad, ging specifiek in op de dubbele discriminatie van christenvrouwen in Centraal-Azië. Hun islamitische culturele identiteit dicteert een aan mannen inferieure status, wat leidt tot huisslavernij, misbruik, fysiek geweld en het moeten dulden van tweede vrouwen. Wanneer ze christen worden, komen daar onderdrukking en vervolging vanwege het andere geloof bij. 

Ook binnen de kerk blijft hun aan mannen ondergeschikte positie bestaan. Het ‘doen van Gods arbeid’ wordt aan hen niet toevertrouwd, er is voor hen dus geen actieve rol weggelegd bij opleiding, discipelschap en counseling van andere vrouwen. 

‘Geketend in de slavernij van oude tradities en opvattingen’

‘Christenvrouwen in Centraal-Azië hebben een mentaliteitsverandering nodig, omdat velen van hen nog steeds geketend zijn in de slavernij van oude tradities en opvattingen’, aldus Vysotskaja. Wanneer de kerk geen oog heeft voor de intersectionele aard van de verdrukkingen van christenvrouwen, zullen onderdrukkende tradities en opvattingen binnen de kerkmuren blijven voortbestaan. 

De harde werkelijkheid 

In de praktijk betekent dit dat christenvrouwen en -mannen omwille van hun geloof zowel maatschappelijk, juridisch, fysiek als economisch onder druk staan. Volgens de Gender Profiles of Persecution (2018)2 zijn gedwongen huwelijken, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld voor vrouwen de drie voornaamste factoren van pressie, maar ook huisarrest, ontvoering, onderdrukking via onderwijs, niet-seksueel geweld en te schande gezet of gemeden, worden regelmatig vermeld. 

Voor mannen daarentegen houden de voornaamste drukfactoren verband met werk, (para)militaire dienstplicht en niet-seksueel geweld, maar door de overheid opgelegde gevangenisstraffen en te schande gezet en gemeden worden komen eveneens veelvuldig voor. 

Opmerkelijk hierbij is het aantal drukfactoren dat vrouwen spontaan melden ten opzichte van die voor mannen, zowel de veelheid waar christenvrouwen afzonderlijk regelmatig mee te maken krijgen als de frequentie waarmee deze complexe pressie plaatsvindt. Voorts kan een gebeurtenis op één kwetsbaarheidsgebied leiden tot tegenslagen op andere kwetsbaarheidsgebieden. De meervoudige druk waaraan christenvrouwen zich blootgesteld zien, heeft zowel voor henzelf als voor hun biologische en geestelijke familie een verwoestende uitwerking. 

Antoinette Meiring van The Haven Night Shelter Welfare Organisation in Zuid-Afrika kwam in haar presentatie in Leuven met hartverscheurende verhalen over verkrachtingen. In Darfur kregen Soedanese soldaten opdracht om het christendom met wortel en tak uit te roeien; elk middel was geoorloofd, verkrachting het meest aangegrepen. Een gewelddaad met verwoestende uitwerking op identiteit, gemeenschap en cultuur. Ook vertelde Meiring over de Centraal Afrikaanse Republiek, waar christenvrouwen, met name echtgenotes en dochters van predikanten, het moesten ontgelden.

Integraal benaderen

Wanneer het christelijke geloof wordt verspreid in een niet-westerse omgeving, wordt van seksespecifieke rollen en gedragingen veelal verondersteld dat deze ‘cultureel’ of ‘maatschappelijk’ bepaald zijn. Dit kan bij de kerk tot blinde vlekken leiden en ervoor zorgen dat nadelige relaties van macht en overheersing alleen maar versterkt worden. Juriste Olivia Jackson Rathbone bracht dit in haar Leuven-presentatie naar voren: ‘Wanneer de Kerk meedoet in een dominante cultuur van sekseongelijkheid, geweld en schaamte, ondergraaft zij zichzelf en doet het werk van haar vervolgers.’ 

Handen ineenslaan voor vrijheid van geloof, sekse en kerk

Het is te gemakkelijk om deze culturele verschillen schouderophalend voor lief te nemen en gemarginaliseerde vrouwen aan hun lot over te laten. Liever dan de status quo te accepteren, vereist deze complexe kwestie dat specialisten op het gebied van vrijheid van godsdienst of geloof, sekse en kerk de handen ineenslaan. En dat begint met een integrale benadering, waarbij deze vrouwen met een luisterend oor tegemoet worden getreden wanneer ze hun ervaringen delen, met oog voor hun identiteit. 

Bewustwording

Tijdens het Leuven Beraad deelden vijftig academici, mensen uit de praktijk en specialisten op het gebied van godsdienstvrijheid, hun waarnemingen met elkaar. De verschillende dynamieken die in gang worden gezet door een veelheid van factoren werden in kaart gebracht en de deelnemers probeerden passende antwoorden te vinden. Doel was om christelijke gemeenschappen zover te krijgen dat ze de kwalijke praktijken waarmee christenvrouwen te maken hebben, onderkennen en bestrijden. Er werd een brief aan de Mondiale Kerk opgesteld en geratificeerd. De World Evangelical Alliance roept leiders binnen de organisatie overigens actief op om deze mede te ondertekenen. 

Werkers uit het veld, onder wie ook traumaspecialisten, stelden samen een eerste versie op van een document met best practices om bewustwording op gang te brengen over het lot van deze vrouwen van de kerk, zodat medegelovigen helende zorg kunnen bieden. 

Theologisch kader

De meervoudige factoren die christenvrouwen in de verdrukking duwen, zijn uiteindelijk een bedreiging voor alle christenen. Ook al is het een probleem van enorme omvang, onze God staat niet machteloos, Hij kan verlossing schenken. Ook de kerk hoeft niet machteloos toe te kijken. Integendeel. Door de vervolging van christenvrouwen te erkennen en te bestrijden in haar kracht en eensgezindheid kunnen we stappen zetten: 

  1. door met behulp van bijvoorbeeld sekseprofielen situaties van vervolging in kaart te brengen, zoals deze zijn opgesteld door de World Watch List van Open Doors; 
  2. door erkenning van de complexiteit en schadelijkheid ervan voor christenvrouwen en dus ook hun gezin en familie, hun gemeenschap en hun kerkelijke gemeente; 
  3. door ervoor te zorgen dat bewustwording en kennis hieromtrent wordt opgenomen in discipelschapsprogramma’s en projectplanning voor de kerken te midden van onderdrukking en vervolging.

Al die maatregelen zijn van cruciaal belang. Maar er is nog een belangrijke leemte te vullen. Het zal ook integraal deel moeten gaan uitmaken van een theologisch kader. Per slot van rekening wordt ons ageren en reageren bepaald door wat wij over onszelf en over onze God geloven. 

Het Leuven Beraad heeft de aanzet gegeven tot zo’n kader. Naar voren kwam hoe wij met de Bijbel in de hand een verwrongen denken over de vrouw in stand weten te houden. Niet zelden resulteert dat in het zelfondermijnend gedrag waar Rathbone de vinger bij legde. 

Gelukkig reikt Jezus ons aan hoe de verhouding tussen mannen en vrouwen kan worden hersteld. Door als kerk de boodschap van herstel en verlossing te omarmen, zullen we een afspiegeling zijn van het ware gezicht van God, naar Wiens beeld wij zijn geschapen. Daarmee leggen wij tevens een getuigenis af dat geen woorden nodig heeft.

Noten 

1 www.uscirf.gov/reports-briefs/special-reports/women-and-religious-freedom-synergies-and-opportunities

2 www.worldwatchmonitor.org/2018/03/christian-women-face-twice-as-many-forms-of-persecution-as-men-for-gender-as-well-as-religion/

Literatuur

Nazila Ghanea, Women and Religious Freedom: Synergies and Opportunities, USCIRF Report, 2017

H. Tajfel & J.C. Turner, ‘An Integrative Theory of Intergroup Conflict’, in: W.G. Austin & S. Worchel (Eds.), The Social Psychology of Intergroup Relations (pp. 33-47), Monterey, CA: Brooks/Cole, 1979

Open Doors, World Watch List Country Profiles, www.opendoorsuk.org/persecution/countries/> versie 1 maart 2018

Vertaald uit het Engels: Pieter Plas

— Elizabeth Lane Miller is secretaris van International Women’s Ministry van Open Doors International en lid van de stuurgroep Leuven Beraad. Helene Fisher is coördinator bij International Women’s Ministry van Open Doors International, tevens lid van de stuurgroep Leuven Beraad. Emma Dipper is lector aan het All Nations Christian College, United Kingdom, en commissievoorzitter van het Leuven Beraad.