Donderdag 26 april organiseerde de Nederlandse Zendingsraad voor de leden van het netwerk van een rondetafelgesprek over de steeds terugkerende vragen rondom de rol en betekenis van geld in zendingsrelaties. Missionaire relaties worden vaak uitgedrukt binnen de structuren van projecten. Hierdoor speelt geld een grote rol in de partnerschappen. Maar wat is geld? Welke plaats heeft geld in verschillende culturen? Wat betekent dat voor de missionaire relaties over culturele grenzen heen? Klopt het dat ‘de hand die geeft bovenop ligt’? Drie sprekers – uit Ghana, India en Pakistan – deelden hun inzichten en gingen met de aanwezigen in gesprek over geld en zending. Een waardevol gesprek, waarin we vooral bepaald werden bij onze beperkte culturele denkkaders.
Jeremiah Agbeshie (pastor in de Assemblies of God in Ghana en PhD-student aan de Protestantse Theologische Universiteit Groningen) schoof vanuit Accra digitaal aan. In zijn bijdrage legde hij de nadruk op de relationele en spirituele aspecten van geld in de Afrikaanse context. In het Westen wordt geld meestal niet gezien als iets wat de relatie constitueert. In Ghana – en volgens Jeremiah geldt dit ook voor andere Afrikaanse landen – ligt dit anders; geld is onderdeel van de relatie. Afrikaanse mensen denken sterk vanuit de gemeenschap, en minder vanuit het individu: ‘I am because we are; and since we are, therefore I am’ (John Mbiti). Materiële welvaart is bedoeld om te delen, om anderen te helpen. Hier komt nog een spiritueel aspect bij: geld komt ‘van boven’, het is een gift van God. Niet voor jou alleen, maar ook voor de gemeenschap. Dit speelt mee in partnerrelaties: buitenlandse partners worden gezien als door God gezonden (mét hun geld). Financiële ondersteuning kan daardoor soms een verplichtend karakter krijgen (‘a divine obligation’). Lees hier de hele bijdrage van Jeremiah.
Ook Charles Christian (PhD-student aan de Protestantse Theologische Universiteit) legde de vinger bij de collectieve betekenis van geld. In de Indiase context spelen met name familiebanden een belangrijke rol. Je helpt en ondersteunt elkaar als familie. Feitelijk is het niet mogelijk om een goede baan te vinden zonder de steun van je verwanten, bijv. een oudere broer. Deze benadering van geld werkt door in contacten met buitenlandse partners. Doordat Westerse zendingsorganisaties te weinig zicht lijken hebben op de nauwe band tussen geld en familie in India, wordt vanuit India de partnerschap soms als afstandelijk ervaren. Daarnaast ziet hij dat Westerse zendingsorganisaties op theologisch gebied bepaalde accenten leggen. Als Westerse zendelingen benadrukken dat God de kant van de armen verkiest, roept dit vervreemding op. Wil God dan niet dat we onszelf ontwikkelen? Jullie hebben je in het Westen toch ook ontwikkeld? Waarom gedragen jullie je naar ons toe dan niet als een oudere broer die zijn jongere broer verder helpt in het leven? In India ontbreekt het niet aan theologische knowhow. Theologische opleiding en toerusting kunnen de Indiase kerken prima zelf. Wat nodig is, zijn investeringen. Lees hier de hele bijdrage van Charles.
De derde spreker, Ihtsham Ravi (werkzaam voor IFES in Groningen; daarnaast werkt hij aan een onderzoeksvoorstel voorde Protestantse Theologische Universiteit), nam de aanwezigen mee naar de Pakistaanse context. De Pakistaanse samenleving is zeer hiërarchisch georganiseerd. Het is ongepast om een kritische vraag aan je meerdere te stellen. Daardoor trek je openlijk iemands integriteit en autoriteit in twijfel. Dit maakt de Westerse nadruk op ‘accountability’ ingewikkeld. De conclusie wordt al snel getrokken dat je iemand niet vertrouwt (‘You don’t question authority’). Ihtsham maakte verder duidelijk dat er in Pakistan veel misverstanden bestaan over accountability; het wordt vooral gezien als een Westerse uitvinding. Aan wie moet je je verantwoorden en over wat precies? Gaat het alleen over geld? De hiërarchische en autoritaire Pakistaanse cultuur staat een open gesprek over verwachtingen, doelen en resultaten in de weg. Daarnaast draaide hij het om: moeten Westerse partners ook niet verantwoording afleggen aan de Pakistaanse partners? Waarom is accountability vaak een eenzijdig proces?
Hoewel de sprekers het onderwerp vanuit drie totaal verschillende contexten benaderden, kwamen twee punten telkens naar voren:
1) De relationele en collectieve benadering van geld in veel niet-Westerse contexten. Geld wordt beschouwd als een gave om te delen (‘a gift of God’) en is daardoor automatisch onderdeel van de (partner)relatie.
2) De noodzaak om je grondig te verdiepen in elkaars denken over geld. Welke ‘accountability structures’ zijn er in andere landen/culturen? Hoe denkt men over geld en relaties? NB: het onderzoeken van de andere cultuur geldt voor beide partners.
Vervolg
Als NZR willen we graag een vervolg geven aan dit rondetafelgesprek. Heeft u naar aanleiding van dit onderwerp een thema waar u verder over wilt doorspreken? Laat het ons weten via nzr@zendingsraad.nl.