‘Mijn ultieme drive is de verandering van levens’

Theo van den Heuvel, leider van Athletes in Action

Door middel van sport jongeren in aanraking laten komen met God: dat is de missie van Athletes in Action. De organisatie bestaat tien jaar. Hoogtepunt van dit jaar moet de missie naar Oost-Azië zijn. Daar wil de organisatie met driehonderd jongeren het woord van God delen met jonge Aziaten. Een portret van een gedreven organisatie.

‘Onze missie is kerken in contact te brengen met jongeren’, vertelt Theo van den Heuvel, leider van Athletes in Action (AIA). De organisatie is de sporttak van Agapè, een internationale en interkerkelijke beweging met als doel de bevordering van de verkondiging van het evangelie. AIA heeft hetzelfde doel. De organisatie probeert dit te bereiken door sport. ‘Sport is een goede brug naar jongeren in de wijk. Het is een universele taal waardoor wij in contact kunnen komen met jongeren en kunnen getuigen van wat Jezus voor ons heeft gedaan.’ Inmiddels werken er dertig jonge medewerkers part- en fulltime bij de organisatie die qua bekendheid Agapè lijkt te overstijgen. ‘Wij zijn louter een onderdeel van Agapè’, vertelt Van den Heuvel, ‘maar AIA is een jong label en dus heel zichtbaar in de wereld.’

Athletes in Action is in 1998 opgericht en telt dertig werknemers. AIA wil jongeren in binnen- en buitenland de ‘grote opdracht’ laten vervullen door middel van sport.
Het ontstaan: een groep Nederlanders, onder wie oprichter Henk Stoorvogel, nam in 1996 deel aan evangelisatieactiviteiten tijdens de Olympische Spelen in Atlanta. Een jaar later organiseerden ze in Nederland en in België eenmalig een sport-evangelisatieproject, georganiseerd onder de naam Sport Clinics Evangelisatie Team (SCET). In 1998 belandden de activiteiten onder Agapè, met het internationale label Athletes in Action. Terwijl de organisatie aanvankelijk gericht was op het buitenland, organiseerde men in 2006 voor het eerst een grootschalig project in Nederland. Onder de naam Coming Home waren 625 sporters actief in 29 Nederlandse steden. Door deze projecten ontwikkelden zich allerlei nieuwe contacten met plaatselijke kerken. Samen met hen wil AIA zo veel mogelijk jongeren bereiken door sport. In 2008 zijn er projecten in Nederland, maar ook in Rwanda, Albanië, Zuid-Afrika, Tsjechië, Ierland en natuurlijk Oost-Azië.

Samenwerking met kerken
De organisatie heeft in 2004 een flinke groeispurt meegemaakt. Er werd gehoopt op een nog groter aantal, maar toch zorgden de 950 jongeren die in binnen- en buitenland aan projecten deelnamen, voor een flinke toename. Tijdens de Olympische Spelen in Griekenland werden zevenhonderd jongeren uitgezonden om met sport en spel andere jongeren in contact te brengen met het geloof. Het project werd voorbereid door Van den Heuvel en zijn vrouw Harmke. Ze woonden twee jaar lang in Thessaloniki om de projecten zo goed mogelijk te laten verlopen en te zorgen voor nazorg. ‘We hebben gewerkt met 58 evangelicale kerken. Sommige van die kerken waren duidelijk nog niet klaar voor een intensief contact met jongeren. Andere gelukkig wel. Zo heeft de Second Greek Evangelical Church in Athene een jeugdcentrum opgericht in de wijk naar aanleiding van onze plaatselijke projecten.’

De afgelopen jaren namen er ’s zomers ongeveer duizend jongeren deel aan verschillende projecten. ‘Die aantallen zijn ongeveer stabiel gebleven’, vertelt Van den Heuvel. ‘We hebben meer ervaring gekregen in de manier waarop we jongeren moeten mobiliseren. En er zijn ook steeds meer kerken bij ons aangesloten.’
Kerken zijn over het algemeen heel positief over de werkwijze van AIA. Sporadisch krijgt AIA kritiek, en dan vooral omdat de projecten van korte duur zijn en dus op lange termijn weinig opleveren. Van den Heuvel onderkent dat. ‘Daarom werken wij altijd samen met lokale kerken. Daarmee valt of staat het project. Na afloop moeten zij het contact met de jongeren overnemen.’ Hoewel de jongeren die aan het project meedoen uit verschillende kerken komen, heeft de organisatie meestal maar contact met één bepaalde kerk uit de wijk waarin ze werken. Dat gegeven zorgt opvallend genoeg voor weinig wrijving na afloop van het project.

Passie voor God en voor sport
Het geld voor de projecten wordt betaald door de deelnemers zelf. Bij buitenlandse projecten zijn die kosten logischerwijs hoog. ‘Deelnemers betalen voor de reis, onderdak, voedsel en de realisering van de projecten. We proberen die prijs zo laag mogelijk te houden. De deelnemers krijgen financiële hulp van familie, vrienden of kerkelijke achterban.’ Ook de werknemers van AIA zijn afhankelijk van giften. Zij krijgen geen loon. ‘Zelf zie ik dat als een groot voorrecht’, zegt Van den Heuvel. ‘De relatie tussen wat je doet en wat je ontvangt is weg. Je leert allerlei lessen in afhankelijkheid. Ik merk echt dat ik leer hoe ik als rentmeester moet leven. Dat doet me heel veel.’ Het werken voor AIA is niet gemakkelijk. Je bent onzeker over inkomsten en je bent van veel zaken afhankelijk. Waarom heeft Van den Heuvel dan toch gekozen voor het werk? ‘Ik heb een passie voor God en een passie voor sport. Mijn ultieme drive is de verandering van levens. Ik zie dat God door mij heen wil werken om mensen aan te raken.’

Het echtpaar Van den Heuvel is sinds 2005 leider van AIA. Dit betekent vooral het sturen en voorbereiden van projecten. Daarnaast zorgt Van den Heuvel voor geestelijke leiding bij werknemers en jongeren. De projecten worden gedragen door jongeren. Jongeren die vaak nog op zoek zijn naar God in hun leven, die soms nog onzeker zijn.
Volgens Van den Heuvel maakt dat het werk juist extra mooi. ‘Veel jongeren kijken in het begin de kat uit de boom. Vaak zie je ze al veranderen tijdens de voorbereidingsconferentie. Sommige jongeren nodigen hier God voor het eerst uit in hun hart.’ Desalniettemin blijft het evangelisatiewerk voor veel jongeren moeilijk. Angst om de eerste stap te zetten is aanwezig.’ Als mensen het eng vinden, bidden we vaak voor hen en met hen. Als ze het daarna toch doen, voelt het nog mooier aan. Je leert natuurlijk ook door te doen. Als organisatie willen we hun door deze projecten ook een visie meegeven op wereldevangelisatie.’
Van den Heuvel en zijn vrouw zijn al vijf jaar betrokken bij de organisatie. Van den Heuvel denkt er voorlopig nog niet aan te stoppen. ‘We blijven doorgaan totdat we het idee hebben dat God ons ergens anders wil. Toen we begonnen, hadden we een groeiend verlangen betekenis te geven aan ons geloof.’ Voor Van den Heuvel was het een kwestie van alles of niets. ‘Ik wilde geen gerommel in de marge. We gingen voor een radicale omslag.’ Via Henk Stoorvogel kwam het koppel in contact met Athletes in Action. Na een kort project in Sarajevo viel bij Van den Heuvel het kwartje. ‘Dit moet ik doen. We zijn in 2003 verhuisd naar Thessaloniki, om daar twee jaar te wonen. Na afloop van het project werd ons gevraagd of we leiding wilden geven aan AIA. Na veel bidden, vasten en nadenken hebben we ja gezegd.’

De Spelen
Dit jaar is Oost-Azië de grootste expeditie. Daar worden de Olympische Spelen gehouden. AIA hoopt samen met driehonderd jongeren de Chinese bevolking te raken met Gods liefde. De jongeren zullen enkele weken voorafgaand aan de Spelen in het Oosten vertoeven. ‘De lokale jongeren worden allemaal ingezet bij de Olympische Spelen’, zegt Van den Heuvel. ‘Dan kunnen wij hen niet bereiken. Daarom gaan we enkele weken eerder.’ Volgens Van den Heuvel is er tussen China en Nederland een wereld van verschil. ‘China heeft een heel andere dynamiek. Het is een land van paradoxen: niets is wat het lijkt. Ik ben er zelf voor een pilotproject geweest. En het is heel vreemd. In sommige gebieden kun je openlijk over God praten, en op andere plekken opeens niet.’

‘In sommige gebieden kun je openlijk over God praten, en op andere plekken opeens niet’

Volgens Wouter De Vos, projectleider bij AIA, zijn de verschillen met de Chinezen goed te overbruggen. ‘Je moet eerst getuigen over je leven, voordat je kunt vertellen over God. Zelf ben ik zo vol van de genade die God mij heeft getoond. Ik was geen echte christen, maar ging weleens naar de kerk. God heeft mij op een gegeven moment gegrepen. Ik wil niets liever dan mensen bereiken met het evangelie. De liefde die ik krijg van God, wil ik ook doorgeven.’ De organisatie zal in China niet duidelijk profileren, maar voorzichtig te werk gaan. De jongeren die tijdens de sportclinics meer willen weten over het geloof, worden door AIA in contact gebracht met lokale kerken. Die worden in China vaak vervolgd. Om hen niet in gevaar te brengen zal de organisatie voorzichtig handelen. Van den Heuvel: ‘We geven bijvoorbeeld nooit telefoonnummers van christenen daar, maar vragen om de nummers van de jongeren, zodat zij gebeld kunnen worden.’ De Vos was in december nog in het zuidwesten van Oost-Azië. ‘Ook toen konden we vertellen over Jezus, ondanks de gigantische cultuurverschillen.’ Hij beseft dat de Chinese overheid het hun niet gemakkelijk gaat maken, maar: ‘Het wordt zeker geen hopeloze missie!’