Migranten in tijden van crisis: ervaringen van kerken in Spanje

In een tijd van crisis worden we gedwongen om na te denken over onze investeringen. Waa rwillen we onze beste krachten op inzetten? De crisis vraagt niet alleen naar vandaag, maar ook naar de toekomst.

Onlangs waren er in het Engelse Silverstone bijzondere autoraces. Ontwerpers, ingenieurs en de auto-industrie toonden daarbij hun meest verfijnde kennis van materialen. Ze testten en beproefden de efficiëntie van hun ontwerpen met het oog op de ontwikkeling van toekomstige auto’s. Op analoge wijze zijn tijden van crisis voor ons een gelegenheid om de efficiëntie van onze waarden en principes te testen. We zetten het beste dat we te bieden hebben in waar het gaat om mensenrechten, respect en waardigheid. In de nabije toekomst zal onze samenleving de vruchten van onze investeringen kunnen plukken. 

Met de rechten van arme mensen moeten we heel voorzichtig omspringen: we mogen hen niet van grondrechten beroven. Voor migranten en asielzoekers geldt dat de internationale beschermingsruimte steeds beperkter, ontoegankelijker en verdachter wordt. De menselijke mobiliteit groeit, maar tegelijkertijd nemen internationale verantwoordelijkheid, solidariteit en bescherming af. Beschutte plaatsen worden afgebroken, omdat veiligheidsoverwegingen en grenspatrouilles zwaarder wegen. De keus voor deze prioriteiten zal in de nabije toekomst duur betaald moeten worden.

Het grootste probleem sinds de crisis was werkloosheid

Gevolgen van de crisis

Tot mei 2011 was ik de algemeen secretaris van een Spaanse niet-gouvernementele organisatie gespecialiseerd in dienst aan vluchtelingen en asielzoekers. We zetten ons in voor de meest kwetsbaren onder de migranten. Het grootste probleem dat we sinds de crisis tegenkwamen was werkloosheid. In Spanje ligt het werkloosheidspercentage onder migranten tien procent hoger dan onder de rest van de bevolking. Dat betekende dat veel mensen die een succesvol integratietraject hadden doorlopen, na jaren toch weer bij ons terugkwamen. Onze teams waren niet langer in staat om tegemoet te komen aan de noden van lijdende mensen op zoek naar werk of naar een nieuwe levensfase. Het werk met deze mensen en hun gezinnen strekte zich vaak uit over een lange, moeilijke tijd. We hadden steeds minder oplossingen te bieden voor de psychologische problemen die we tegenkwamen.

Voor de organisatie zelf betekenden wijzigingen in het budget dat veel professionele teams ontmanteld moesten worden, dat goede professionals de organisatie verlieten, dat er minder regionale presentie kon zijn, en dat er veel te veel werk neer kwam op de schouders van hen die bleven. Het gevolg was een slechter werkklimaat, waar frustratie en verontwaardiging voelbaar waren. 

Deze combinatie van factoren leidden tot groeiende kwetsbaarheid voor veel mensen. De zwaarst getroffenen waren niet de nieuwkomers, maar degenen die al een grote investering hadden gedaan in hun migratieproject of hun asielaanvraag. Zij werden nu een gemakkelijk prooi van misbruik of uitbuiting. 

Het immigratiecijfer van Spanje verminderde sinds het uitbreken van de crisis drastisch, niet alleen vanwege de strengere grenscontroles, maar ook vanwege de verzadiging van familienetwerken. In de periode 2000-2007 arriveerden er jaarlijks een half miljoen mensen in Spanje. In 2008 daalde dat cijfer naar 400.000, in 2009 naar 100.000 en in 2010 naar slechts 60.000. 

(Deze cijfers zijn afkomstig van het studiecentrum voor internationale betrekkingen in Barcelona, het CIDOB.)

Een neveneffect is de Europese Richtlijn voor Terugkeer, die in 2008 werd geratificeerd als deel van het Europese Pact voor Asiel en Immigratie. Dit is een van de meest regressieve stappen in de Europese migratiewetgeving. De zogenaamd positieve kanten van deze Richtlijn hebben nog maar weinig mensen kunnen ontdekken;  velen lijden inmiddels wel onder de steeds langer wordende perioden van detentie en onder de criminalisering van migranten in de publieke opinie. In Spanje maakten slechts 10.000 mensen gebruik van de regeling voor hulp bij terugkeer, terwijl er 100.000 mogelijke kandidaten waren voor die regeling. Veel anderen gaven de voorkeur aan terugkeer op eigen kracht, ondanks de grote inspanningen en offers die dat kostte, omdat ze niet van hun grondrechten en waardigheid wilden afzien.

Onmisbare migranten

In de laatste tien jaar is er in Spanje flink werk gemaakt van integratie. Het Strategische Plan voor Burgerschap en Immigratie (PECI, 2007-2010) werd ontwikkeld. In het afgelopen decennium kwamen meer dan drie miljoen vreemdelingen naar Spanje. Ondanks de vooroordelen en de negatieve reacties hebben zij een zeer belangrijk aandeel geleverd aan de samenleving en de economie.

Zo is berekend dat migranten op een of andere manier bijdroegen aan zestig procent van de Spaanse economie. Naar schatting vijftien procentvan de beroepsbevolking is inmiddels migrant. Zonder deze economische activiteit van migranten zou  het herstel van de economie na de crisis dus een jaar langer had geduurd.

De arbeidsmarkt heeft overigens geprofiteerd van gastarbeiders en nationale arbeiders samen. De integratie van Spaanse vrouwen in de arbeidsmarkt is bijvoorbeeld sterk gestimuleerd doordat migranten het huishoudelijk werk overnamen. 

In het populistische discours over migratiecontrole worden veel van deze bijdragen en voordelen echter naar het tweede plan verwezen. Het Strategische Plan voor Burgerschap en Immigratie heeft inmiddels de prominente plek in het Spaanse migratiebeleid verloren. Ook integratie is nu een van de ‘slachtoffers’ van de crisis. Hetzelfde geldt voor imagoverbeteringvan migranten in de publieke opinie. 

Wat de kerken in Spanje doen

Een rapport van Caritas en het sociologische studiecentrum FOESSA uit 2009 presenteert een onderzoek naar gezinssituaties. Dezelfde gezinnen werden tweemaal bezocht, in 2007 en 2009. Van deze gezinnen ging zesendertig procentvan een situatie van integratie naar een situatie van buitensluiting. De conclusie is dat kwetsbaarheid en het risico van buitensluiting een gevaarlijke omvang heeft aangenomen onder de totale bevolking, maar in het bijzonder onder migranten. Andere kwetsbare groepen zijn jonge mensen en vrouwen. 

De christelijke kerken hebben in deze situatie een oproep tot actie gehoord. Ze hebben hun sociale instituten noodgedwongen versterkt. De groep mensen die geholpen werd, is verdubbeld. In 2007 hielp Caritas 370.251 mensen, in 2009 was dat aantal gestegen tot 788.811 personen. Eerste levensbehoeften kregen de voorrang in de sociale dienstverlening. Initiatieven gericht op ontwikkeling van gemeenschappen kregen minder prioriteit. 

Onder migranten zijn de financiële problemen gegroeid. Als een van de gezinsleden werkloos werd, kon de woning niet meer betaald worden. Veel mensen zijn hun huis en hun (spaar)geld kwijtgeraakt. Als gevolg daarvan keerden ze terug naar hun land van herkomst, beladen met schulden bij de banken. Steun verlenen aan mensen die in zulke situaties verkeren is een voorbeeld een nieuwe vorm van  dienstbaarheid van de kerken. 

Migrantenkerken en de crisis

De orthodoxe kerken zijn heel bekend met deze problemen. In het verleden waren er in Spanje slechts twee orthodoxe kerken, de Roemeens-orthodoxe en de Grieks-orthodoxe Kerk. Een van de gevolgen van de migratiestromen was de diversificatie van de orthodoxe kerken. Veel van hun leden leven in diaspora en de impact van de economische crisis wordt in deze kerken pijnlijk gevoeld. In veel van deze kerken is meer dan de helft van de leden werkloos. Saamhorigheid en steun voor elkaar zijn grote uitdagingen binnen deze gemeenschappen, en binnen de oecumenische netwerken.

Migranten droegen bij aan zestig procent van de Spaanse economie

In de afgelopen jaren zijn de evangelische kerken sterk gegroeid door de grootschalige migratie uit Latijns-Amerika. Veel leden van deze kerken zijn ook getroffen door de crisis. Ook deze kerken hebben daarom nieuwe vormen van sociale dienstverlening ontwikkeld, zoals hulp bij het vernieuwen van verblijfsdocumenten en psychologische steun. 

De grootste noden zijn voedsel, huisvesting en werk. De sociale dienstverlening van de overheid is niet berekend op de groei en de langdurigheid van deze noden. Mensen hebben steeds meer liquiditeitsproblemen doordat ze langdurig werkloos zijn. De overheidsdiensten staan onvoorbereid, met lege handen en kunnen de nieuwe situatie niet aan. Uiteraard wordt het sociale netwerk van de kerken ook door deze problemen geraakt. 

Lobby

Kerken moeten daarom een helder standpunt innemen met betrekking tot gerechtigheid en het migratiebeleid. Bij het doorvoeren van bezuinigingen wordt wel rekening gehouden met werklozen, ouderen en gehandicapten, maar migranten vallen in deze overwegingen echter buiten de boot. 

Integratie is nu een van de ‘slachtoffers’ van de crisis

In Spanje hebben de kerken zich via oecumenische netwerken sterk gemaakt voor wetswijzigingen. Er is een lobby gevoerd onder de politieke partijen met het oog op nieuwe wetgeving rondom integratie en arbeidskansen van vreemdelingen. Deze wetgeving beoogt het Spaanse systeem aan te passen aan de Europese richtlijnen en aan de eisen van het Hooggerechtshof uit 2010 die bijvoorbeeld het grondrecht van educatie waarborgen. Hoewel deze campagne minder succesvol was dan we hoopten, is dit toch een belangrijke stap geweest voor de kerken. Inmiddels is de werkwijze van het Ministerie van Arbeid en Migratie versoepeld.

Kerken moeten leiding geven aan nieuwe vormen van sociale bewogenheid

Het formuleren van onze ideologische positie is een punt van aandacht. Om met de woorden van Javier de Lucas, hoogleraar te Valencia gespecialiseerd in migratievraagstukken, te spreken: asiel wordt in Europa een ‘zombieconcept’. Een zombieconcept is een dood concept dat levend lijkt: het heeft geen inhoud meer als we de statistische afname ervan beschouwen. Het gemeenschappelijke Europese systeem van asiel, het gemeenschappelijke migratiebeleid dat vorm kreeg tijdens een bijeenkomst van de Raad van Europa in 1999, en de basisprincipes van de Europese Unie uit 2004 zijn nu inderdaad terugverwezen naar onze dromen. We moeten proberen om de oriëntatie van het gemeenschappelijke asielbeleid en het gemeenschappelijke migratiebeleid zo snel mogelijk om te buigen van beheersing naar bescherming.

De toekomst

Het is een goed signaal dat de Federatie van Protestante Kerken in Zwitserland (FEPS) zich bezig is gaan houden met het controleren van de gedwongen terugkeer van irreguliere migranten.  Deze organisatie heeft haar geloofwaardigheid bewezen in een traditie van bescherming van mensenrechten en sociale en ethische actie. Nu is de FEPS een intermediair geworden die zich inzet voor het respecteren van universele mensenrechten.

Deze rol dienen de kerken op zich te nemen in samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld, ook organisaties die de slachtoffers vertegenwoordigen. De kerken zijn nodig om leiding te geven aan deze nieuwe vormen van sociale bewogenheid.

We hebben goede instrumenten tot onze beschikking. Het gemeenschappelijke Europese asielsysteem (Common European Asylum System, CEAS) is, ondanks onze kritiekpunten, een belangrijke stap naar verandering  in Europa ten goede van vluchtelingen. Het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) heeft onderstreept hoe belangrijk de toepassing van Europese richtlijnen is. Als kerken moeten we ons mengen in de ontwikkeling van het CEAS en onze eigen samenlevingen, zodat de beschikbare instrumenten goed gebruikt worden en er meer politieke wil ontstaat voor bescherming.

Vertaling: Wilbert van Saane

— Alfredo Abad Heras is predikant in de Protestantse Kerk in Spanje en was tot voor kort algemeen secretaris van de Spaanse Commissie voor Hulp aan Vluchtelingen. Dit is de bewerkte tekst van de toespraak die hij hield tijdens de assemblee van de Churches’ Commission for Migrants in Europe, gehouden van 16 tot en met 19 juni 2011.