Interreligieuze dialoog: instrument of obstakel voor vrede? 

Interreligieuze dialoog draagt bij aan vrede als zij teruggebracht wordt tot haar antropologische basis. Het is een ontmoeting tussen mensen die hun verhaal doen waarin kernwaarden worden gedeeld en herkend. 

Interreligieuze dialoog moeten we mijns inziens niet misverstaan als een tweegesprek. Het is veeleer een poging het eigen levensverhaal te verdiepen en daarmee de ander en zichzelf te verrijken. De interreligieuze dialoog heeft een narratieve structuur. Gesprekspartners zetten fundamentele antropologische, universele waarden uiteen. Zo doen ze zinvolle ervaringen op in vreugdevolle maar soms ook pijnlijke ontmoetingen. 

Juist religie kan bruggen slaan om gestolde identificaties te doorbreken, maar loopt ook steeds het risico zelf een obstakel te worden, in het bijzonder wanneer zij haar waarheidsclaim verbindt met politieke macht. Elke interreligieuze dialoog zal er naar moeten streven om de uitsluitende, exclusiverende neiging van sterke religieuze identificaties te overstijgen. Dat kan door terug te gaan naar de kernwaarde van de menselijke waardigheid, die elke mens toevalt en onvervreemdbaar is. Die waarde staat centraal in iedere geloofsovertuiging, maar overstijgt deze ook ten enenmale.

Religie kan bruggen slaan om gestolde identificaties te doorbreken

Religie als kritische lens

Ik vind het wezenlijk onderscheid te maken tussen drie dimensies van religie:

  • religie als een mechanisme dat de vrede binnen een gemeenschap waarborgt, door een offercultus en een stelsel van voorschriften die het kwaad, het geweld beteugelen;
  • religie als een collectieve identiteit, een representant van een gemeenschappelijke geschiedenis en herinnering;
  • religie als een kritische lens voor het blootleggen, interpreteren en oplossen van sociale conflicten en geweld.

Bij deze laatste dimensie sluit IKV Pax Christi als een faith based vredesbeweging graag aan.

Problematisch is natuurlijk de dimensie van religie als focus van groepsidentiteit. Sociale identiteiten vormen en profileren zich immers in tegenstellingen met andere groepsidentiteiten. De religieuze ander wordt dan gemakkelijk veroordeeld, niet alleen als een vijand van de groep maar ook als een vijand van God en belichaming van het kwaad.

Het zou mooi zijn als we zouden kunnen kiezen tussen deze drie dimensies. In de praktijk van het vredeswerk van IKV Pax Christi treffen we deze dimensies echter vermengd aan, in steeds verschillende en steeds wisselende intensiteiten. Het is daarom niet mogelijk in zijn algemeenheid religie als een positieve kracht te beschouwen bij de beheersing van geweld of als een bedreiging van de veiligheid. In elke situatie zal dat contextspecifiek geanalyseerd moeten worden.

Religie verbindt en verdeelt

In de werkpraktijk van ons vredeswerk zien we dat gewapende conflicten vooral daar ontstaan waar ongelijkheid tussen groepen samenvalt met de verschillen in identiteit tussen deze groepen. Dit samenvallen van ongelijkheid in de zin van ongelijke toegang tot macht, rijkdom, besluitvorming en basisvoorzieningen wordt vooral problematisch als er sprake is van onveiligheid. Mensen zoeken dan hun veiligheid in hun eigen groep, bij mensen met een gedeelde identiteit. Juist in conflictsituaties wordt deze identiteit, ook religieuze identiteit, instrumenteel ingezet om politiek te domineren en te mobiliseren. 

De Servische overheid wist tijdens de Balkanoorlogen de Servisch-Orthodoxe Kerk aan haar zijde te houden door een retoriek van Servisch nationalisme waarin het lijden als Serviërs en christenen aan elkaar werd verbonden. Zij slaagde erin door dit gedeelde slachtofferschap haar eigen legitimiteit te vergroten om met geweld haar economische en territoriale belangen te verdedigen tegen niet-Serviërs en niet-christenen. In deze retoriek werden oude herinneringen aan veldslagen met de moslims en niet-Serviërs ingezet. 

Dat maakt het soms ook zo moeilijk om het verzoenend vermogen dat inherent is aan religies te benutten voor het verbinden, omdat religie als identiteit ook benut wordt om mensen te verdelen. Religie heeft de kracht mensen boven de alledaagsheid uit te tillen. Dit heeft ook politieke gevolgen: religie kan verbinden en kan verdelen. 

Verbindende kracht

De dialoog is bedoeld om de verbindende kracht van religie te exploreren en te versterken. Wanneer lukt dit wel en wanneer niet? Een dialoog veronderstelt drie vormen van bereidheid:

  • de bereidheid het goede in de ander te erkennen en serieus te nemen;
  • de bereidheid tot zelfkritiek; 
  • de gedeelde bereidheid zich in te spannen voor het algemene goed. 

Natuurlijk zijn deze voorwaarden nooit helemaal vervuld alvorens het gesprek begint, maar er kan door bemiddelaars op aangestuurd worden. IKV Pax Christi helpt situaties te scheppen waarin er ruimte ontstaat om naar elkaars verhalen te luisteren, en waar belangen helder op tafel kunnen worden gelegd. In de meeste culturen waar wij werken bestaan er structuren waarin deze manier van dialoog, zonder aan te sturen op het debat, mogelijk is.

Een waarschuwing is echter op zijn plaats. Conflicten manifesteren zich soms in religieuze tegenstellingen. Maar daarmee is niet gezegd dat interreligieuze dialoog vanzelfsprekend de juiste methode is. Soms kan interreligieuze dialoog de werkelijke oorzaken van conflict maskeren en een oplossing blokkeren. 

Interreligieuze dialoog in Soedan tussen christenen en moslims lijkt voor de hand te liggen, omdat christenen in Soedan een gemarginaliseerd bestaan leiden en er soms ook sprake is van botsingen tussen beide bevolkingsgroepen. Het antwoord hierop moet niet interreligieuze dialoog zijn, maar een gemeenschappelijke inzet van burgers voor mensenrechten en democratie. Er zijn veel initiatieven geweest voor interreligieuze dialoog in Khartoem. 

Christenen vinden het soms moeilijk ‘nee’ te zeggen op de uitnodiging voor zo’n dialoog. Toch is dat soms beter, simpelweg omdat interreligieuze dialoog geïnstrumentaliseerd is door machthebbers of pertinent niet voldoet aan de drie eerdergenoemde voorwaarden. 

In de wandelgangen

Er zijn veel initiatieven tot interreligieuze dialoog.

Iemand die vanuit Nederland daar actief aan deel neemt is de liberale rabbijn Soetendorp. Zijn internationale netwerk is in de jaren enorm geworden. Opvallend is de wijze waarop hij op conferenties religieuze leiders van landen die politiek nauwelijks benaderbaar zijn (bijvoorbeeld Iran), op menselijke wijze kan benaderen. Het zijn ontmoetingen van hart tot hart, zoals hij zelf zegt. En opvallend zijn de verhalen die men elkaar vertelt, verlangens die men deelt, in een taalspel dat eigen is aan elke religieuze traditie en waar men elkaar kan verstaan. 

Het vraagt echter veel van de deelnemers in de ontmoeting om inderdaad van hart tot hart te spreken of transparant te zijn over ieders politieke gebondenheid die de gevraagde openheid noodzakelijk belemmert. Ontmoetingen van religieuze leiders kunnen dus politieke impasses doorbreken door een moment uit het politieke spel te stappen, te spreken van hart tot hart om nieuwe openingen en perspectieven te vinden. Het is dan afhankelijk van de religieuze leiders welke invloed zij kunnen aanwenden in het politieke proces, zowel direct via de politieke leiders of via hun eigen achterban. 

Soms kan interreligieuze dialoog de werkelijke oorzaken van conflicten maskeren

Terwijl de inhoud van interreligieuze conferenties mag gaan over de fundamentele bereidheid tot vrede in de respectievelijke godsdienst, en dit van belangrijke symbolische waarde kan zijn, is de winst te halen uit de gesprekken in de wandelgangen over de persoonlijke levensverhalen. 

De Ethiopische mediator Hizkias Assefa, die onder meer samen met Kofi Annan in Kenia heeft onderhandeld tussen regeringspartij en oppositie na de gewelddadige clashes in 2008, benadrukt het belang van het zoeken naar de waarden en het algemeen belang, in tegenstelling tot de particuliere belangen die vaak de boventoon voeren in het gesprek. Hij spreekt dan ook van het humaniseren van het gesprek, naar mijn idee ook de insteek die het meest effectief is in het kader van de interreligieuze dialoog. In vredesonderhandelingen gaat het vooral om een dialoog die door mensen wordt gevoerd die goed doordrongen zijn van de waarde van religie en niet om een dialoog over religie. 

Zachte aanpak

Deze nadruk op het humaniseren van het gesprek en daarmee op de fundamentele waarden van de menselijke waardigheid en het algemeen belang in tegenstelling tot het particuliere belang is echter omstreden. Het is duidelijk een zachte aanpak in tegenstelling tot die van harde onderhandelaars, maar het kenmerkt mijns inziens juist die onderhandelaars die weet hebben van de ruimte die religie biedt: namelijk de fundamentele verbondenheid tussen de mensen, het humanum, dat niet alleen beschermd moet worden maar ook steeds weer geëvoceerd moet worden. 

Een interreligieuze dialoog komt dan ook het beste uit de verf door die gesprekpartners die een antropologische en theologische kennis van mens en God hebben, maar zich niet geroepen voelen een apologetisch discours af te steken noch zich gecompromitteerd hebben aan de politieke macht. Wie lukt het om zich in die positie te brengen? Hoe lukt het om vanuit een sterke identiteit de brug te slaan naar de ander? Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld blijft dat van Franciscus van Assisi en zijn bezoek aan de sultan in tijden van diplomatieke en militaire crises. In het regelmatig oplaaiende grensconflict tussen Eritrea en Ethiopië zijn er over de afgelopen jaren religieuze leiders die de hand reiken over de landsgrenzen heen en soms het diplomatieke verkeer weer even vlot weten te trekken. 

Religie kan kloven tussen groepen overbruggen, maar successen zijn niet eclatant. Regelmatig overwint het racisme ook in de religieuze kringen. In de Democratische Republiek Congo lukt het niet om etnische verschillen te overbruggen binnen dezelfde katholieke kerk en komen bisdommen tegenover elkaar te staan. In Oost-Europa heeft de orthodoxe kerk zich geïdentificeerd als een kerk met nationale belangen. 

Rituelen

De interreligieuze dialoog kan ook vorm krijgen in rituelen. Natuurlijk heeft iedere godsdienst zijn eigen rituele repertoire en waar dat van groot belang is voor een beleving en verdieping van de eigen godsdienst, zijn de rituelen dikwijls maar moeilijk te combineren. De tentoonstellingen van broederlijkheid tussen religieuze leiders op een groot podium worden vaak geplaagd door profileringdrang en competitie, al kunnen zij belangrijk zijn als goede voorbeelden waarmee in politieke processen meer draagvlak voor verdere onderhandelingen kan worden gevonden.

In het sterk verdeelde Zuid-Soedan hebben de kerken in de jaren voor het sluiten van het vredesakkoord in 2005 een belangrijke rol gespeeld in het bijeenbrengen van de grootste etnische rivalen. Opvallend was hier het gebruik van zowel christelijke als lokale traditionele rituelen als het doden van een witte stier, zonder welke een bestand niet mogelijk was geweest. 

Hoe religie een rol speelt in onderhandelingen is niet altijd evident. Een imposant voorbeeld is dat van de ogenschijnlijke harde onderhandelaar Generaal Sumbweiyo, die in Kenia het akkoord tussen de twee vechtende partijen in Noord- en Zuid-Soedan wist te smeden. Hij vertelde achteraf hoe hij op de knieën ging om in gebed verzonken zocht naar een uitweg op momenten dat het proces muurvast leek te zitten. 

Conclusie

Het besef, meer dan slechts begrijpen, van fundamentele waarden die ons als mensen samenbinden en het diepe luisteren naar elkaar, kenmerkt een interreligieuze dialoog die wil bijdragen aan het vinden van politieke oplossingen voor conflicten. Zij moet echter balanceren in haar communicatie tussen mens en politiek, tussen verzoening en politiek resultaat en legt zo een zware druk op de integriteit van de deelnemers aan de dialoog. Juist in een interreligieuze dialoog kan het besef doordringen dat de vrede, ondanks de belangrijke en soms grote inzet van mensen hiervoor, niet maakbaar is. Rituelen, alleen of in gezamenlijkheid zijn wegen om uit impasses te komen en tonen in ieder geval weer wie we zijn: kwetsbare mensen van vlees en bloed.

In veel gevallen is religie in conflict niet het probleem, en moet juist voorkomen worden dat zij onderwerp wordt van gesprek, omdat hierdoor de echte issues niet besproken worden of omdat religieuze verschillen onnodig kunnen worden aangescherpt. Religieuze leiders of onderhandelaars zullen het meest succesvol zijn als zij het gesprek weten te voeren naar het gemeenschappelijk goed, open staan en erkenning hebben voor het goede in de ander en openstaan voor zelfkritiek. Zij kunnen hiermee het vertrouwen brengen dat ook politieke processen tot afspraken kunnen komen die tegemoetkomen aan de meest fundamentele waarden van strijdende partijen.

― Jan Gruiters is algemeen directeur van IKV Pax Christi.