Berichten van aanslagen worden in christelijke en seculiere media niet zelden op één hoop geveegd onder de kop: ‘Christenvervolging in Nigeria’. Zo gaat het ook met berichten over aanslagen op kopten in Egypte en op christenen in Irak. Zoals zo vaak is de werkelijkheid veel complexer. In feite woedt er de laatste jaren in Noord-Nigeria een hele serie conflicten, die zeer verschillend van aard zijn. Bijvoorbeeld de invoering van de sharia in veel noordelijke deelstaten, de acties van de islamistische groepering Boko Haram, de gewelddadige botsingen tussen christenen en moslims in de stad Jos.
Zo verschillend de conflicten, zo verschillend hun achtergronden en oorzaken. Het gaat van conflicten om vruchtbaar land, via toegang tot burgerrechten, tot het zoeken naar een religieuze en nationale identiteit. Deze verschillend gelaagde conflicten hebben echter wel iets gemeen. Religieus of etnisch geweld wordt in de recente geschiedenis van Nigeria regelmatig als pressiemiddel ingezet in de strijd om politieke rechten en voorrechten in deze nog jonge democratie.
Explosief mengsel
Bij het geweld in Noord-Nigeria zijn enkele tendensen zichtbaar, die samen een uiterst explosief mengsel vormen. Door de crisis komt de economie in Noord-Nigeria in een neerwaartse spiraal terecht. De kosten van het levensonderhoud worden steeds hoger. De ontevredenheid en het gebrek aan perspectief bij de grotendeels jonge bevolking vormen een steeds groter gevaar. Tegelijkertijd dreigt het gemeenschapsleven in Noord-Nigeria in elkaar te storten. Etnische en religieuze banden worden steeds belangrijker, ten koste van banden van familie, nabuurschap en het idee tot één natie te behoren. Voorheen was solidariteit tussen christelijke en islamitische buren en familieleden vanzelfsprekend; nu wordt het contact gemeden. Wantrouwen, angst, trauma’s die op veel plaatsen zijn opgelopen door dood, geweld en vernieling, maken het gevoelige netwerk van menselijke betrekkingen stuk. Vroegere vrienden worden potentiële vijanden en moordenaars.
In steden zoals Jos, vroeger een bruisende, vredelievende interreligieuze samenleving, zijn nu aparte religieuze wijken ontstaan, waar mensen van een andere godsdienst moeten vrezen voor eigen leven. Staatskrachten zoals politie en leger die orde zouden moeten scheppen, zijn in de ogen van de bevolking machteloos en onbekwaam, corrupt en partijdig, en ze zijn vaker deel van het probleem dan van de oplossing. Zo groeit de kloof tussen burgers en de staat. De mensen zijn steeds meer bereid om het recht (of wat zij als het recht beschouwen) in eigen hand te nemen.
Kerk van Zusters en Broeders
Deze dramatische ontwikkelingen stellen ook de kerken in Noord-Nigeria voor enorme uitdagingen, zowel naar binnen toe als naar buiten. Dit is bijvoorbeeld duidelijk te zien aan de Ekklesiyar Yan’Uwa a Nigeria (EYN, Kerk van Zusters en Broeders in Nigeria). Deze kerk vindt haar oorsprong in 1923, in de zending van de Amerikaanse Church of the Brethren, een kerk die terugvoert tot de wederdopers. Het kerngebied van de EYN is het landelijke noordoosten van Nigeria. Daarnaast zijn er, vooral door migratie en de trek naar de stad, intussen ook sterke en flink groeiende gemeenten ontstaan in grote steden als Jos, Abuja en Lagos. De EYN is traditioneel een vredeskerk, die zich al jaren inzet voor vrede tussen mensen van diverse volkeren en voor interreligieuze vrede met moslims. Ook heeft ze veel verschillende projecten en programma’s op het terrein van plattelandsontwikkeling, onderwijs en gezondheidszorg.
De kerk streeft er in het bijzonder naar het wederzijdse begrip en de solidariteit in de Nigeriaanse samenleving te bevorderen, over sociale, etnische en religieuze grenzen heen. Dat probeert ze door zich in te zetten voor economische en sociale gerechtigheid, en voor levensperspectief van mensen, speciaal van mensen in de marge van de samenleving. Daarbij moeten conflicten in de kiem gesmoord worden, of moet er minstens aan gewerkt worden voordat ze escaleren.
Lege banken
De huidige werkelijkheid in Noord-Nigeria is echter heel anders. Dagelijks vinden nieuwe aanvallen en aanslagen plaats. Spanningen en geweld nemen toe, en zij dreigen niet alleen de Nigeriaanse samenleving te verscheuren, maar ook de kerk: intern en naar buiten toe, in sociaaleconomisch en theologisch opzicht.
Door het alomtegenwoordige gevaar van aanslagen door Boko Haram mijden de mensen steeds meer openbare samenkomsten, zoals markten, politieke evenementen en ook kerkdiensten. Velen trekken zich terug in hun huizen of verlaten de stad helemaal en keren terug naar hun dorpen. Nu al is het aantal gemeenteleden vooral in de stadsgemeenten van de EYN met een derde teruggelopen. Waar eerst overvolle, levendige kerkdiensten plaatsvonden, zijn nu weer lege banken te zien.
Tegelijkertijd lopen ook de giften, collectes en andere kerkelijke bijdragen flink terug. De gemeenteleden geven hun geld uit aan wapens, bewakers, en aan de vorming van christelijke milities, om zichzelf, hun gezinnen en hun bezit te kunnen verdedigen, en ook om, als dat zo uitkomt, met geweld terug te kunnen slaan. Ook de kerkelijke gemeentes zelf steken het overgebleven geld liever in de bouw van veiligheidsmuren en in een paar rollen prikkeldraad, dan in de renovatie van de kleuterschool of in het betalen van het personeel.
Inhalen
‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af.’ Zo staat het in de Bergrede van Jezus in het evangelie van Matteüs, een bijbeltekst die voor de traditionele vredeskerk EYN van fundamentele betekenis is.
Maar wat betekent dat voor de conflicten in Nigeria? Wat betekent het christen te zijn in zo’n situatie? Wanneer christelijke jongeren hele wijken in brand steken? Wanneer ze je islamitische buren uit hun huis jagen en vermoorden? Werp je je dan op om hen te beschermen, en laat je jezelf en je gezin samen met hen vermoorden? Wat betekent het christen te zijn, wanneer moslims op je huis een kruisje tekenen, zodat ze bij de volgende aanval zeker weten dat ze ook echt een huis van christenen in brand steken en niet per ongeluk een huis van moslims? Keer je dan ook nog de andere wang toe? Hoeveel wangen heeft zo’n christelijk gezicht eigenlijk?
Voor de meeste christenen in Noord-Nigeria is het heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om de vredebrengende kracht van de Bergrede nog tot ontplooiing te laten komen, nu de conflicten al zoveel jaren zo geëscaleerd zijn. Dat leidt bij onze christelijke partners ook tot de zelfkritiek, dat ze niet eerder en consequenter de dialoog met de moslims gezocht hebben. Ze vertellen: ‘We hebben te lang langs elkaar heen geleefd, en niet met elkaar gesproken. We hadden al in de tijd van vrede naar moslims toe moeten gaan die tot gesprek bereid waren, en met hen moeten overleggen wat wij als gelovige mensen en organisaties samen konden doen tegen de corruptie en het sociale onrecht in het land. Nu moeten we dat, onder veel moeilijkere omstandigheden, inhalen.’
Leren van Nigeria
In mijn ontmoetingen en gesprekken met christenen en moslims in Nigeria wordt me altijd weer duidelijk, hoe akelig dicht die vragen en ervaringen van de mensen daar liggen bij mijn eigen vragen. Hoe staat het met de relatie tussen christenen en moslims hier bij ons? Welke rol en welke opdracht kunnen de kerken in onze maatschappij vervullen bij het samenleven van mensen uit verschillende culturen en godsdiensten? Wat kunnen we van Nigeria leren? Twee aspecten zijn voor mij daarbij heel belangrijk geworden.
Denken in dimensies
Vermeend religieuze conflicten blijken, naar sociaalwetenschappelijk onderzoek laat zien, niet alleen religieuze oorzaken te hebben, maar ook belangrijke sociale, economische en niet in de laatste plaats politieke achtergronden. Zo valt het aanhoudende geweld tussen christenen en moslims in Nigeria niet te verklaren door sociale, economische en politieke oorzaken alleen, en andersom is het niet realistisch om als enige verklaring een karikatuur van een gewelddadige islam te geven.
Het zijn allemaal stukjes die zich niet tegen elkaar uit laten spelen, maar die je samen in een zinvol perspectief moet zetten. Dat betekent dat niet alleen de religieuze, maar ook de politieke en sociaaleconomische dimensies in beeld moeten komen. Interreligieuze dialoog en het vraagstuk van het samenleven van mensen uit diverse godsdiensten en culturen kunnen niet teruggebracht worden tot discussies over geloofswaarheden, en ook niet tot enkel sociale kwesties. Men moet alle dimensies van het gemeenschapsleven in ogenschouw nemen.
Dat geldt ook voor ons hier in Europa. Ook bij ons wordt, bijvoorbeeld in de discussie over de aanpak van criminele Turkse jeugdbendes, altijd weer het karikatuur van de gewelddadige islam van stal gehaald, waarbij andere aspecten en samenhangen volledig veronachtzaamd worden. Alsof het bij de uitsluiting van jonge mensen en voor de ontwikkeling van de wil om geweld te gebruiken, niet ook om wezenlijk andere zaken gaat, die misschien van groter belang zijn dan de vraag of iemand moslim is.
Het gesprek zoeken
Onze christelijke zusters en broeders in Nigeria hebben, zoals eerder vermeld, achteraf met spijt moeten vaststellen dat ze in de vroegere jaren van vrede te lang langs hun moslimburen heen hebben geleefd, en dat ze te weinig met hen hebben gesproken. Ook hebben ze te weinig naar mogelijkheden gezocht om zich samen in te zetten voor de verdere ontwikkeling van hun samenleving, en tegen de hemeltergende sociale wantoestanden in Nigeria, die christenen en moslims in gelijke mate raken.
Hetzelfde maak ik mee wanneer het gaat om het samenleven van mensen uit verschillende godsdiensten en culturen in Nederland, in mijn huidige woonplaats in Duitsland, en in Zwitserland. Daarbij vraag ik me af: hoe kunnen we als kerk, het wederzijdse begrip en vertrouwen bevorderen, om verborgen angsten en vooroordelen tegemoet te treden voordat het tot conflicten komt, zoals het voorbeeld van Nigeria ons leert? En dan niet alleen door specialisten, werkgroepen en autoriteiten, maar in onze gemeenten en in het dagelijks leven. Hoe kunnen we beter leren over ons geloof in gesprek te komen met moslims? Waar kunnen we ons bewust als christenen en moslims samen voor onze maatschappij engageren, bijvoorbeeld daar waar gemeenschappelijke waarden als sociale gerechtigheid, maatschappelijke vrede en het behoud van de schepping op het spel staan?
Ik hoop dat het ons lukt om van onze zusters en broeders in Nigeria te leren. Zowel de ervaringen in Nigeria als onze eigen recente geschiedenis in Europa waarschuwen ons: ‘Let op wanneer het begint!’
Vertaling: Tom Boesten
– Jochen Kirsch is teamleider Afrika en programmacoördinator voor Nigeria en Kameroen bij Mission 21 in Bazel, Zwitserland.