Van samen blíjven naar samen bewégen: de dialoog over eenheid in Busan en verder

In 1948 lieten de kerken die samenkwamen voor de Eerste Assemblee van de Wereldraad van Kerken zien dat zij van plan waren om bij elkaar te blijven. Vijfenzestig jaar later verklaren de Wereldraad-lidkerken dat zij van plan zijn om samen te bewegen. Van een statisch naar een dynamisch begrip van de kerk en haar rol in de wereld, een stap op weg naar een gedeelde ecclesiologie.

Het begrip pelgrimage en het beeld van de kerk als Gods pelgrims werden vaak gebruikt tijdens de Tiende Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Busan. De kerk is de gemeenschap die zich de wereld in beweegt, actie onderneemt, een standpunt inneemt over sociale kwesties, en zich actief inzet voor vrede en recht overeenkomstig haar eschatologische hoop op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.De Assemblee benadrukte herhaaldelijk dat die beweging van de christelijke gemeenschap mogelijk is in de kracht van de Heilige Geest. 

Afhankelijkheid, gebed, berouw

Het thema van de Assemblee impliceert beweging en belijdt afhankelijkheid van God. Het is een gebed tot God: ‘God van leven, leid ons naar gerechtigheid en vrede.’ De lidkerken hebben zich blijkbaar gerealiseerd dat de weg van transformatie die leidt naar een rechtvaardige en vreedzame wereld geen eenzame weg is, maar een weg die bewandeld moet worden samen met medepelgrims uit het brede spectrum van de wereldkerk. Daarom werden ook partners uit de bredere oecumene als deelnemers aan de Assemblee toegevoegd, zoals het Global Christian Forum en de Lausannebeweging. 

In de vorige eeuw is veel theologische reflectie gewijd aan de kerk, haar structuur, haar ambten, en haar missie in de wereld. De kerk is gekenschetst als een gemeenschap (koinonia) van mensen met God en met heel de schepping. Paulus’ beeld van het lichaam is vaak gebruikt om de relatie te illustreren van de leden van de wereldwijde kerk met Christus als haar Hoofd, en hun relaties onderling. De theologie benadrukte het relationele karakter van alle aspecten van de kerk, door van een christomonistische naar een trinitarische benadering te gaan. De kerk weerspiegelt dat trinitarische perspectief in de liefdevolle relatie die kerkleden hebben met God, elkaar en de natuur. Er is zonder twijfel tastbare vooruitgang geboekt in de vragen van doop, eucharistie en ambten. In sommige gevallen hebben overeenkomsten en convenanten eucharistische gastvrijheid en de erkenning van de ambten mogelijk gemaakt. 

Sinds Vancouver (Vijfde Assemblee, 1983) hebben de kerken beseft dat eenheid meer vraagt dan alleen het oplossen van leerstellige geschillen. Voortdurend gebed, blijvend berouw en constante vernieuwing in Christus zijn nodig om de verschillen te overbruggen in ras, geslacht, fysieke of mentale gesteldheid, klasse, leeftijd, kleur, zodat christenen een geloofwaardig getuigenis aan de wereld kunnen afleggen. 

The Church: Towards a Common Vision

In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de erkenning van de ene kerk van God – ‘de ene, heilige, katholieke, apostolische kerk,’ in de woorden van Nicea en Constantinopel (381) – voor kerken en denominaties ook morele en ethische dimensies heeft, waar samenlevingen nog niet eerder mee geconfronteerd werden. Deze vragen hebben te maken met diepgewortelde christelijke overtuigingen over de menselijke natuur en de zonde. Maar ze zijn ook verbonden met persoonlijke ervaringen en geloofsovertuigingen, die gebaseerd zijn op andere autoriteitsbronnen, al naar gelang de cultuur en kerkelijke context. Het gaat om de Schrift en de interpretatie ervan2, om kerkelijk onderwijs aan de hand van traditie en lokale tradities, om geestelijke begeleiding, om individueel onderscheidingsvermogen op basis van de rede en van culturele veronderstellingen. Waarom nemen christenen vaak verschillende of zelfs tegengestelde posities in over morele kwesties en zaken van algemeen belang? Een beter begrip daarvan kan verdere verdeeldheid en conflict voorkomen.3

Deze ontwikkelingen zijn vervat in het recente ecclesiologische document van de Commission on Faith and Order: The Church: Towards a Common Vision.4 Dit document, afgekort TCTCV, beschrijft het elkaar naderen van kerken in de pijnpunten rondom de zichtbare eenheid van de kerk. Deze punten zijn: zending en eenheid, de kerk als geloofsgemeenschap, de sacramenten en de ambten, de kerk als een rondzwervend volk dat teken en drager van Gods liefde in de wereld is. Het verkondigen van het goede nieuws van het heil in Christus is nog steeds een uitdaging voor de kerken vandaag. Zolang het schandaal van de christelijke verdeeldheid blijft, is hun getuigenis onecht. 

Dit document herinnert ons eraan dat de vroege kerk al doordrongen was van het belang van eenheid voor de missie van de kerk (Handelingen 15, Galaten 1-2). De missie naar de heidenen bracht toen spanningen met zich mee en dreigde verdeeldheid te scheppen. De oecumenische dialoog vindt vandaag plaats in een soortgelijke situatie. Daarom nodigt de tekst christenen uit om verder te streven naar de eenheid waarvoor Jezus bad aan de avond van het offer van zijn leven voor het heil van de wereld (TCTCV § 8).

Diverse stemmen over eenheid 

Verschillende bijdragen in Busan laten de contextuele relevantie van eenheid zien. Ook blijkt uit deze stemmen hoe kerken en denominaties naar eenheid kijken. Ze bevinden zich in verschillende stadia op de weg naar de volle, zichtbare eenheid in geloof, leven en getuigenis. 

Tijdens de plenaire sessie over eenheid in Busan5 verhaalde Dame Mary Tanner, vertegenwoordiger van de Church of England en sinds de Assemblee in Porto Alegre ook de voorzitter van de Wereldraad van Kerken in Europa, de geschiedenis van de Assemblees van de Wereldraad. Zij herinnerde de kerken eraan dat Jezus wilde en bad dat zij die door het apostolisch onderwijs in hem geloofden één waren. Zoals Christus verenigd is met de Vader, zo moeten ook zijn volgelingen verenigd zijn met God. Ze moeten één zijn, opdat de wereld gelooft dat de Vader Christus heeft gezonden en hen heeft liefgehad zoals hij Christus heeft liefgehad (Johannes 17:20-23).

Metropoliet Nifon van Târgoviste, van de Roemeens-Orthodoxe Kerk, benadrukte dat we door het zoeken van de waarheid in geloof en in liefde Christus uitnodigen in ons midden. Als christenen samenkomen in een oecumenische dialoog, getuigen zij van hun geloof in vriendschap en liefdadigheid, de kenmerken van apostelschap en discipelschap. Het samenkomen met het oog op een beter begrip van het geloof door vast te houden aan de waarheid in liefde, dialoog en eenheid is een uitdrukking van het conciliaire karakter van de kerk. 

Tussen hoop en wanhoop 

De verklaring over eenheid (het Unity-document)6 kenschetst de wereld als geklemd tussen hoop en wanhoop. Ecologische rampen, medische, sociale, politieke en economische tragedies, en massamigratie dwingen christenen tot een nieuwe doordenking van de relatie met hun leefwereld, met elkaar en met hun Schepper. Er worden echter ook binnen de kerk vragen gesteld bij het eenheidsstreven. Er zijn stemmen die de oecumenische beweging als ketterij bestempelen. Die stemmen komen voort uit onwetendheid of fundamentalisme. God is echter de Vader van allen en Christus heeft allen liefgehad, los van hun religieuze overtuiging. Alle mensen zijn broeders en zusters. De doop is de sacramentele bevestiging van hun verwantschap. Christenen zijn daarom geroepen tot samenwerking met allen die actief naar eenheid streven. 

Waar het mysterie van de incarnatie – de goddelijke en menselijke natuur van Christus – dóórdringt, daar brengt de kerk de wereld in beweging. De kerk is heilig en heeft een heiligende kracht, omdat het Hoofd van de kerk heilig is, ondanks het feit dat haar leden zondaars zijn. 

Ondanks de overeenstemming over de relatie van de kerk tot de wereld blijft de ecclesiologie de grootste uitdaging. ‘Wat is de ware kerk, geboren in Jeruzalem en over de wereld verspreid?’ is de telkens terugkerende vraag. Vandaag zijn er kerken die veel overeenkomstig hebben, maar ook kerken die nauwelijks op elkaar lijken. Christenen moeten die spanning tussen eenheid en verdeeldheid aanvaarden en voortgaan met hun dialoog om ‘de ene kerk te herstellen tot haar ongebroken continuïteit en sacramentele volheid, zonder een nieuwe kerk te scheppen’. Kerken zijn geroepen om de kritieke momenten waarop verdeeldheid ontstond, opnieuw te overwegen. Ook al kunnen zij de essentie van de kerk niet veranderen, daarbij gaat het wel om adaptatie en inculturatie. Veel christenen kunnen dezelfde beker nog niet delen. Het zal een gemeenschappelijke geloofsbelijdenis vereisen, geïnspireerd door de studie van de kerkvaders en de liturgische bronnen van de vroege kerk en navolging van de heiligen. 

Ontrouw en egocentrisme

Neville Callam, predikant van de Baptist World Alliance en voorganger in Jamaica, wees erop dat christenen vaak ontrouw zijn aan de roeping tot eenheid. Ondanks het groeiende begrip tussen kerken heerst het schandaal van de verdeeldheid. De kerkelijke eenheid vindt haar inspiratie in de volmaakte eenheid in God, maar christenen weten geen uitdrukking te geven aan het gedeelde geloof dat zij al ervaren. Ook zijn zij niet in staat geweest een theologische antropologie te formuleren, die kerken en samenlevingen vrijmaakt van de ‘destructieve draak van het racisme’. Geloofwaardig getuigenis van de eenheid en verdediging van het recht vereisen opmerkzaamheid waar het gaat om armoede, uitbuiting, buitensluiting en ziekte. 

Menselijke zelfgerichtheid in plaats van rentmeesterschap ondermijnt de integriteit van de schepping. Ook op dat gebied heeft de falende eenheid van christenen hun trouw in missie gecompromitteerd. De gevolgen van verdeeldheid worden onder christenen ook zichtbaar in het gebrek aan respect voor mensen met een andere geloof, ‘die ook schepselen van de ene God en inwoners van deze gedeelde planeet zijn’. Kerken moeten zich bekeren van de zonde van de verdeeldheid. Ze moeten God om vergeving vragen en bidden om de vreugde van de volle gemeenschap. 

Een andere uitdaging op weg naar eenheid is het aantal tegengestelde meningen over morele kwesties. Kerken dragen bij ‘aan het inslijten van verdeeldheid in de samenleving door uiteenlopend onderwijs te bieden in zulke kwesties die diep in het menselijk leven ingrijpen’. Wat we nodig hebben is overeenstemming tussen kerken over gezaghebbende bronnen en een verantwoorde interpretatie ervan. Verder is intentionele actie nodig ter bevordering van dialoog en eenheid onder jongvolwassenen. Zij moeten op alle niveaus, zowel tekstueel als oraal, doordrongen van de noodzaak deze verdeeldheid te overwinnen. 

Grote omkering

Mark MacDonald, nationaal inheems bisschop van de Anglicaanse Kerk van Canada, vroeg aandacht voor het levende woord van God in de geschiedenis, de schepping en de kerk. Dat woord wordt verstaan door een vleesgeworden geloof en tastbare ervaringen. Christenen ‘moeten bereid zijn om hun Redder te ontmoeten en verrast te worden op plaatsen waar zij dat het minst verwachten’, en in elkaar. Dat is precies de ervaring van de inheemse volken, ondanks hun armoede en misère veroorzaakt door de onteigening van hun land. Zo is in Alaska sprake van moeilijke leefomstandigheden. In een dergelijke ‘context van menselijke noden is verdeeldheid een luxe die men zich niet kan permitteren; daar realiseert men zich de diepe eenheid in Christus’. Inheemse volken zijn vaak de meest gekerstende etnische groepen, al lijden zij onder de vernietiging door, vooral westerse, kerken. Dit is de grote omkering die God ingebouwd heeft in de geschiedenis. De inheemse volken van het Noorden herinneren de kerken op profetische wijze aan Gods roeping om trouw het land te bewonen. Ook herinneren zij aan de relatie tussen de schepping en de mensheid. De eenheid met Jezus als Redder blijkt een geloofswerkelijkheid die hun enige hoop en mogelijkheid vormt.

Een struikelblok voor eenheid vormt heden ten dage de groeiende diversiteit in plaatselijke uitdrukkingsvormen van het christelijke geloof en de verbreiding van allerlei uitingen van christendom los van de ervaring en de geschiedenis van de historische kerken. Bovendien lijkt secularisatie in veel samenlevingen een broedplaats te zijn voor afgoderij. Mensen mogen dan wel claimen vrij te zijn van religie, in werkelijkheid zijn ze gevangen in een vorm van slavernij. Kinderen, vrouwen, armen, mensen van het land, de schepping zelf zijn slachtoffer van dergelijke ‘spiritualiteit’. Om hiermee om te gaan hebben de kerken meer visie, eenheid en moed nodig dan ze tot dusver getoond hebben. 

Interreligieuze dialoog en schepping

Alice Fabian, kandidaat-predikant in de United Congregational Church of Southern Africa, merkte op dat ‘eenheid, in het roepen tot de God van al het leven, deel wordt van een bredere visie, waartoe alle mensen en heel de schepping uitgenodigd worden tot recht en vrede voor allen’. De pijn van mensen in verdeelde gebieden – door oorlog, geweld, ongelijkheid van mannen en vrouwen, armoede en zelfzucht – accentueert de noodzaak van eenheid nog verder. ‘Tegen hoop op hoop’ (Romeinen 4:18) vertrouwen christenen dat de God die schiep ook kan herscheppen. Zo leven zij in de spanning tussen hoop, vieren en leven enerzijds en verdriet en wanhoop anderzijds. Voorbeelden daarvan zijn hele leeftijdsgroepen die omkwamen door hiv/aids, de ervaring van geweld, en opgelegde verdeeldheid door apartheidswetten. 

Nieuwe realiteiten als verhoogde mobiliteit en het voortschrijden van technologie en communicatie stellen mensen bloot aan andere volken, culturen en tradities. Het internet biedt directe toegang tot anderen, ‘maar toegang , omgang en kennis van anderen zijn niet hetzelfde als verenigd zijn met hen’. Het zijn misschien aanzetten tot eenheid, maar de volle, zichtbare eenheid wordt nog niet beleefd. Nog steeds dienen mensen zelfzuchtig hun eigen gemak op kosten van anderen. Segregatie is een blijvende werkelijkheid, zelfs in kerken. Er zijn nog steeds christenen die de beker niet delen. Daarom moeten kerken zich bezighouden met de geschiedenis van de oecumenische beweging. Zo wordt de dialoog toegankelijk voor plaatselijke gemeenten en relevant voor volken en contexten. Eenheid moet deel uit maken van de geleefde christelijke ervaring. 

In de plenaire sessie over eenheid in Busan kwam duidelijk naar voren dat de eenheid onder christenen nauw verbonden is met de eenheid van de mensheid en de relatie met de natuurlijke omgeving. De toekomst zal uitwijzen hoe de kerken verder gaan op de weg van inter-christelijke dialoog en welke stappen zij zullen nemen in de interreligieuze dialoog en in het herstellen van hun relatie met de schepping. Opdat de wereld gelooft en weet dat zij Zijn discipelen zijn.7

Noten

1 Zie de boodschap van de Assemblee, vooral § 4; www.oikoumene.nl  

2 Zie de Faith and Order-studie over hermeneutiek.

3 Zie de Faith and Order-studie over moreel onderscheidingsvermogen in de kerken. 

Beschikbaar op www.oikoumene.nl; de Nederlandse vertaling is verzorgd door dr. Ton van Eijk in opdracht van de Raad van Kerken.

5 De Unity Plenary is te bekijken op: http://www.youtube.com/watch?v=M94BeY_ZmtQ

6 Deze verklaring vindt u ook op www.oikoumene.nl

7 Voor specifiek commentaar, verklaringen en uitdagingen met betrekking tot toekomstige stappen, zie ook de Report of the Ecumenical Conversations, vooral 7-20; www.oikoumene.nl.

Vertaling uit het Engels: Wilbert van Saane

— Aikaterini Pekridou doet promotieonderzoek op het gebied van oecumenische ecclesiologie aan de Irish School of Ecumenics (Trinity College Dublin) en is lid van de Volos Academie voor Theologie in Centraal Griekenland. Ze werkte mee aan het document ‘The Church – Towards a Common Vision’ van de Faith and Order Com- mission van de Wereldraad van Kerken.