Natuurlijk bouwen in Afrika

Vijf jaar geleden kon Laura Dijkhuizen met haar organisatie Sarinha een mooi groen stuk land in Mozambique kopen. Bananenbomen in de hoek, een paar grote mangobomen, en een prachtige palmboom die de skyline domineert. Ze nam een architect en een bouwkundige in de arm, met Afrika-ervaring en duurzaamheid hoog in het vaandel. Ze ging naar workshops over duurzaam bouwen en bezocht een (Nederlands) bedrijf dat machines levert om van gestampt leem stenen te maken. Ze was óm.

Al meer dan vijftien jaar reis ik regelmatig naar Mozambique. In die jaren heb ik veel groene en vruchtbare gebieden zien veranderen in een grijze massa van stenen, muren en huizen. Waar ik eerst logeerde in een eenkamerwoning van mijn collega’s, staan nu twee huizen en een garage. Binnenkort wordt dit alles omgeven door een hoge muur van grijze betonstenen. De buren hebben al zo’n muur. Alle reuring, waar ik eerst met een kopje oploskoffie in de vroege ochtend van kon genieten, is nu alleen nog maar te horen vanachter deze schutting.

Beton en cement
Ik zie het bij meer van mijn Mozambikaanse vrienden. De huizen groeien, natuurlijke speelplekken voor de kinderen verdwijnen en waar voorheen de ouderen uren onder een boom konden zitten praten, is nu alleen nog maar beton te zien. De steden in Afrika groeien dicht, het is beton en cement dat de boventoon voert. Misschien is het typisch hedendaags westers dat ik mij hier druk over maak. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw deden wij in Nederland per slot van rekening niet anders …

De Mozambikaanse regering stimuleert haar bewoners om geen huizen meer van gras, klei en geitenpoep te maken, maar van steen. Wonen in een huis van betonnen blokken is voor velen de ultieme vorm van innovatief leven, naar het voorbeeld van landen zoals Nederland. Daarbij is er makkelijk aan cement te komen en het is redelijk goedkoop. Wanneer er weer een beetje geld is, worden er vaak alvast stenen gekocht om (soms lang) te wachten tot deze ingebouwd kunnen worden.

Misschien is het ook een misplaatst soort romantisch verlangen naar de tijd dat ik in Mozambique rondreed en overal om mij heen gemeenschappen met ronde huizen zag. Het bezorgde mij – zeg ik achteraf ironisch – dat ‘echte Afrika-gevoel’: híer werd nog dicht bij de natuur geleefd, híer was de tijd stil blijven staan. En, tot mijn schaamte: híer konden de mensen hulp van mij, rijke westerling, goed gebruiken.

Stichting Sarinha
Tien jaar geleden richtte TussenRuimte-redactielid Laura Dijkhuizen de stichting Sarinha op om in het land van haar geadopteerde dochters voedselhulp te bieden. Het verlangen is om een onderwijscentrum te bouwen. Sarinha wil door middel van onderwijs toekomstperspectief bieden aan jongeren, zodat zij ontdekken wat het geloof kan betekenen en welke positieve waarden ze kunnen omarmen. Vanuit het onderwijscentrum worden de studenten ingezet binnen het kinderwerk dichtbij en in de bush, bezoeken zij gevangenen of helpen zij in de lokale kerken met jeugdwerk, muziek- of zangbegeleiding. Op verzoek van de lokale bevolking bouwt Sarinha nu eerst een basisschool op het aangekochte land. Over de adoptie en haar stichting schreef Laura het boek Kus van Afrika. www.sarinha.org

Rondom een ‘kraal’
Op het mooie groene stuk Mozabikaans land dat we met Sarinha kochten, willen we bouwen met een natuurlijke uitstraling, met lokaal voorradig materiaal en op een zodanige manier dat het zo min mogelijk belasting voor het milieu zou opleveren, met respect voor omgeving en cultuur plus behoud van authentiek Afrikaans gedachtegoed. Stedenbouwkundige Roos Limburg ontwierp voor ons een prachtig gebouwencomplex, het Sarinha Centre, gebaseerd op de structuur van een traditioneel dorp, met functies die zich afspelen rondom een zogenoemde ‘kraal’, de gemeenschapsplek.

‘Urban acupuncture’

Voor dit artikel heb ik Roos Limburg weer opgezocht. Via skype weliswaar, want Roos woont en bouwt nu met haar man in Senegal. Duurzaam, met de nodige uitdagingen en frustraties.

Wat is jouw beweegreden om in West-Afrika te wonen en te bouwen?
‘Wat me trekt, is de combinatie van integraal ontwerpen met een maatschappelijke impact. Er verandert hier zo veel en zo snel, dat het heel verrijkend en boeiend is om hier te werken. Ik woon nu tweeënhalf jaar in West-Afrika. We bouwen samen met de gemeenschap in de openbare ruimte: speeltuinen, plekken voor handel, sport, openbare Wifi-punten, vergroening en bereikbaarheid. De afgelopen maanden hebben wij ons kantoor-werkplaats-huisje gebouwd en een gastenverblijf.

In veel steden wordt er zonder planning doorgebouwd. Er is weinig toezicht op wat er gebeurt. Daardoor raakt de openbare ruimte in de vergetelheid en ontstaan er heel onprettige steden, vooral daar waar armoede is en er veel op straat wordt geleefd. Gelukkig wordt men zich er steeds meer van bewust, ook binnen de Verenigde Naties, dat openbare plekken van cruciaal belang zijn voor een prettige leefomgeving.’

Roos Marijn Limburg is getrouwd met Hans en heeft een Bachelor in de Bouwkunde Architectuur en een Master in stedenbouw aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Zij liep stage in Zuid-Afrika en deed twee afstudeerprojecten, in Ghana en in Senegal. Momenteel wonen en werken Hans en Roos in Yène, een voorstad van Dakar. www.studioplacemakers.org

Roos vertelt lachend dat het haar doel is om van Yène, waar ze nu wonen, de mooiste voorstad van West-Afrika te maken, samen met de lokale bevolking, low budget en zo veel mogelijk gebruikmakend van lokaal aanwezige materialen. Dit doen bijvoorbeeld door schoolpleinen op te knappen en er een klimsculptuur op te maken. Langs de weg creëren ze zitjes onder een boom en vullen geulen op, zodat deze niet meer als afvalstortplaats gebruikt worden. Of ze voorzien een vismarkt van de zo gewenste schaduw. In vaktermen wordt dit ‘urban acupuncture’ genoemd: een netwerk van kwalitatief hoogwaardige toegankelijke ruimtes, beschikbaar voor iedereen, die de stad fit en vitaal houden.

Wat betekent duurzaam bouwen in West-Afrika?
‘Duurzaam bouwen betekent in Senegal hoofdzakelijk de lokale economie draaiend houden en zo min mogelijk afhankelijk zijn van grote fabrieken en leveranciers. Zolang geld lokaal rouleert, ontstaat er financiële ruimte voor ontwikkeling. En financiële middelen geven kennis- en keuzevrijheid, wat weer leidt tot onafhankelijkheid. Als iets economisch gedreven is, heeft het bestaansrecht. Wanneer ik kijk naar de klassieke driehoek voor duurzaamheid: sociaal, economisch en ecologisch, dan ligt in Senegal de nadruk op het sociale en het economische aspect.

Wordt er in Senegal, net als in Mozambique, ook zo veel met cement gebouwd?
‘Enorm veel, alles is grijs! Ecologisch gezien ben ik een tegenstander van zoveel cement. Het proces om te verbranden is heel intensief en het moet op hoge temperaturen. Daarvoor is veel energie nodig. Verder is het zwaar materiaal, zodat het transport ook nog eens veel energie verbruikt. Maar omdat het overal en altijd werkt, is het zo populair geworden. Het is als bouwen met lijm, maar dan het hele gebouw in plaats van alleen de verbindingen.’

Jullie hebben je eigen huis gebouwd met natuurlijke materialen. Wat zijn de reacties van jullie buren?
‘Wij hebben ons huis recht gebouwd met een moderne uitstraling. We wilden laten zien dat het ook strak kan en niet rond hoeft te zijn. De lokale bewoners willen geen associatie met het verleden, ze willen vooruitgang. Op het moment dat het af was, waren ze erg enthousiast.

Eén van onze medewerkers werd erdoor gestimuleerd zelf ook op deze manier een verdieping op zijn huis te bouwen, ook al heeft hij, net als wij trouwens, weinig geld. Een lokaal voorbeeld spreekt natuurlijk nog veel meer aan, dus hij is een nog betere ambassadeur van natuurlijk bouwen dan wij zelf zijn. We zijn heel benieuwd naar de verdere spin-off; de geluiden zijn veelbelovend. Een grappig detail is dat we de muren zo strak hebben gekregen door ze met paardenmest te bewerken.’

Waar loop je tegenaan in het bouwen in Afrika?
‘Ontwikkeling heeft als gevolg dat traditionele kennis en manieren van organiseren niet langer toereikend zijn. Vooral het overzien van een dergelijk bouwproject is lastig. Een andere uitdaging is de perceptie van wat ‘af’ of wat ‘recht’ is. Leiding geven en de bouwers aansturen is een uitdaging, vooral als jonge vrouw in een islamitisch land. In combinatie met het organiseren van voorwaarden als materiaal, materieel, lunches en lokale thee, is het soms een hele kluif.

Daar staat wel tegenover dat we veel lol hebben, er wordt gedanst en gezongen op de werkvloer en alles is erg flexibel. We hebben geen bouwvoorschriften en regelgeving. Wat we vandaag bedenken, kan morgen gemaakt worden en het klimaat staat veel toe. Als er iets mis is gegaan, kunnen we het vaak eenvoudig herstellen of aanpassen, al proberen we ons wel aan de ontwerpen te houden. Die hebben we zorgvuldig gemaakt. Maar wat materiaal betreft zijn we heel flexibel en passen we ons aan op wat we op dat moment kunnen vinden.’

Natuurlijk en goedkoper
Het ontwerp dat Roos Limburg maakte voor het onderwijscentrum van Sarinha stuitte bij mijn Mozambikaanse collega’s op veel vragen. ‘Het kan toch ook rechttoe rechtaan met een vrolijk kleurtje verf erop? En er moet zeker een schutting komen van beton met prikkeldraad bovenlangs, want anders wordt alles gestolen.’

Van dat laatste hebben ze mij snel kunnen overtuigen. Om ons land af te bakenen hadden we namelijk een hekwerk van hout aangebracht. Binnen een maand was dit hekwerk bijna volledig weggehaald door buren die de houten planken zelf wel konden gebruiken.

Aan beide kanten van de evenaar hebben we ons in elkaars standpunten verdiept en compromissen gezocht. Zo vonden wij voorbeelden van ‘vriendelijk ogende’ schuttingen die toch veiligheid bieden.

Ook ben ik met mijn Mozambikaanse collega’s op zoek gegaan naar rechthoekige gebouwen, gemaakt van natuurlijke materialen zoals gestampt leem. Vlak om de hoek bleek de lokale Church of the Nazarene en de bijbehorende school op deze manier te zijn gebouwd. We hebben zand gezocht en zelfs geproefd (!) dat geschikt is om stenen van te maken. We zijn gaan rekenen en de slotsom was dat natuurlijk bouwen op de lange duur stukken goedkoper is.

Uiteindelijk zijn we goed tot elkaar gekomen en ik verwacht dat dit wederzijdse begrip zal blijken tijdens het bouwen. Want, zoals Roos Limburg hierboven ook aangeeft: het werkt pas door het samen te doen en het is het resultaat dat overtuigt.