Ezra Chitando is hoogleraar in de Religiewetenschappen aan de Universiteit van Zimbabwe en daarnaast theologisch consultant voor de Wereldraad van Kerken op het gebied van hiv/aids. Het wetenschappelijke discours rondom religie en mannelijkheid in Afrika ontwikkelde zich sterk door toedoen van een groep vrouwelijke Afrikaanse theologen (The Circle of Concerned African Women Theologians) en hun strijd voor gendergelijkheid. Ook de hiv/aids-epidemie heeft het debat over Afrikaanse mannelijkheid en de rol van de kerk daarin sterk op de voorgrond geplaatst.
Het werk van Chitando
Chitando publiceert veelvuldig over religie in Afrika. De hiv/aids-epidemie, maar ook geweld tegen vrouwen, vormen samen de context van waaruit hij schrijft. Chitando ziet een belangrijke rol weggelegd voor de kerk als het gaat om de bestrijding van hiv/aids.
In zijn toonaangevende publicaties Acting in Hope: African Churches and HIV/Aids en Living in Hope: African Churches and HIV/Aids beargumenteert hij dat voor een effectieve bestrijding van hiv/aids de kerk zich allereerst moet richten op de mannen. De man moet zijn verantwoordelijkheid nemen in deze epidemie door een andere seksuele moraal aan te hangen en solidariteit met de vrouw te tonen.
Dat de praktijk weerbarstig is, heeft volgens Chitando vooral te maken met de patriarchale ideeën en denkbeelden binnen de Afrikaanse samenleving. Deze worden verder versterkt door bepaalde interpretaties van bijbelteksten die de superioriteit van de man bevestigen. Chitando benadrukt in zijn werk de onderdrukkende kant van de man ten aanzien van vrouwen en kinderen. Deze ‘gevaarlijke mannelijkheid’ kan volgens Chitando floreren vanwege de bevoorrechte positie van de man binnen het patriarchale systeem. Chitando zet zich daarom fel af tegen deze maatschappijvorm. Hij bekritiseert de religieuze en culturele praktijken en geschriften die het patriarchale systeem in stand houden. Toch toont Chitando in zijn werk een sterk optimisme in het vermogen van de man om zichzelf te veranderen.
Thematische analyse
De Zuid-Afrikaanse student Sokfa John analyseerde diverse publicaties van Chitando om de centrale claim in zijn werk helder te krijgen. Hij formuleerde elf basisthema’s die steeds weer terugkomen in Chitando’s werk. Hierna clusterde hij deze basisthema’s rondom vier meer abstracte kernthema’s. Vervolgens destilleerde hij uit deze kernthema’s een allesomvattend thema, dat kan worden gezien als de voornaamste claim in het werk van Chitando.
Basisthema’s | Kernthema’s | Centraal thema |
Mannen moeten hun patriarchale voorrechten ‘opgeven’ | Radicale aanpak ten aanzien van verandering | Mannen kunnen en moeten veranderen! |
Huidige pogingen om de man te veranderen zijn niet radicaal genoeg | ||
Het patriarchale systeem moet losgelaten worden | ||
Religie en cultuur bepalen het wereldbeeld, de overtuigingen en handelingen van mensen | ||
Religie en cultuur promoten ‘gevaarlijke mannelijkheid’ | Religie en cultuur zijn een tweesnijdend zwaard | |
Religie en religieuze bronnen kunnen ook positieve veranderingen teweegbrengen | ||
Moraliteitsnormen in Afrika zijn geworteld in religie en cultuur | ||
Studie naar mannelijkheid en religie is relevant voor Afrika | Mogelijkheid voor Afrikanisering | |
Afrikaanse problemen vragen om Afrikaanse oplossingen | ||
Afrika heeft ‘genderrechtvaardige’ mannen nodig | Alternatieve vormen van mannelijkheid voor genderrechtvaardigheid | |
Er zijn alternatieve manieren om ‘man’ te zijn |
Vier kernthema’s
1. Religie en mannelijkheid: mogelijkheid voor Afrikanisering
‘Afrikanisering’ is een stroming onder vooral Afrikaanse wetenschappers die de betekenis van de Afrikaanse cultuur en identiteit binnen de mondiale context wil bevestigen en herdefiniëren. Volgens hen wordt de huidige weergave van Afrika binnen de wetenschap nog te veel bepaald van buitenaf en te weinig vanuit de eigen Afrikaanse realiteit. Vanuit deze achtergrond laat Chitando zien, dat de opkomst van mannelijkheid als onderzoeksterrein binnen het religieuze discours mogelijkheden biedt voor Afrikanisering. Het onderzoek naar religie en mannelijkheid vraagt immers om een reflectie op Afrikaanse thema’s, het aanwenden van Afrikaanse bronnen en methoden en het ontwikkelen van Afrikaanse oplossingen voor Afrikaanse problemen. Daarbij moet volgens Chitando het onderzoek naar mannelijkheid praktisch relevant zijn en oplossingen bieden voor hedendaagse problemen van Afrikanen, zoals hiv/aids en geweld tegen vrouwen. Elke poging tot Afrikanisering met betrekking tot religie en mannelijkheid kan daarom alleen relevant zijn als het mensen (en dan vooral mannen) aanzet tot verandering. Volgens Chitando moet deze transformatie radicaal zijn.
2. Radicale aanpak ten aanzien van verandering
Chitando daagt mannen voortdurend uit hun patriarchale privileges ‘op te geven’. Deze voorrechten ontvangen zij puur en alleen omdat zij man zijn en daarom onderdrukken ze vrouwen en kinderen. Hier geeft hij blijk van een duidelijke afkeer van het patriarchale systeem, hetgeen we ook aantreffen bij veel vrouwelijke Afrikaanse theologen, in het bijzonder bij de leden van The Circle (hierboven genoemd). Huidige pogingen binnen de pinksterbeweging om hun mannelijke leden te transformeren tot respectvolle, zorgzame en zichzelf beheersende mannen gaan volgens Chitando niet ver genoeg. Hoewel hun pogingen prijzenswaardig zijn, is een radicalere aanpak nodig, die het paradigma van ‘de man als leider’ loslaat.
Hoewel deze stellingname op kritiek stuit, is Chitando’s ongenoegen ook waardevol. Het gaat in tegen een houding van inschikkelijkheid wanneer er juist meer voor vrouwen bereikt kan worden.
3. Religie en cultuur: een tweesnijdend zwaard
Volgens Chitando kan religie zowel constructief als destructief zijn in het bestrijden van ‘gevaarlijke mannelijkheid’. Aan de ene kant kunnen religie en cultuur bestaande patriarchale structuren promoten, rechtvaardigen en in standhouden. Een voorbeeld hiervan is het exclusieve leiderschap van de man, waaraan vrouwen en kinderen ondergeschikt zijn. Tegelijkertijd kan religie ook ingezet worden om alternatieve vormen van mannelijkheid aan te reiken, die niet schadelijk zijn. Een bijbeltekst die Chitando hierbij aanhaalt is Johannes 11:35, waar beschreven wordt hoe Jezus huilde bij het graf van Lazarus.
4. Alternatieve vormen van mannelijkheid voor genderrechtvaardigheid
Chitando spreekt in zijn werk veel over ‘transformerende’, ‘bevrijdende’ en ‘verlossende’ vormen van mannelijkheid, die een alternatief moeten bieden voor de gevaarlijke en schadelijke vormen van mannelijkheid. Wat bedoelt Chitando precies met deze termen? Het gaat hierbij om vormen van mannelijkheid die het leven verrijken en beschermen, in plaats van afbreken door geweld en ziekte. Dit soort mannen, schrijft Chitando:
‘… Are respectful to women, show concern about the feelings and opinions of their sexual partners, and seek relationships based on equality and intimacy rather than on sexual conquest; Believe that men and women have equal rights; Assume, or share with their partners the responsibility for reproductive health and disease prevention issues; Are, or seek to be, involved domestic partners and fathers, who are responsible for at least some of the household chores and their children’s care giving. Are opposed to violence against women in their intimate relationships. Are not homophobic.’2
Chitando’s ideaal is een wereld waarin man en vrouw samenwerken om een betere wereld voor iedereen te bewerkstelligen.
Mannelijkheid is niet statisch
Vanuit deze vier kernthema’s wordt de centrale claim van Chitando zichtbaar met betrekking tot religie en mannelijkheid: ‘Mannen kunnen en moeten veranderen!’ Deze boodschap loopt als een rode draad door zijn werk. Hij gaat er daarbij vanuit dat mannen ook daadwerkelijk in staat zijn zichzelf te veranderen. Mannelijkheid is niet iets statisch, maar kan transformeren. In de zoektocht naar oplossingen voor genderongelijkheid moet de man niet ‘gemarginaliseerd’ worden. Chitando roept op tot een holistische benadering, die zowel mannen als vrouwen in het proces betrekt.
Kritiek
Chitando krijgt ook kritiek op zijn werk. Eén van zijn belangrijke aannames is dat de man zichzelf kan veranderen, maar is de man wel in staat zijn bevoorrechte positie op te geven?
Aan de ene kant zijn mannen in Chitando’s werk de ‘overwinnaars’ die zelf hun mannelijkheid kunnen transformeren. Aan de andere kant zijn zij de ‘slechteriken’, die er een ongezonde seksuele moraal op nahouden en hun patriarchale privileges niet zomaar opgeven. Waarom zouden zij dit dan toch doen? Simpelweg vanwege de vrouwen en kinderen? Of kunnen mannen ook gebukt gaan onder het patriarchale systeem (slechte gezondheid, vroege dood).
Bovendien kun je niet alle mannen over één kam scheren. Sommige mannen lijden net zo goed als vrouwen onder de dominantie van andere mannen (bijv. homoseksuelen, allochtone mannen). Hoewel Chitando erkent dat er onderlinge verschillen zijn tussen mannen, werkt hij dit niet verder uit. Hij blijft zich richten op de onderdrukking van de vrouw.
Conclusie
Deze analyse van het werk van Chitando laat duidelijk zijn belangrijke bijdrage zien op het gebied van Afrikaanse mannelijkheid en religie. Dat mannen kunnen en moeten veranderen, om zo de gevaarlijke en schadelijke vormen van mannelijkheid tegen te gaan, vormt de rode draad. Patriarchale voorrechten moeten daarbij radicaal losgelaten worden. In het debat rondom hiv/aids en geweld tegen vrouwen moeten mannen uitgedaagd worden om, samen met vrouwen, hun verantwoordelijkheid te nemen voor een gezonde en vreedzame wereld.
Dit artikel is een bewerking van: Sokfa John, ‘Men Can, Should and Must Change!’ An Analysis of Ezra Chitando’s Writings on African Masculinities, Journal of Gender and Religion in Africa, november 2013
Noten
1 Adriaan S. van Klinken, ‘Male Headship as Male Agency: An Alternative Understanding of a ‘Patriarchal’ African Pentecostal Discourse on masculinity’, Religion and Gender 1, no. 1 (2011), 111.
2 Ezra Chitando and Sophie Chirongoma (eds), Redemptive Masculinities: Men, HIV and Religion, Geneva 2: WCC Publications, 2012, 26.
— Wilma Wolswinkel is beleidsmedewerker bij de GZB, diaconaal consulent bij het Centrum voor Israëlstudies (CIS) en lid van de redactie van TussenRuimte.