Dat geloof, die hoop
In maart dit jaar werden de nieuwe resultaten van het tienjaarlijkse onderzoek ‘God in Nederland’ gepubliceerd. Het afgelopen decennium is in onze samenleving het geloof in God weer verder afgenomen. Nog maar 14 procent van de bevolking gelooft in een God die zich persoonlijk met ons bemoeit. In 2006 was dit nog 24 procent.
De conclusies uit het onderzoek zijn niet verbazingwekkend. Om ons heen kunnen we zien dat steeds minder mensen belang hechten aan godsdienst. Religieuze argumenten zijn voor de meeste mensen niet leidend in hun keuzes. Kerkgebouwen veranderen in boekhandels, appartementen of tentoonstellingsruimten.
Nederland is geen uitzondering: in heel Europa zien we in meerdere of mindere mate vergelijkbare tendensen. Zelfs in de traditioneel rooms-katholieke en oosters-orthodoxe landen, waar het percentage mensen dat in God gelooft (nog steeds) heel hoog ligt, is er onder jongeren wat dat betreft ook een verschuiving waar te nemen.
Is hier echter alles mee gezegd? Nee, er zijn ook plaatsen waar de kerk bloeit, tot leven komt, of klein maar actief aanwezig is in de samenleving. En dat kan op heel verschillende plekken zijn: in een Roma-gemeenschap op het Hongaarse platteland, in het geseculariseerde Frankrijk of in een grote, postcommunistische stad als Praag.
Overal in Europa zijn er mensen te vinden die geloven en die dat geloof gestalte geven in het opbouwen van de gemeente, het verkondigen van het Evangelie of het zorgen voor anderen. Het is echt niet altijd makkelijk of vanzelfsprekend. Maar door alle vragen of crises heen is er het besef dat het Gods kerk is. En dat we ook in Europa kunnen blijven geloven dat Hij er is en zorgt voor Zijn kerk. Iets van dat geloof en die hoop willen we in deze TussenRuimte laten zien.
— Foka van de Beek en Iwan Dekker, themaredacteuren