Verkondiging in seculariserend Frankrijk
Het boek getiteld Le protestantisme doit-il mourir? (Moet het protestantisme sterven?) dat de prominente historicus en socioloog Jean Baubérot in 1988 publiceerde, bracht de gemoederen van de protestantse minderheid in Frankrijk flink in beroering. Op dat moment leek het alsof door de complexe en ingrijpende effecten van de secularisatie alle religieuze minderheden in Frankrijk – joden, moslims en boeddhisten net zo goed als christenen – de destructieve krachten van de postmoderniteit niet zouden overleven.
Dertig jaar later echter tonen enquêtes aan dat de protestanten in Frankrijk, hoewel nog steeds minder dan vier procent van de bevolking, in aantal gelijk gebleven zijn en zelfs een licht stijgende lijn laten zien.
Onverwachte transformatie
Ook andere feiten spreken van de onverwachte en diepe transformatie die het protestantisme ondergaan heeft in de laatste dertig jaar. De globale gemiddelde leeftijd van protestanten is gedaald en de jeugd is terug in de kerk. Protestanten bezoeken hun plaatselijke kerken vijf keer vaker dan katholieken.
Er is ongeveer één predikant op elke honderd protestanten, terwijl er slechts één imam is op ongeveer vijfduizend moslims. De doorsnee protestantse kerkpopulatie is veranderd doordat er nieuwe bekeerlingen overgekomen zijn, of uit het katholicisme of uit het atheïsme. Tweeëntwintig op de honderd protestanten die vandaag de dag de kerken bezoeken zijn niet geboren in protestantse gezinnen.
Protestanten in aantal gelijk gebleven, zelfs lichte groei
Ook heeft wereldwijde immigratie het praktiseren van interculturele dynamiek op een nieuw en cruciaal niveau gebracht in plaatselijke kerken en interkerkelijke instituten. In de havenstad Marseille, de op een na dichtstbevolkte stad in Frankrijk, zijn veertig van de negentig protestantse en evangelische kerken migrantenkerken en in totaal vormen ze meer dan een derde van de hele protestantse bevolking in de stad.
Het beeld van de gemiddelde protestant in Frankrijk schijnt te verschuiven van blanke gezinnen uit de hogere stand naar eenoudergezinnen uit de lagere klasse met een migranten achtergrond.
Leegloop
In deze bredere context is onze kleine denominatie, de UNÉPREF, die bestaat uit vijftig lokale kerken en 3500 leden, met zowel plattelands- als stedelijke achtergrond, niet alleen getroffen door deze globale transformatie, maar ook door wat bevolkingsspecialisten een ‘massale exodus’ noemen, die het decor aanzienlijk omgevormd heeft. Onze traditionele plattelandsbolwerken zijn leeggelopen door de constante stroom van gezinnen die naar de steden trokken om opleiding en werk te vinden. Veel van deze kerken, die tot aan de jaren tachtig gezond waren, vechten nu om te overleven en bestaan voor het grootste deel uit oudere, gepensioneerde mensen van protestantse origine.
UNÉPREF in Frankrijk De UNÉPREF is een klein kerkgenootschap van evangelisch-gereformeerde kerken, aanwezig in drie gebieden in Frankrijk: rondom Parijs, in het zuidoosten en in het zuidwesten rondom de Cevennen. De kerk telt zo’n vijftig gemeenten, waarvan er tien worden aangemerkt als evangelisatiepost. Bij deze posten is het steeds de bedoeling dat ze na een periode van tien jaar zijn doorgegroeid naar zelfstandige gemeenten, zowel wat betreft beleid en organisatie als financiën. |
Verhitte debatten
Terugkijkend kunnen we eerlijk zeggen dat onze denominatie in de laatste jaren aanzienlijke inspanningen heeft geleverd om de uitdagingen, die de secularisatie met zich meebracht, te begrijpen en ons open te stellen voor nieuwe wegen. Dit proces leidde soms tot verhitte onderlinge debatten. Het maakte ons ervan bewust dat het zoeken naar een visie geen gemakkelijk proces is en dat proberen, experimenteren en mislukken allemaal normale gegevens zijn in een wereld die constant veranderingen ondergaat. Onze kerken en instituten moeten zich ermee verzoenen dat, hoe verder we de 21e eeuw induiken, het zoeken naar nieuwe missionaire modellen een chaotische bezigheid zal zijn.
Zeven stappen op weg naar verandering
We hebben geïnvesteerd in zeven belangrijke richtingen.
1. Onszelf opnieuw definiëren als ‘missionaire’ kerken
We hebben een van onze nationale commissies gevraagd om over een periode van drie jaar, een missionair programma uit te werken dat werd gepresenteerd en aangenomen door onze synode. Tot verrassing van velen gaf deze tekst een ongebruikelijke missiologische benadering door te suggereren dat zending elders en in plaatselijke evangelisatie niet van elkaar onderscheiden moesten worden, maar beschouwd moeten worden als een en hetzelfde antwoord op het zendingsbevel van onze Meester, zoals beschreven in Mattheüs 28. Na aanvankelijke discussies heeft dit zich bewezen als basis van een nieuwe definitie van hoe we kijken naar zending en het plaatselijk bereiken van mensen vandaag de dag en dat verwoorden. Voor een aantal plaatselijke kerken, in het bijzonder die het zwaar hebben, leidde dit tot een opnieuw verstaan van wat de roeping van de Heer voor hen is en dat elke kerk, hoe klein en zwak ook, vooruit moet kijken.
2. Zoeken naar nieuwe wegen om het evangelie te formuleren en te presenteren
In de jaren tachtig bepleitten velen de traditionele apologetiek met als argument dat de Franse sympathie voor intellectualisme daarvoor een geopende deur gaf. Dit is niet langer relevant. Er is een massale mentaliteitsverschuiving geweest. De mensen die wij naar onze kerken zien komen, hebben geen levensvisie die uitgedaagd kan worden. Ze vinden waarheid relatief, worden beheerst door gevoel en stemmingen, komen uit gebroken gezinnen en hebben veel persoonlijk leed meegemaakt. Ze hebben allemaal de kenmerken van een generatie die op drift is.
Nazorg en persoonlijke betrokkenheid zijn nu sleutelbegrip
Omdat apologetiek een belangrijk deel van onze gereformeerde erfenis is, gaat het nu om de vraag hoe we nieuwe manieren kunnen vinden om het evangelie te formuleren en het relevant te maken voor de Fransen. Het gaat zowel om het focussen op hun noden en hen te helpen zichzelf op nieuwe manieren te ontdekken, als om te zien hoe het evangelie past bij hun eigen levensverhaal.
Bijzondere periode van solidariteit, getuigenis en hoop
In deze zin is het vermogen van een kerk, en specifiek van predikant en kerkenraad, om in te spelen op nazorg van en persoonlijke betrokkenheid op mensen, een sleutelbegrip geworden.
3. Hervormen van onze structuren
De afgelopen drie jaar hebben we gewerkt aan een nogal ambitieuze herstructurering. De verschillende niveaus en synodes waren in de loop van de tijd te zwaar en behoorlijk traag geworden. Door het regionale niveau op te heffen zijn we tot een organisatie gekomen die probeert in te spelen op en ruimte laat voor elke plaatselijke gemeente om initiërend te zijn. De focus van onze Unie is geleidelijk aan veranderd van instituut-gecentreerd tot plaatselijk gemeente-gecentreerd. Drie nieuwe commissies focussen op ondersteuning van gemeenten op het gebied van betrokkenheid bij zending en evangelisatie, training en het onderscheiden van persoonlijke en gezamenlijke roepingen en gaven. Daarbij krijgen ervaren bezoekers een plaatselijke kerk toegewezen en geven advies en begeleiding in de voortgang van plaatselijke projecten en initiatieven.
4. Aanmoediging van interculturele initiatieven
Veel van onze stadsgemeenten openen tegenwoordig hun deuren voor andere typen protestantse gemeenten, die in hun gebouw bijeenkomen op zondagmiddag en door de week. Dit leidt vaak tot interactie binnen de kerken en maakt kerkleden gevoelig voor erediensten die anders zijn dan die van hen. In Toulouse ontvangt de plaatselijke gemeente zowel een gereformeerde Koreaanse kerk, als een gemeente van zevendedagsadventisten. Andere kerken ontvangen Roemeense, Malagassische of Tamil-gemeenten. In een land dat waarschijnlijk minder bereid is dan andere om de vele culturen van deze wereld te integreren, geven deze contacten, hoe bescheiden ook, een positief beeld van de kerk en haar rol in de multiculturele samenleving die tegenwoordig de onze is.
5. Investeren in training
Training is een fundamenteel instrument geworden. We hebben trainingsprogramma’s uitgewerkt op het gebied van volwassencatechisatie, kerklidmaatschap, jongeren- en kinderwerk. Met de hulp van internationale partners, ook uit Nederland (zoals de GZB), waren we in staat om een fulltime predikant-trainer aan te stellen die gestart is met een uitgebreide rondreis langs al onze gemeenten.
6. Kerkplanting met deelgenoten
We hebben onze deelgenoten in kerkplanting de laatste jaren verveelvoudigd en ontwikkelen nieuwe, samen met bijvoorbeeld City tot City en de Braziliaanse Presbyteriaanse kerk. Iedere kerkplanting van ons heeft geleid tot uitgebreid nadenken over hoe de kerk er vandaag de dag uit moet zien en hoe ze zich naar de mensen om zich heen kan uitstrekken. De sleutelwoorden blijven training van evangelisten en hen steeds van nabij volgen.
Statistieken in de Verenigde Staten laten zien, dat de meeste kerkplantingen geleid door jonge onervaren predikanten, na drie jaar in elkaar klappen als ze niet intensief gevolgd worden. Broederlijke coaching is nu een noodzaak geworden.
7. Investeren in oecumene en globaal christelijk getuigenis aan de maatschappij
De recente moord door terroristen op de katholieke priester Jacques Hamel terwijl hij de mis opdroeg, was een bijzondere periode voor ons waarin we solidariteit met onze katholieke broeders en zusters konden tonen. Veel van onze predikanten woonden gebedswaken bij. Delegaties van moslims, die gevolg gaven aan de instructies van de imam, woonden een plaatselijke mis bij of lieten een woord van medeleven achter voor allerlei soorten kerken. Voor de eerste keer in de geschiedenis van ons land werden veel grenzen doorbroken. Het getuigenis van Christus en de gedrevenheid voor vrede, getoond door de katholieke leiders, was treffend. De Fransen, inclusief de religieuze Fransen, zien christenen zo als één lichaam, voor woorden van betekenis en hoop.
Het gebed dat we in vertrouwen bidden is dat onze landgenoten – mannen, vrouwen en kinderen – samen met ons de Ene ontdekken die, in deze tijd van zorgen en onzekerheid, het anker is voor onze zielen. Velen onder ons zijn tot de overtuiging gekomen dat de toekomst van onze kerken verbonden is met hen die nog niet gelovig zijn.
Vertaling: Foka van de Beek en G.M. van Velzen-de Kleuver
-Jean-Raymond Stauffacher is predikant-evangelist in Montpellier en voorzitter van de Nationale Commissie van UNÉPREF, de evangelisch-gereformeerde kerken in Frankrijk.