De Doleantie, die zich in 1886 in kerkelijk Nederland onder leiding van dr. Abraham Kuyper voltrok, viel min of meer samen met het moment dat de eerste buitenlandse zendelingen zich in Korea aandienden, in 1885. De ontvangst van het protestantisme in Korea wordt gekenmerkt door twee opvallende feiten.
Ten eerste ging de Bijbel de zendelingen en missionarissen voor. De eerste Koreanen die zich tot het (protestants-)christelijke geloof bekeerden, hadden kennisgemaakt met het evangelie via buitenlandse zendelingen in China en Japan en zetten zich – onafhankelijk van elkaar – aan het vertalen van de Bijbel in het Koreaans, waardoor er in de jaren zeventig van de negentiende eeuw twee verschillende vertalingen het licht zagen. De vertaalde Bijbel werd in Korea door autochtone bekeerlingen verder verspreid.
Het tweede opvallende feit is dat de eerste protestantse kerk in Korea spontaan is ontstaan uit de bekeerlingen die via de bijbelvertaling kennis hadden gemaakt met het evangelie. Zo beschouwd is het Koreaanse protestantisme een gemeenschap van heiligen gegrondvest op het Woord van God voordat de kerk als instituut tot stand kwam.
The year of 1872, John Ross (1841-1915), a missionary from the Presbyterian Church of Scotland, came to China. Then, he shifted his way to the east, Korea. While he wanted to come into Korea, the border was not open to the foreign missionary. Ross delivered the gospel to Korean people in Manchuria, the border area between Korea and China. He took on the project of translating the Bible with Korean converts who were baptized by him. Time after time, their endeavor finally came to fruition. In 1882, the Korean translation of the gospel according to Luke and John was separately published under the auspices of the Scottish Bible Society. It is the first Korean translated book of the Bible. Later, all books of the New Testament were translated in 1887.
Meanwhile, in Japan, the Bible was translated into Korean (a different version) by a Korean, Soo-Jung Lee. He was dispatched to Japan as an inspection team to learn about agricultural technology and received the gospel there. After he was baptized in 1883, he stayed in Japan and kept the Christian faith. He had fellowship with American missionaries and Japanese Christians.
Later, upon the request of the missionary Henry Loomis (1919-2008) of the American Bible Society, Lee starts to translate the Bible into Korean. In 1884, the Korean translation of the Gospel of Mark was published. In the following year, Horace Grant Underwood (1859-1916) and Henry Gerhard Appenzeller (1858-1902), the first foreign Protestant missionaries, came to Korea, with the Korean translated Bible by Lee.
The Korean version of the Bible, translated through Ross and his co-workers in Manchuria, was transmitted to Korea through Korean converts. The Bible translated by Lee in Japan came to Korea through Underwood, an American missionary. The Bible was translated into Korean before the coming of foreign missionaries. The Korean church is an exceptional example in which the church community is established spontaneously.
Presbyteriaanse kerk in Korea
Het eind van de negentiende eeuw werd gekenmerkt door een toestroom van zendelingen en missionarissen naar Korea vanuit allerlei landen en kerkelijke richtingen, nadat de Koreaanse regering had besloten het land niet langer voor buitenlanders gesloten te houden.
De presbyterianen onder hen konden op dit nieuw ontsloten zendingsveld rijkelijk oogsten. In 1905 werd in Pyongyang het Presbyteriaans Theologisch Seminarie opgericht (vóór 1948 was Korea nog niet opgedeeld in Noord en Zuid). In 1907 kwam de synode voor het eerst bijeen en een paar jaar later, in 1912, werd de eerste algemene assemblee van de Koreaanse Presbyteriaanse Kerk gehouden. In de decennia die volgden wist de kerk als gemeenschap van christenen haar identiteit te behouden, en doorstond zij onder gebed en tranen de jaren van felle vervolging tijdens de overheersing door het Japanse Keizerrijk en door communisten tijdens de Korea-oorlog.
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft het Koreaanse presbyterianisme een snelle groei doorgemaakt, die parallel liep aan het spectaculaire economische succesverhaal dat zich in Zuid-Korea ontvouwde. Vandaag de dag is ongeveer twintig procent van de Zuid-Koreanen christen. Van de protestantse kerkelijke gemeenten behoort meer dan zeventig procent tot een presbyteriaans kerkgenootschap, waarvan er op grond van theologische twistpunten meerdere zijn. Tot het Koreaanse protestantisme worden naast de Presbyteriaanse kerken ook de Methodistische Kerk, de Pinkstergemeenten, de Korea Evangelical Holiness Church en de Baptistengemeenten gerekend. Daarnaast zijn ook de Anglicaanse Kerk en de Lutherse Kerk vertegenwoordigd, hoewel ze wat ledental betreft slechts een kleine minderheid vormen.
Kuyper en Koreaans protestantisme
De Koreaanse Presbyteriaanse Kerk is erfgenaam van de historische gereformeerde geloofsovertuiging en staat in de gereformeerde traditie, hoewel gereformeerden en presbyterianen op bepaalde praktische punten verschillen.
Toch hebben maar weinig Koreaanse christenen oog voor het historisch erfgoed en leerstellige aangelegenheden. De meesten, predikanten en theologen uitgezonderd, weten maar weinig af van de Reformatie, de reformatorische traditie en de kerkhervormers. Maarten Luther en Johannes Calvijn mogen dan namen zijn die enige herkenning oproepen, maar voor de naam Abraham Kuyper, de Nederlandse predikant, theoloog en staatsman uit de negentiende en twintigste eeuw, geldt dat in veel mindere mate.
Daartegenover staat dat een groot aantal Koreaanse predikanten, van wie velen in Nederland hebben gestudeerd, de Nederlandse gereformeerde traditie binnen hun protestantse gemeenten in Korea heeft geïntroduceerd. Onder Koreaanse presbyteriaanse predikanten is Kuyper een begrip. Sommigen onder hen menen zelfs dat Kuypers theologie en werk een richtsnoer bieden om de uitdagingen waar de kerk zich voor gesteld ziet, aan te gaan.
In de afgelopen decennia heeft het Koreaanse protestantisme, in de context van een niet-christelijke samenleving, zich er met name op toegelegd om zoveel mogelijk mensen met het evangelie bekend te maken en daarmee te zorgen voor een kwantitatieve groei van de kerk. Gedurende dat groeistadium, dat binnen het Koreaanse protestantisme bovendien hand in hand ging met een nadruk op persoonlijk geloof en zielsbehoud, was de houding van de kerk ten opzichte van interne discipline en maatschappelijke verantwoordelijkheid er een van betrekkelijke onverschilligheid. Met andere woorden: binnen de kerk domineerden religieuze en geestelijke aspecten over maatschappelijke en publieke zaken.
Momenteel ligt de Koreaanse Presbyteriaanse Kerk onder vuur vanwege schandalen rond corrupte en niet-gekwalificeerde dominees, de morele laksheid van haar gewone leden en het gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid. Nu het Koreaanse protestantisme – de voorgaande fase van snelle uitbreiding achter zich latend – een stadium van stabilisatie binnentreedt, lijkt het meer oog te krijgen voor het binnen het gareel houden van de leden, het herstellen van de orde in de kerk, maatschappelijke betrokkenheid en het verkondigen van het evangelie onder niet-christenen.
De theologie van Abraham Kuyper zou ertoe kunnen bijdragen om het dualisme tussen het goddelijke en het wereldlijke binnen het Koreaanse protestantisme op te heffen. Dr. Kuyper was een hartstochtelijk hervormer die meende dat christenen in alle aspecten van het leven als christen moesten leven. Dit duidde hij aan met de theologisch-wijsgerige term ‘soevereiniteit in eigen kring’. Hij stelt dat christenen de heilige plicht hebben om God te dienen in deze wereld en zich van haar af te zonderen door hun toevlucht in kloosters te nemen.
Voor sommige Koreaanse christenen is het geloof niet meer dan een instrument voor spirituele troost of een manier om godsdienst te beleven. Dit leidt tot twee parallelle werkelijkheden: het dagelijkse leven en het geestelijke – of meer bepaald het christelijke – leven. Hoewel ze zich als kerkelijk betrokken christenen zien, nemen ze hun beslissingen in het leven van alledag vaak op basis van wereldse overwegingen, die ze aangereikt krijgen via tv-series, tijdschriften of eigentijdse trends, in plaats van hiervoor de Bijbel en hun christelijke overtuiging als uitgangspunt te nemen. Gereformeerd-zijn bestaat niet alleen maar uit oude dogma’s of starre principes, maar is een systeem dat het hele leven en de totale wereld omvat, aldus Kuyper. Christenen zouden zich met grote nauwgezetheid moeten toeleggen op de vraag hoe je als christen in deze wereld in elke omstandigheid van het leven moet staan.
Wat is de ‘ware Kerk’?
Abraham Kuyper zelf was bovenal christen, predikant en zielenherder. De vraag naar ‘de ware Kerk van God’ stond in zijn hart gegrift, net zoals bij de reformatoren in de zestiende eeuw. Het is niet mijn bedoeling om in dit korte artikel een waardeoordeel te geven over de complexe historische gebeurtenis van de Doleantie. Wel wil ik erop wijzen dat Koreaanse protestanten (en wellicht ook Nederlandse christenen) meer zouden moeten beseffen dat de hartstocht waarmee Abraham Kuyper en de Nederlandse gereformeerden in zijn tijd de stichting van de ‘ware Kerk’ bepleitten, voortvloeide uit de Bijbel.
De meeste kerken in Korea willen de kerk toegankelijker maken voor iedereen. Er is helemaal niets mis mee om het evangelie aan alle mensen te willen verkondigen. De vraag is alleen: met welk doel?
Veel kerken staren zich zo blind op de kwantitatieve uitbreiding van de kerk dat ze grijpen naar wereldse middelen om meer mensen de kerk binnen te lokken: marketingtechnieken, psychoanalyse, bedrijfsstrategieën enz. Ondertussen raakt het belang van de christelijke waarheid en de bijbelse leer op de achtergrond. Hoewel ik als predikant graag meer mensen binnen de kerk verwelkom, is het doel daarvan evident niet om meer geld of macht te vergaren, maar om het evangelie te brengen.
Op dit punt verdient Kuyper respect voor het feit dat hij zich er zijn leven lang voor heeft ingezet om de kerk dichter bij de bijbelse leer te brengen. Die schreeuw om kerkreformatie komt – ook in het Korea van vandaag – als geroepen. Ecclesia reformata semper reformanda!
Christelijk geloof en politieke betrokkenheid
Kuyper stelt dat de kerk een ‘organisme’, een organische gemeenschap van heiligen, is, die tot taak heeft om Gods soevereiniteit over elk aspect van het menselijk leven zichtbaar te maken. Hij verzet zich echter tegen elke poging om de kerk als ‘instituut’ te gebruiken om die aspecten die liggen binnen de werkingssfeer van de algemene genade (de ‘gemene gratie’) te overheersen.
In tegenstelling tot de Kuyperiaanse zienswijze lijkt de idee dat de kerk als instituut wordt gemobiliseerd om politieke bewegingen te steunen binnen de Koreaanse samenleving nogal wat stof te doen opwaaien. Volgens Kuyper betekent het feit dat christenen politiek actief zijn om de christelijke waarheid in het praktische leven handen en voeten te geven niet dat de personele middelen van de kerk worden aangesproken om politieke macht voor een bepaalde persoon of organisatie te verwerven. Problematisch zijn vooral ook die politieke kwesties die los staan van het christelijke geloof. Om hiermee uit de voeten te kunnen, wordt door Koreaanse kerkleiders met extra veel aandacht naar de theologie van Kuyper gekeken.
Het Koreaanse volk heeft militaire dictatuur overleefd en in de loop van enkele tientallen jaren een democratie tot stand gebracht via een ingrijpend democratiseringsproces. En tot het wezen van een democratische samenleving behoort dat politiek de weg is om de ideeën, meningen en overtuigingen van de individuele burgers tot hun recht te laten komen. Daardoor is het christelijke geloof onlosmakelijk verbonden met de politieke keuzes van een christen.
In Europa bestaat er een lange traditie van christelijke partijen. In het geval van Korea, dat nog maar een betrekkelijk jonge democratie is, was er nooit veel aandacht voor de relatie tussen religie en politiek. Hoe kan een christen, die tegelijk ook burger en lid van een samenleving is, zijn religieuze overtuigingen in de politiek tot uitdrukking brengen? Spijtig genoeg menen vele Koreaanse christenen dat afzijdigheid van politiek of het gescheiden houden van geloof en politiek kenmerken zijn van een toegewijd geloof. Of nog erger: sommige christenen steunen bepaalde politici omdat hij of zij christen is, ook al is dat soms alleen op papier. Kuyper kan een goed voorbeeld zijn voor christenen in Korea om christelijke waarden binnen het politieke domein na te streven en in de praktijk te brengen.
Hoewel er – met name in Nederland – verschillend kan worden geoordeeld over de afzonderlijke beleidspunten die de politicus Kuyper voorstond, lijdt het geen twijfel dat hij probeerde om godsdienstige overtuigingen in de politiek te verwezenlijken en godsdienst niet louter gebruikte om zijn persoonlijke ambitie naar macht waar te maken. Om die reden richten Koreaanse christenen, die zich bezighouden met de maatschappelijke betrokkenheid onder christenen, hun blik op Abraham Kuyper.
Laat Christus Koning zijn
In theologische kring wordt de theologie van Kuyper aangeduid als ‘neocalvinisme’. Ik meen dat de term ‘neocalvinisme’ een onjuiste benaming is voor datgene waar Kuyper naar streefde, hoewel ik de academische achtergrond van die term wel begrijp. Kuyper heeft nooit een ‘neo’-versie willen scheppen.
Hij wilde, net als Calvijn, de kerk herstellen op basis van de bijbelse waarheid. Hij vertaalde de Calvijnse theologie van de algemene genade en het koningschap van Christus naar de eigentijdse Nederlandse context. Voor Kuyper was dit niet alleen maar een theologische gedachte, hij wilde de christelijke waarheid realiseren.
Kuypers werkzame leven bestreek het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. In dat opzicht kan hij moeilijk het ideale voorbeeld voor Koreaanse protestanten in de 21ste eeuw zijn. Toch meen ik te mogen stellen dat zijn leven en zijn werk als gereformeerd christen, die zijn best deed om invulling te geven aan de goddelijke opdracht, een model kan zijn voor Koreaanse christenen dat navolging verdient.
Louis Praamsma heeft een uitstekende biografie van Kuyper geschreven, getiteld ‘Let Christ be King’. Wat die titel betreft, kan ik alleen maar zeggen dat niets Kuypers leven treffender in één zin weergeeft. Het is een plicht van Godswege opgelegd aan alle christenen in Korea, Nederland en waar ook ter wereld, om Christus, onze Heiland, Koning te laten zijn, ook in deze wereld.
Vertaald uit het Engels door Pieter Plas
Dit artikel valt ook te lezen op www.zendingsraad.nl/tussenruimte en is daar uitgebreid met een interessant lijstje van in het Koreaans vertaalde werken van Abraham Kuyper.
— Min Kang is Senior Pastor van de Yedam Presbyterian Church in Namwon en PhD student Kerkgeschiedenis aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam/Groningen.