Hoe oriënteert de kerk zich in de context van geseculariseerde samenlevingen in het westen? Hoe verhoudt zij zich tot deze samenlevingen met haar taak van missie en evangelisatie? De Amerikaan Bryan Stone biedt een boeiende reflectie voor missionair werk in de jaren twintig van de 21e eeuw op evangelisatie na het christendom .
Stone (1959), hoogleraar evangelisatie aan de Boston University School of Theology en predikant in de Kerk van de Nazarener, stelt zich tot taak om te komen tot een reconstructie van evangelisatie. Stone neemt als uitgangspunt dat evangelisatie betrekking heeft op het aankondigen van vrede en het wijzen op Gods regering. Dat startpunt is, naar hij schrijft, problematisch omdat het christelijk geloof historisch gezien verstrikt is geraakt in het centrum van politieke, culturele en politieke macht. Terwijl het geloof zich ooit bevond in het centrum van westerse macht is het inmiddels in de marginalisatie van de diaspora terecht gekomen. Oude vormen en inhouden passen daarom niet meer.
Stone wil de kracht van de positie in de marge hervinden. Daarin dient kwetsbaarheid een belangrijke waarde te zijn. Evangelisatie moet niet gaan om het winnen van zielen, schrijft hij, maar om dienstbaarheid. Evangelisatie is volgens hem altijd per definitie pacifistisch: elke vorm van geweld moet uitgebannen worden, of dit geweld nu cultureel, militair, politiek, intellectueel of geestelijk is. Evangelisatie kan niet anders zijn dan de vreedzame uitnodiging ‘kom en zie’ (Joh. 1:46). Het gaat daarbij om getuigen van die vrede, en niet om effectiviteit. Het resultaatgerichte van veel vormen van evangelisatie is Stone een doorn in het oog. Het gaat niet om succes of productie van bekeerlingen, maar om het vinden van wegen voor evangelisatie die zich niet conformeert aan geldende normen van de westerse cultuur. Evangelisatie is volgens Stone subversief, zoals het christelijk geloof leeft in tegenspraak met de wereld. Hoe we dat vorm geven is voor Stone de centrale vraag. Hij onderstreept dat evangelisatie draait om ‘social holiness’. De kerk is de alternatieve gemeenschap die daaraan gestalte geeft. Het is de ‘social holiness’ die in de handen van de Geest het voertuig van evangelisatie wordt en dat in zichzelf het goede nieuws is. Evangelisatie gaat niet zozeer over het krijgen van een persoonlijke relatie met Jezus als wel om de vorming van een gemeenschap van vrede.
Stone stelt dat de gerichtheid op bekering, op het winnen van zielen, een dwaling kan vormen als het losgemaakt wordt van de sociale heiligheid. Kerk en wereld kunnen niet met elkaar vervloeien, zoals het geval was toen het christelijk geloof staatsreligie van het Romeinse rijk werd. De christelijke gemeenschap dient er juist te zijn in tegenspraak met het Constantijnse narratief, waarin het christelijk geloof verbonden raakte met de politieke en culturele macht. In dat narratief, zegt Stone, vergeet de kerk haar pelgrimsreis en zoekt een thuis in de wereld. Dit thuisraken in de wereld heeft de kerk veel groei en stabiliteit opgeleverd, maar daarvoor heeft ze wel een hoge prijs moeten betalen. Het onderscheid tussen volgelingen van Jezus en ongelovigen vervaagde. Lid zijn van de kerk werd de norm en de kerk nam allen in zich op. De kerk veroverde de samenleving, stelt Stone, en in feite bleef er geen ruimte over om ongelovige te zijn.
De taak van een post-christendom-kerk is volgens Stone om af te zien van het denken in resultaat. Daarmee neemt hij niet alleen afstand van evangelicale modellen voor evangelisatie die zich richten op numerieke groei van de kerk, maar eveneens van oecumenische vormen van evangelisatie die zich richten op transformatie van de samenleving naar Bijbelse waarden. Beide gestalten van evangelisatie zijn resultaatgericht en vooronderstellen de mogelijkheid van invloed van de kerk op de samenleving. In de post-christelijke samenleving zijn beide modellen gedoemd tot mislukking. Het lukt immers niet om de massa’s te bekeren en evenmin lukt het om tot een christelijker samenleving (kerstening) te komen. De kerk is immers naar de marge gedrongen en heeft sterk aan invloed ingeboet.
Het kenmerkt de kerk volgens Stone al te vaak dat het ontbreken van het gehoopte resultaat – nieuwe volgelingen, kerstening van de samenleving – vaak beschouwd wordt als falen. ‘The impulse to win is overwhelming. Christians will sometimes stop at nothing […] in the service of winning, in the service of respectability’, schrijft Stone. Allerlei marketing-technieken worden ervoor ingezet om de boodschap van het evangelie uit te dragen. De kerk heeft volgens Stone kapitalistische trekken gekregen, waarin het draait om succes. En daar gaat het volgens Stone mis, want met de hang naar succes komt het risico te willen inspelen op de behoeften van de doelgroep. Om tot bekeerlingen en kersteling te komen wordt de vraag wat de potentiële klant wil en nodig heeft. Doelgroepenbeleid en marketingonderzoeken zoeken naar antwoord op de vraag waaraan de mens behoefte heeft en hoe het evangelie kan worden gerelateerd aan de gesignaleerde behoeften. Daardoor ontstaat het risico dat evangelisatie uitgeleverd wordt aan de consument en wordt geperverteerd.
Gebrek aan succes – verstaan als het uitblijven van bekeringen en kerstening van de samenleving – mag nooit als het falen van kerk en gelovigen worden geïnterpreteerd, stelt Stone. Dat lijkt echter wel vaak te gebeuren. Zowel in heden als verleden kunnen we voorbeelden vinden van zendingswerk dat werd stopgezet omdat er te weinig ‘vrucht op de arbeid’ was (bekeerlingen). We kunnen daarbij denken aan zendeling Albert Kruyt, die zo’n veertig jaar werkte in Sulawesi, Indonesië. Toen er zo’n tien jaar na het begin van zijn evangelisatiewerk nog geen bekeerlingen waren, meende het zendingsbestuur dat het zendingsveld beter gesloten kon worden. Ook kunnen we denken aan de worsteling van de Nederlandse Hervormde Kerk met de wens om de samenleving te kerstening. Meerdere modellen volgden elkaar op. Steeds in de hoop dat de vernieuwing van visie en methodiek tot nieuwe impulsen en meer kerstenende invloed op de samenleving zou leiden.
Stone slaat een andere weg in. Hij neemt afstand van het resultaatdenken en kiest voor evangelisatie als gehoorzaamheid aan God. Deze weg ziet af van op maat gesneden producten, namelijk kerstening en toename van geredde zielen. Het evangelie is subversief: het botst met heersende opvattingen over vrijheid van het individu en sluit niet op voorhand aan bij de door mensen ervaren behoeften. De weigering om het geloof te omarmen kan in die zin het onverwachte resultaat van authentieke evangelisatie zijn.
Gert Noort
Bryan Srone, Evangelism after Christendom. The Theology and Practice of Christian Witness, Grand Rapids 2007